Bezetmelding

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Terugmelding en Bezetmelding

Terugmelder

De "ogen" van de digitale trein regeling worden gevormd door de terugmelders. Een terugmelder is een digitale module die niets anders doet dan de waarde van zijn ingang-signalen aan de centrale te vertellen. Eén terugmelder kan meestal 16 ingangsignalen verwerken.

De meeste terugmelders worden gebruikt om signalen van bezetmelders door te geven aan de centrale. Zo "weet" de centrale op welke railsegmenten zich een trein bevindt. Maar terugmelders kunnen ook andere signalen doormelden, zoals bijvoorbeeld de stand van een schakelaar. Een terugmelder detecteert dat één of meerdere ingangsignalen naar massa schakelen.

Maar wie zijn modelspoorbaan niet via de computer bestuurt, zal de terugmelders niet echt zinvol kunnen gebruiken.

De Märklin S88

De S88 terugmelders worden aangesloten op een speciale ingang van de centrale. Dit is de S88 interface. De S88 terugmelders worden vervolgens als een ketting met elkaar doorgelust. De computer is nu in staat om alle terugmelders ingang voor ingang, melder voor melder te bekijken. Op basis daarvan kan de computerbesturing de benodigde acties ondernemen.

Vrijwel alle terugmelders in de markt zijn gebaseerd op de Märklin S88, maar het kenmerk S88 mag alleen door Märklin worden gevoerd (octrooi).

S88 is een verouderde techniek die bij grote modelspoorbanen snel tot storingen zal leiden. De oudere S88 terugmelders worden aangesloten met een flatcable. Dit is echter achterhaald en tegenwoordig zijn ze ook te verbinden met netwerkkabels (RJ45 UTP-kabel). Dit is makkelijker, goedkoper en betrouwbaarder.

De S88 is bij Märklin verkrijgbaar onder de nummers 6088 (originele S88), 60880 (model met nieuw type stekker), 60881 AC (nieuw model met S88-N-aansluitingen), 60882 DC (idem nieuw model voor stroomdetectie of tweerail (gelijkstroom)banen) en 60883 S-link (voor de koppeling aan de CS2 en CS3 en CS3+ via de CAN-bus en aan de secundaire zijde voorzien van twee S88-N en één 6-pins aansluitingen). Daarnaast zijn van verschillende fabrikanten klonen gemaakt, o.a. bij Viessmann, Conrad/Völkner, Rosoft en Digikeys.

LocoNet

Langzamerhand komer ook terugmelders op basis van Loconet op de markt. Loconet is ontworpen door Digitrax en mag in licentie door enkele fabrikanten gebouwd worden. De bekenste hiervan is Uhlenbrock. Ook zelfbouw is toegestaan. Loconet componenten werken vergelijkbaar met S88.

Loconet heeft wel een paar voordelen. Bijvoorbeeld is het signaalnummer niet afhankelijk van de volgorde waarin de units zijn aangesloten, dus een unit mag op een willekeurige plaats in de lus erbij worden geplaatst zonder gevolgen voor de nummering van de ingangsignalen. Ook zijn er speciale intelligente versies, die volledig programmeerbaar zijn, waardoor alle 16 ingangen ook als uitgangen kunnen worden gedefinieerd. De computer kan deze acties lezen en uitsturen.

Aanwezigheidsdetectie

Een treindetector is een elektronische module die detecteert of een bepaald gedeelte van de baan bezet is door een trein, of niet. Er zijn verschillende manieren en daarmee ook verschillende soorten detectors.

Let op! Een treindetector is geen terugmelder, maar geeft alleen een signaaltje "bezet" of "vrij" af. De treindetector kan niet met de centrale communiceren, daarom wordt er een terugmelder tussen geschakeld.

Massadetectie

Deze methode is alleen bij het Märklin 3-rail systeem te realiseren. Bij deze methode wordt dankbaar gebruik gemaakt van de kortsluiting die 3-rail wielstellen veroorzaken tussen de twee spoorstaven. Eén van de spoorstaven, wordt volledig geïsoleerd van de rest van de baan. Zodra een trein met metalen wielen over de geïsoleerde sectie rijdt, zullen de twee spoorstaven via het wielstel met elkaar worden verbonden. Bij de juiste aansluiting zal de treindetector nu een signaal ontvangen. Er is hier dus sprake van continu detectie. zie Verwijzingen

Reedrelais

Het reedrelais of reedcontact is een klein schakelaartje in een glazen buisje. Dit schakelaartje wordt geactiveerd als er een magneet in de buurt komt. Door een reedrelais tussen de spoorstaven te plaatsen én een magneetje onder de trein te bevestigen, zal bij het voorbijrijden van de trein de schakelaar heel even bekrachtigd worden. Dit noemen we pulsdetectie. De treindetector moet nu snel genoeg zijn om het kortstondige signaaltje op te vangen en te onhouden. Reedrelais worden vaak als minder betrouwbaar ervaren.

Märklin schakelrail

Märklin biedt speciale schakelrails aan. Deze rails zijn voorzien van twee kleine schakelaars die door een palletje door de railbedding heen bediend worden. De sleper onder de loc drukt afhankelijk van de rijrichting de ene of andere schakelaar kortstondig aan. Ook dit is pulsdetectie. Met een schakelrail kun je iets schakelen AFHANKELIJK van de rijrichting. Zo kan bijvoorbeeld een sein of wissel geschakeld worden met een schakelrail.

Voor C-rail zijn de bestelnummers 24994 (recht, 90 mm), 24194 (R1, 15°) en 24294 (R2, 15°).
Voor K-rail luiden de bestelnummers 2299 (recht, 90 mm), 2229 (R1, 15°) en 2239 (R2, 15°).
Voor M-rail worden schakelrails geleverd onder de nummers 5146 (recht, 90 mm), 5147(R1, 15°) en 5247 (R2, 15°).

Märklin contactrail

Märklin biedt naast schakelrails ook de zg. contactrail aan. Bij deze railstukken is een deel van de spoorstaaf geïsoleerd t.o.v. de rest van de spoorstaven. De contactrail geeft daarmee een puls tegen massa door een verbinding via de (wisselstroom-)wielstellen. Met een contactrail kun je schakelen ONAFHANKELIJK van de rijrichting. Een contactrail wordt gebruikt als je een langer contact wilt hebben (zoals bij een spoorweg overgang waar de slagbomen naar beneden gaan als er een trein aankomt, verlichting etc.). Contactrails worden ook wel gebruikt voor terugmelding ter indicatie dat er zich nog wat in het baanvak bevindt en deze nog niet "veilig" is. Voor de M-rail werden hier aangeboden de hele rechte met nummer 5115 en de bocht R1 met nummer 5116. Voor K-rail wordt hiervoor een set onder nummer 2295 (2 x 90 mm) aangeboden. Voor C-rail is het bestelnummer 24995. Ook de automatische overweg met de nummers 7592 (K-rail) en 74920 (C-rail) werken op basis van dit principe. Voor parallelsporen zijn resp. de sets. 7593 (K-rail) en 74930 (C-rail) beschikbaar.

Stroomdetectie

Deze soort treindetectors meet voortdurend de stroom die door een bepaald baanvak wordt afgenomen. Als er stroom loopt wordt het baanvak bezet gemeld. Er kunnen alleen stroomverbruikers gedetecteerd worden (denk hierbij aan een locomotief of rijtuig met binnenverlichting; een rijtuig zonder stroomverbruik zal niet worden gedetecteerd). Met name 2-rail rijders gebruiken stroomdetectie omdat de Märklin methodes voor hen niet toepasbaar zijn.

Bezetmelders

De zogenaamde bezetmelders combineren de functie van treindetectie en terugmelding. Deze bevatten naast de benodigde treindetectie tevens de benodigde S88 techniek. Veelal zijn er dan maar 8 melders per unit aanwezig. Het volstaat om een deel van het spoor te isoleren en met de bezetmelder te verbinden. Méér is niet nodig. Geen relais, geen schakelaars, of andere ingrepen.

Enige voorbeelden van (bezet)melding en stroomdetectie

Schema I (toelichting gewenst)

S881.jpg


Schema's II a en b (toelichting gewenst)

S882.jpg


Schema's III a en b (toelichting gewenst)

S883.jpg

Schema's (Freak)


Leveranciers van terugmeldmodules

Verwijzingen