Fleischmann – 120 jaar werkelijkheid in miniatuur: verschil tussen versies

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
Regel 45: Regel 45:
  
 
----
 
----
[[Categorie:Overige Boekrecensies]]
+
[[Categorie:Overige Boekrecensies]][[Categorie:Modelspoorboek]]

Versie van 8 jun 2014 20:34

width="16"
Boek: Fleischmann – 120 jaar werkelijkheid in miniatuur
  • Titel: Fleischmann – 120 jaar werkelijkheid in miniatuur
  • Ondertitel: -
  • Schrijver: Leo Hoevenaars, Elzo Hofman, Kirsten Otten, Guus Ferrée
  • Uitgever: In Boekvorm Uitgevers
  • ISBN-10: ISBN 9077548513
  • ISBN-13: ISBN 9789077548516
  • Bladzijden: 80
  • Bindwijze: Paperback
  • Leverbaar: Ja
  • Taal: Nederlands

Recensie

Dit boekje is geschreven naar aanleiding van het 120-jarig bestaan van Fleischmann, die we nu kennen als de fabrikant van modelspoortreinen.

Jean Fleischmann opent in 1887 een graveerwerkplaats in Neurenberg en maakt daar bronzen en tinnen figuurtjes en modellen van was, gips en messing. Later maakt hij blikken speelgoed, in die tijd erg populair. Hij experimenteert met mechanische technieken, die deze ontwerpen in beweging zetten. Via de plaatselijke speelgoedfabrikanten brengt hij zijn ontwerpen op de markt.

In 1898 brengt Fleischmann voor het eerst zelf speelgoed op de markt: loopdieren, fonteinen, zwemdieren en schepen.

In 1901 ontvangt hij een patent voor ontwerpen waarmee zijn zwemdieren en duikboten echt onder water kunnen. Voor het maritieme speelgoed ontvangt hij een gouden medaille, reden voor hem om door te gaan met zijn zwem- en waterdieren. In opdracht van Duitse rederijen bouwt hij blikken modelschepen.

In de jaren ‘30 bouwt hij het assortiment flink uit met metalen vliegtuigen, metaalbouwdozen en ander metalen speelgoed.

In 1938 neemt Fleischmann de speelgoedfabriek Doll & Co over en krijgt dan de beschikking over een modelspoortrein in de schaal 0, (1:43,5) en diverse soorten stoommachines. In dat jaar begint Fleischmann met de produktie van modeltreinen naar eigen ontwerp, die uitblinken in realistische details.

In 1939 wordt de fabriek ingezet voor de oorlogsproductie en in de eerste jaren na de oorlog maakt men nuttige gebruiksvoorwerpen. Pas in 1948, na de geldzuivering, komt de speelgoed productie weer op gang en richt Fleischmann zich volledig op het modelspoor.

In 1952 presenteert men op de Nürnberger Spielwarenmesse de eerste H0-modellen, zij het dat de treinen zelf nog in de schaal 1:82 gebouwd worden. Al snel volgt men de andere modelspoor fabrikanten en bouwt Fleischmann de treinmodellen zelf ook in de schaal 1:87. De treinen zijn in de jaren ’50 in 2 categorieën te verdelen: waarheidsgetrouwe treinen voor de verzamelaar en simpeler uitgevoerde degelijke modellen voor de kinderen: de “Start Serie” en de “A Serie”. Ook maakt men in de periode 1955 – 1959 nog batterij- en uurwerktreinen. Voor de Amerikaanse markt past men stoomloc-modellen van de BR 01, 24 en 80 aan door ze te voorzien van koevangers, doorlopende handgrepen en een grote schijnwerper op de rookkastdeur. Deze zijn tot halverwege de jaren ’60 ook in Duitsland verkrijgbaar. Tijdens de jaren ’50 rollen er H0- en 0-modellen van de band, naast stoommachines en blikken schepen. In 1959 staakt men de productie van deze schepen en later ook die van de treinen in de 0-schaal. Men richt zich geheel op H0-treinen.

De in 1967 geïntroduceerde “Auto-Rallye” is een schot in de roos en tot 1987 behoort dit tot het vaste assortiment van Fleischmann.

In 1968 worden treinmodellen in de N-schaal 1:160 onder de naam “Piccolo” op de markt gebracht.

In de ’70-er jaren wordt het programma uitgebreid. Voor Nederland betekent dat het uitbrengen van een Heineken-bierwagen, een rijtuig type W met Grolsch-reclame en een geel/grijze NS-1200.

In 1982 wordt het nieuwe railsysteem geïntroduceerd: de Profi-rail. Dit is het railsysteem met ballastbed en klikrailverbinding. Later volgt ook nog de Profi-koppeling, waarmee kort gekoppeld kan worden.

Vanaf 1986 worden de Fleischmann-treinen uitgerust met een digitaal systeem, het FMZ-systeem, waarmee meerdere treinen onafhankelijk van elkaar kunnen worden bestuurd. Voor Nederland worden de Plan V, de Sprinter en de Wadloper uitgebracht.

In de jaren ’90 worden de modellen verder geperfectioneerd. Praktisch al het rollend materieel wordt voorzien van kortkoppelingen, waarmee buffer aan buffer of vouwbalg aan vouwbalg gekoppeld kan worden.

Halverwege de jaren ’90 presenteert Fleischmann de “Pendolino”, een Italiaans model met kantelbak systeem. Later wordt deze techniek ook toegepast in het model van de ICE-T.

In het nieuwe millennium wordt de digitale techniek steeds belangrijker: Fleischmann brengt de Twin Center uit, een digitale alleskunner.

In 2002 presenteert men de eerste H0-stoomloc met digitale sounddecoder.

In 2007 wordt voor Nederland de Syntus Lint in 2 versies uitgebracht: voor wissel- en gelijkstroom.

Dit kleurig uitgevoerde boekje is voorzien van vele tientallen kleurenfoto’s van oude en nieuwe modellen.