Modelspoor Begrippen: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Regel 13: | Regel 13: | ||
*''' [[:Categorie:Besturingsunits|Besturingsunit:]]''' Besturingssysteem/Centrale voor de besturing van de modelspoorbaan | *''' [[:Categorie:Besturingsunits|Besturingsunit:]]''' Besturingssysteem/Centrale voor de besturing van de modelspoorbaan | ||
*''' [[:Bezetmelding|Bezetmelding:]]''' De manier om op een modelspoorbaan aan de centrale terug te melden dat het betreffende baanvak/traject bezet is. | *''' [[:Bezetmelding|Bezetmelding:]]''' De manier om op een modelspoorbaan aan de centrale terug te melden dat het betreffende baanvak/traject bezet is. | ||
− | *''' [[:Categorie:Boosters| | + | *''' [[:Categorie:Boosters|Booster:]]''' Module (elektronische schakeling) welke het uitgangssignaal van een centrale versterkt. |
=== Beginnend met een C === | === Beginnend met een C === |
Versie van 1 dec 2013 15:39
Modelspoor Begrippen
Beginnend met een A
- AC: Wisselstroom (Alternating Current)
- Afremsectie: Een sectie van een baanvak, bedoeld om de trein te laten afremmen indien het sein op rood (stoppen) staat.
- Afremvertraging: Decoder-instelling waarmee de remweg van de locomotief ingesteld kan worden zodat deze natuurgetrouw afremt.
- Analoog: Besturingssysteem voor Modeltreinen, waarbij de snelheid van locomotieven wordt geregeld door verlagen of verhogen van de spanning
- ANDI: Speciale (eenvoudige) locdecoder, die kan werken als analoge rijrichtingschakelaar en als digitale locdecoder
- Antislipbanden: Platte rubber bandjes die om de aangedreven wielen van een locomotief of treinstel zijn aangebracht ter voorkoming van doorslippen. De antislipbanden zorgen ervoor dat de locomotief meer grip krijgt op de stalen railstaven.
- Armsein: Een armsein is paal met 1 of meer beweegbare armen welke een seinbeeld weergeven.
Beginnend met een B
- Baanvak: Een gedeelte van een modelspoorbaan,(meestal onderverdeelt in secties), waarin zich maar 1 trein tegelijkertijd mag bevinden.
- Besturingsunit: Besturingssysteem/Centrale voor de besturing van de modelspoorbaan
- Bezetmelding: De manier om op een modelspoorbaan aan de centrale terug te melden dat het betreffende baanvak/traject bezet is.
- Booster: Module (elektronische schakeling) welke het uitgangssignaal van een centrale versterkt.
Beginnend met een C
- C-rail: Railtype van Marklin, dat gebruik maat van een kunststof bedding en een Click-systeem
- Central Station: Centrale Eenheid voor het Systems systeem
- CS1: De eerste uitvoering van het central station
- CS2: De tweede uitvoering van het central station
- CS3: De derde uitvoering van het central station
- Central Unit: Centrale Eenheid
- Centrale Eenheid: Centrale van het Besturingssysteem voor Digitale modelbanen
- Contactrail: Speciale rail voor het geven van duurkontakten en/of terugmeldingen
- Control Unit: Eenheid met bedieningselementen (Marklin 6021)
Beginnend met een D
- Daisy: Handregelaar (tevens centrale eenheid) voor het Loconet systeem
- DC: Gelijkstroom (Direct Current)
- DCC: Digital Command Control, digitaal systeem, meestal voor tweerail gelijkstroom gebruikt
- Decoder: Geadresseerd component in de locomotieven, rijtuigen of op de baan, dat in staat is digitale commando's te vertalen voor een specifieke toepassing
- Delta: Eenvoudige uitvoering van het Marklin Digital systeem
- Delta Control Centrale: Eenheid voor het Delta systeem
- Digitaal: Besturingssysteem voor Modeltreinen, waarbij de snelheid van locomotieven wordt geregeld door codes uitgezonden door een Centrale Eenheid. Bovendien kunnen wissels en seinen (vaak) met het systeem bediend worden.
- Digitrax: Amerikaans bedrijf dat o.a. DCC als algemene code voor tweerail-banen heeft geadopteerd. Ontwikkelaar van o.a. Loconet
- Duurcontact: Schakelpuls van lange duur. Schakelt tussen aan en uit.
Beginnend met een E
- Elektomagnetische artikelen: Algemene aanduiding voor elementen welke d.m.v. elektromagnetische spoelen worden bediend, zoals wissels, seinen en relais
- ESU: Fabrikant van diverse componenten t.b.v. digitale besturing, w.o. de ECoS (ESU Command System), decoders, enz
Beginnend met een F
- FRED: Eenvoudige handregelaar voor het Loconet-systeem
- Functiedecoder: Decoder, specifiek voor het schakelen van (extra) functies
- Fx: Locdecoder met functies
Beginnend met een G
- Gelijkstroom: Spanningtype waarbij de polariteit van de spanning vast is en gewisseld wordt om de rijrichting te veranderen (de plus is altijd rechts in rijrichting) Algemeen gebruikt door diverse fabrikanten, ook wel aangeduid als DC(-systeem)
Beginnend met een I
- IB-control: Uitbreidingsunit voor de Intellibox
- Intellibox: Centrale Eenheid van Uhlenbrock, met twee regelaars en geschikt voor diverse digitale systemen
Beginnend met een K
- K-rail: Railtype van Marklin, dat gebruik maakt van een Kunststof dwarsligger en zonder eigen bedding
Beginnend met een L
- Lenz: Oorspronkelijke ontwikkelaar van Marklin Digital, nu zelfstandige onderneming. Heeft DCC-systeem ontwikkeld. Maakt nu Centrale Eenheden en decoders
- Lizzy: Terugmeldsysteem van Uhlenbrock / Fleischmann d.m.v. optische zender en ontvanger
- Locdecoder: Decoder, specifiek voor de bediening van loc's
- Loconet: Communicatie-systeem (netwerk) van Uhlenbrock en Digitrax.
- Lokpilot: Type-aanduiding van ESU voor haar lokdecoders
- Loksound: Type-aanduiding van ESU voor haar lokdecoders met geluidsfunctie(s)
Beginnend met een M
- Mfx: Märklin Loc-Decoder met functies : Een decoder in opdracht van Märklin, door ESU ontwikkeld en waarbij het protocol informatie in 2 richtingen verstuurd. Een MFX decoder meldt zichzelf aan bij de centrale als deze op de rails wordt geplaatst.
- M-rail: Railtype van Marklin, dat gebruik maakt van een Metalen bedding
- Mobile Station: Handregelaar (tevens eenvoudige centrale eenheid) voor het Systems systeem
- Momentcontact: Schakelpuls van korte duur. Puls duurt zolang het kontakt bekrachtigd blijft.
- Motorola: Commando-protocol van Marklin digital
Beginnend met een O
- OC32: Een Digitale decoder met 32 uitgangen voor het aansturen van diverse onderdelen op modelbaan, zoals aansturing van wisseldecoders, servo-motoren, electro-motoren, LED-schakelingen, Seinen, verkeerslichten, elektrische ontkoppelaars.
- Ondervloeraandrijving: Wissel-aandrijving die aan de onderkant van de plaat waar de rails op ligt, wordt bevestigd i.p.v. direct onder de wissel.
- Optrekvertraging: Decoder-instelling waarmee de optreksnelheid (van stilstand tot door de rijregelaar ingestelde snelheid) van de locomotief ingesteld kan worden zodat deze natuurgetrouw optrekt.
Beginnend met een P
- Pantograaf: Verende spanningsafnemer op het dak van elektrische locomotieven en treinstellen welke dient om de spanning van de bovenleiding af te nemen. Vaak ook “stroomafnemer” of STA genoemd.
- Programmeerspoor: Een stukje spoorrails dat elektrisch niet verbonden is met de spoorbaan en gebruikt wordt om de decoder van de locomotief te programmeren.
- Puco(‘s) of Puko(‘s): Afkorting om puntcontacten bij drierail rails aan te duiden, waarvan de sleper zijn spanning afneemt.
- Puntstuk: Het gedeelte van de wissel waaraan de wisseltongen zijn bevestigd.
Beginnend met een R
- Reed-contact: Een Reed-contact of reed-relais is een klein schakelaartje in een glazen buisje welke wordt geactiveerd als er een magneet in de buurt komt.
- Relais: Een soort schakelaar, welk wordt gebruikt wanneer men stroomkringen met een andere (gescheiden) stroomkring wil omschakelen.
Beginnend met een S
- Scenery: Het landschap of alles wat benodigd is voor de landschapsbouw op de modelbaan.
- Schakeldecoder: Decoder, specifiek voor het schakelen
- Schakelrail: Speciale rail voor het schakelen van elektromagnetische artikelen (of het geven van momentkontakten)
Sleper: Sleepcontact onder locomotieven of rijtuigen die bij 3-rail systemen wordt gebruikt om de stroom van de middengeleider af te kunnen nemen.
- Servo(-motor): De Servo motor of Servo mechanisme is een type motor die gebruikt wordt om onderdelen op de modelspoorbaan langzaam te laten bewegen, zoals b.v. het langzaam laten omzetten van wissels of als aandrijving voor spoorbomen etc.
- Sluitsein: Aanduiding voor 'de achterlichten' van een locomotief, treinstel of achterste wagon. Het sluitsein bestaat meestal uit 2 op gelijke hoogte aangebrachte rode lampen.
- SMD: ‘Surface Mounted Device’ zijn de groep van uiterst kleine electronica componenten die rechtstreeks op het oppervlak van de print (PCB) gemonteerd worden.
- STA: Gebruikte afkorting voor dak-stroomafnemer/ pantograaf
- Stopsectie: Laatste gedeelte/sectie in een baanvak die bij een rood sein stroomloos wordt gemaakt, en bedoeld is om een ‘doorschietende’ trein een noodstop te laten maken zodat deze niet ongewenst in het volgende baanvak belandt.
- SUSI: Speciale (genormde) stekerverbinding, o.a. gebruikt door Uhlenbrock
- Systems: Digitaal besturingssysteem van Marklin, met terugmelding van lokadressen
Beginnend met een T
- Trafo: Afkorting voor transformator
- Transformator: Een transformator is een “omvormer” welke er voor zorgt dat een wisselspanning wordt omgezet naar een hogere of lagere wisselspanning. Bijvoorbeeld het omzetten van 230 V AC uit het stopcontact naar 12 V AC voor de modelspoorbaan.
- Terugmelding: „Systeem van meldingen waarbij de actieve component (bijv. trein of loc's) aan het systeem aangeeft waar hij zich bevindt. Terugmelding is noodzakelijk bij besturing m.b.v. software-programma's.Terugmelding kan ook gebruikt worden op een bedieningstableau om een spoorbezetting te signaleren of een overweg de bedienen.”
Beginnend met een U
- Uhlenbrock: Fabrikant van diverse componenten t.b.v. digitale besturing, w.o. de Intellibox, Daisy, Lissy, decoders, enz.
Beginnend met een V
- Viessmann: Fabrikant van diverse componenten t.b.v. digitale besturing, w.o. de Viessmann Commander, decoders, enz.
Beginnend met een W
- Wisseldecoder: Decoder, specifiek voor de bediening van wissels en seinen (vaak momentkontakt)
- Wisselstroom: „Spanningtype waarbij de polariteit van de spanning steeds wisselt (t.o.v. de 0V = massa) Algemeen gebruikt door Marklin H0, ook wel aangeduid als AC(-systeem)”