Beginnen met Digitaal: verschil tussen versies
(Beginnen met Digitaal, een uitleg) |
|||
Regel 10: | Regel 10: | ||
(We hebben het dan niet over leuke lok-functies, maar operationele functies.) | (We hebben het dan niet over leuke lok-functies, maar operationele functies.) | ||
− | We kunnen onderscheid maken in | + | We kunnen onderscheid maken in <b>digitaal rijden</b>,<b>digitaal bedienen</b> en <b>digitaal besturen</b>. |
Overigens maakt het gekozen railsysteem (M-rail, K-rail of C-rail) hierbij niets uit. Alle functies zijn voor alle railtypen beschikbaar. | Overigens maakt het gekozen railsysteem (M-rail, K-rail of C-rail) hierbij niets uit. Alle functies zijn voor alle railtypen beschikbaar. | ||
Versie van 14 okt 2015 10:11
Beginnen met Digitaal
IN BEWERKING door VT601
Veel potentiële modelspoorders worstelen met de vraag "wat kan ik nu met digitaal?" en wat voegt het toe. Dit wiki-artikel wil proberen hier een gestructureerd antwoord op te geven.
Digitaal rijden, bedienen en besturen
Om het digitaal systeem te begrijpen moeten we eigenlijk eerst eens kijken naar de belangrijkste functies gezien vanuit de modelspoorder. (We hebben het dan niet over leuke lok-functies, maar operationele functies.)
We kunnen onderscheid maken in digitaal rijden,digitaal bedienen en digitaal besturen. Overigens maakt het gekozen railsysteem (M-rail, K-rail of C-rail) hierbij niets uit. Alle functies zijn voor alle railtypen beschikbaar.
Definitie's
Onder digitaal rijden verstaan we: het met behulp van digitale informatie laten rijden van locomotieven en treinstellen. We zetten daarmee de lok in beweging, kunnen de snelheid en rijrichting beïnvloeden en eventuele lokfuncties bedienen.
Onder digitaal bedienen verstaan we: het met behulp van digitale informatie bedienen van seinen, wissels en andere spoorgebonden accesoires.
Onder digitaal besturen verstaan we: het besturen van de treinenloop met behulp van digitale informatie. Dit kunnen we ook zien als gedeeltelijke automatisering, maar ook het beveiligen van rijwegen valt hier onder.
Digitaal rijden
Voor het digitaal rijden hebben we eigenlijk niet zo veel nodig. Een centrale en een of meer lokomtieven met een decoder. De meeste beginsets zullen hierin kunnen voorzien. Voor een bestaande (analoog) gebruiker kunnen de tradionele (rij)trafo's worden ingeruild voor een centrale. Analoge loks moeten worden omgebouwd. Zie hiervoor ook het artikel Overstap Analoog naar Digitaal.
Keuze van de Centrale
Binnen de productenlijst van Märklin bestaan verschillende centrale, beginnend bij de 6020, 6021 en 6022. Deze zijn aangevuld door de Deltacentrale 6604. Na de introductie van het mfx-systeem kwamen daar de CS1, MS1 en later de CS2 en MS2 bij.
Met uitzondering van de 6020 kunnen al deze centrales treinen laten wijden. De veschillend zitten in de diverse mogelijkheden (en protocollen van de digitale informatie).
Naast de producten van Märklin kunnen we ook kiezen voor een Intellibox (ook IB genoemd) en de centrales van ESU, TAMS en Viessmann. (dit lijstje is overigens niet compleet.
Keuze van de lokdecoder
Motorola 1 of MM1
Bij de keuze van de lokdecoder wordt het al weer wat lastiger. Aanvankelijk kende Märklin een protocol waarbij slechts één enkele functie (licht = F0) beschikbaar was. Dit werd later Motorola 1 (of MM1) genoemd. De bijbehorende decoders zijn o.a. Märklin 6080, 6090 en 6603 (Delta). Veel loks uit de beginperiode (vanaf. ca 1984 zijn met deze decoders ook vanaf de fabriek uitgerust)
Motorola 2 of MM2
Met de behoefte aan meer functionaliteit verscheen het protocol MM2. Hiervoor was een verniewde centrale en ook een vernieuwde decoder nodig. Met de komst van de centrale 6021 waren nu maximaal 5 functie mogelijk. De bijbehorende decoders zijn o.a. 60901 en 60902.
MFX
Nog meer functionaliteit bieden de mfx (en mfx+) decoders van Märklin. Deze zijn geïntroduceerd als Märklin Systems. Nu kunnen tot ca. 16 functies worden gebruikt, waarvan Märklin helaas niet bij alle loks gebruik maakt.
DCC
DCC staat eigenlijk voor Digital Command Control, en is van oorsprong de tweerail-variant van Lenz. Door de NMRA (de amerikaanse club van modelspoorders) is dit protocol al snel geaccepteerd en genormaliseerd, waarmee een algemeen bruikbare standdaard is ontstaan. In Europa wordt het steeds meer gebruikt. Fabrikanten als Ühlenbrock, ESU, Viessman, TAMS, Lenz, Zimo (en vele andere) maken er gebruik van. Ook Märklin heeft de belangstelling ontdekt e maakt nu ook DCC-geschikte decoders (en centrales). Bij DCC is op dit moment het functie bereik 28 functies. Bovendien laat DCC zich relatief gemakkelijk programmeren.
En dus ....
Wanneer je simpel wilt instappen in de digitale wereld van Märklin is een standaard digitale lok als een prima opstap. De meeste aangeboden (nieuwere) modellen worden inmiddels digitaal door Märklin geleverd (m.u.v. de series beginnend met 30, 31).
Om te kunnen rijden is een eenvoudige centrale als de MS 1 of MS 2 vaak al voldoende. Hiermee kun je maximaal 10 lokadressen selecteren, beperkt programmeren. Alleen het aantal gelijktijdig te rijden treinen is beperkt tot 1 a 2.
Digitaal bedienen
Uiteraard wil je de wissels en eventuele seinen gaan bedienen. Dit kan ook bij digitaal rijden nog steeds analoog met de bekende blauwe (7072) of witte kastjes (70720 / 70721) of een zelfgebouwd paneel.
Wat luxer wordt het door ook hier digitaal te gaan. Je hebt daarvoor per wissel een zg. wisseldecoder nodig. Märklin maakt enkelvoudige decoders voor wissels (o.a. 74xxx) maar ook viervoudige decoders zoals de 6083, 60831 en 60832. Wisseldecoders zijn ook bij andere fabrikanten leverbaar met globaal dezelfde functionaliteit. Zie ook het artikel over wisseldecoders.
Bedienen van wissels
Bij wissels kan de bediening van het wissel zelf met tweespoelige relais plaatsvinden (d.i. standaard Märklin", maar ook met wisselmotoren of servo's'. Voor de gewone wisselbediening volstaan zg. wisseldecoders zoals de 6083-familie. Deze geven een korte puls waarmee het wissel wordt omgezet. Aansluiten van het wissel loopt via de blauwe en gele draden van het wissel naar de betreffende bussen van het wissel.
Wissels die bediend worden met motoren en/of servo's worden aangestuurd met continue spanning. Hiervoor zijn zg. schakeldecoders (zoals de 6084-serie) ontwikkeld. Hierbij zijn soms nog hulpschakelingen nodig. Zie deze pagina voor meer informatie.
Bedienen van seinen
Het wordt weer wat complexer. Er bestaan seinen met een stopfunctie en seinen met uitsluitend visuele seinfunctie. Bovendien kennen we ook nog armseinen en lichtseinen. De oudste serie Märklin-seinen (70-serie en 72-serie) laten zich gewoon aansluiten met een wisseldecoder van het type 6083. Voor de nieuwere serie seinen (74-serie) zijn de M83/M84-decoder de aangewezen weg.
Motorola ,MFX of DCC
Ook hier is er een keuzemogelijkheid voor Motorola / MFX of DCC. Het oude Märklin Digital werkt met de 6083/6084-decoders gewoon onder MM1 of MM2. Bij Märklin Systems werken de oudere decoders met MM2, de nieuwste met MFX of DCC. Het verschil tussen MFX of DCC moet je in de centrale aangeven.
En dus ...
Wanneer je wilt instappen in digitaal bedienen van seinen en wissels van Märklin is de keus niet gemakkelijk. Heb je een MS2, CS1 of CS2-centrale dan staan alle wegen voor je open. De MS2 heeft daarin wel zijn beperkingen. Met de MS1 kun je GEEN wissels en seinen bedienen. Heb je nog een oudere centrale zoals de 6020, 6021, 6022, dan kun je met de nieuwste componenten starten, maar mis je enige functionaliteit. De oudere componenten zijn overigens gewoon bruikbaar. Heb je een delta-centrale dan is het een kwestie van "jammer dan" of de keuze voor analoge bediening.
Voor de niet-Märklin centrale moet je per geval bepalen wat de mogelijkheden zijn.
Digitaal Besturen
- wordt vervolgd **
- aanvullingen en correcties welkom **
John