Modelspoor schaalgroottes: verschil tussen versies
(→Lijst van modelspoorschalen: Schalen uitgebreid) |
(fix "N") |
||
Regel 27: | Regel 27: | ||
{| class="wikitable" | {| class="wikitable" | ||
− | ! colspan="4" | | + | ! colspan="4" | Modelspoorschalen |
|- | |- | ||
! Naam | ! Naam | ||
! Schaal | ! Schaal | ||
! Spoorbreedte | ! Spoorbreedte | ||
− | ! | + | ! Voorbeeldgrootte en opmerkingen |
|- | |- | ||
|ll ||1:22,5 ||64 mm ||normaalspoor 1435 mm "spoor G", geschikt als tuinspoor | |ll ||1:22,5 ||64 mm ||normaalspoor 1435 mm "spoor G", geschikt als tuinspoor | ||
Regel 85: | Regel 85: | ||
|- | |- | ||
|H0n3 ||1:87 ||10,5 mm ||Smalspoor 914,4 mm Amerikaans | |H0n3 ||1:87 ||10,5 mm ||Smalspoor 914,4 mm Amerikaans | ||
− | |||
− | |||
|- | |- | ||
|N(Fine Scale) ||1:152,4 ||9,42 mm ||Normaalspoor 1435 mm, Engels N spoor betere verhoudingen | |N(Fine Scale) ||1:152,4 ||9,42 mm ||Normaalspoor 1435 mm, Engels N spoor betere verhoudingen | ||
|- | |- | ||
− | | | + | |N ||1:148 ||9 mm ||Normaalspoor 1435 mm, Engels N spoor verkeerde verhoudingen |
|- | |- | ||
|Nm ||1:160 ||6,5 mm ||Smalspoor 1000 mm | |Nm ||1:160 ||6,5 mm ||Smalspoor 1000 mm | ||
Regel 117: | Regel 115: | ||
|- | |- | ||
|Zm ||1:220 ||4,5 mm ||Smal- of meterspoor modellen | |Zm ||1:220 ||4,5 mm ||Smal- of meterspoor modellen | ||
− | |||
|} | |} | ||
− | |||
− | |||
[[Categorie:Modellen]] | [[Categorie:Modellen]] |
Versie van 26 mei 2020 11:41
Modelspoor Schaalgroottes
Historie over modelspoor schalen
De eerste modelspoorbanen waren niet ontworpen op een bepaalde schaal maar meer bedoeld als speelgoed en als een miniatuur presentaties van het originele prototypes. Uiteindelijk groeide de echtheid van modellen en de voordelen van normalisatie werden duidelijker.
Het belangrijkste en meest elementaire gebied van de normalisatie werd de modelspoorbreedte. Bepaalde maten werden een normfactor in knutselaars- en fabrikanten kringen. De eerste officieuze standaard maten maakten uitwisselbaarheid mogelijk, maar de modellen van het rollend materiaal was slechts een ruwe benadering van het full-scale prototype. Uiteindelijk werden de normen van de officieuze specifieke schalen van de fabrikanten vastgelegd en goedgekeurd door normalisatie-instituten voor modelspoor zoals de MOROP en de NMRA. Vóór de Tweede Wereldoorlog, waren deze echter, ondanks de bestaande schaal en de profielnormen, heel vaak slecht toegepast in ontwerp en fabricageprocessen door de commerciële fabrikanten.
De overeenstemming volgens de schaalnormen groeide sterk in de jaren 1950 en 1960 toen veel nieuwe modelspoor fabrikanten zijn geboren voor wie “het overeenstemmen met de standaard” van vitaal belang was. Voor de meeste gestandaardiseerde modelspoorbaan schalen, wordt de nominale schaal verhouding niet systematisch toegepast op alle componenten van een schaalmodel. Normaal gesproken zijn er specifieke ontwerp richtlijnen (normen) voor alle schalen waar zij betrekking op hebben. Betrouwbaarheid van de werking vereist echter dat bepaalde onderdelen oversized gemaakt moeten worden. Een typisch voorbeeld zijn de wielflenzen, die moeten proportioneel hoger gemaakt worden bij kleinere schalen om ervoor te zorgen dat de lichtere en kleinere modellen niet gemakkelijk zullen ontsporen.
Voorbeeld: zou een flens van het schaalwiel van Z , zoals die in NEM standaard wordt bepaald, ongeveer 9% van de schaal van de nominale standaardmaat (6.5 mm/0.256 binnen) moeten zijn, terwijl de zelfde norm slechts 5% voor 45 mm (1.772 binnen) standaardmaat van schaal 1 geeft.
Hoewel de normen die de nadruk leggen op operationele betrouwbaarheid de meeste gebruikers en industrie tevreden stellen, hebben bepaalde toegewijde hobby modelbouwers, die ontevreden waren met de schaal onnauwkeurigheid, alternatieve schaalnormen ontwikkelt waar het prototype aandeel in hoge mate gehandhaafd worden. Deze alternatieve normen worden “finescale” normen genoemd. Finescale normen zijn modelspoorbaan normen die bedoeld zijn om de afmetingen van het grootspoortype zo dicht mogelijk te benaderen. Het hanteren van finescale normen beperkt zich tot zeer kritische hobbyisten, omdat per definitie finescale modelbanen over het algemeen minder betrouwbaar en duurder zijn om te produceren, waardoor ze minder geschikt zijn voor massaproductie.
Combinaties van verschillende schalen
Het is mogelijk om verschillende schalen te combineren, speciaal om het effect van diepte te creëren. Schalen die kort bij elkaar liggen zijn soms slecht met het blote oog te onderscheiden. Een voorbeeld hiervan is een toeschouwer die een 1:43 schaal model van een auto naast een 1:48 schaal model van een trein ziet staan. Een aantal voorbeelden van schaal combinaties zijn onder andere:
- door in de achtergrond van een modelbaan op H0 schaal een N modeltrein te laten rijden creëren we een diepte werking.
- een combinatie van de schalen 1:43, 1:48 en 1:50 die-cast modellen met 0 schaal model treinen.
- het gebruik van Matchbox auto’s (1:64 en 1:100) met H0 schaal en S schaal.
- Ongeordende lijstcombinatie van Britse 00 schaal model treinen met H0 schaal modellen.
- het gebruik van 1:144 schaal die-cast modellen met H schaal.
Lijst van modelspoorschalen
Hier is een lijst van schaalverhoudingen welke in de spoorwegmodelbouw gebruikt worden of in gebruik geweest zijn.
Modelspoorschalen | |||
---|---|---|---|
Naam | Schaal | Spoorbreedte | Voorbeeldgrootte en opmerkingen |
ll | 1:22,5 | 64 mm | normaalspoor 1435 mm "spoor G", geschikt als tuinspoor |
llm | 1:22,5 | 45 mm | smalspoor 1000 mm meestal LGB maar ook Piko, geschikt als tuinspoor |
lle of SM-32 | 1:22,5 | 32 mm | smalspoor 750 mm, geschikt als tuinspoor |
llf | 1:22,5 | 22,5 mm | Veldspoor 500 - 600 mm, geschikt als tuinspoor |
G | 1:29 | 45 mm | normaalspoor, veel USA, ook Duits, geschikt als tuinspoor |
Gn15 | 1:20,3 -1:24 | 16,5 mm | smalspoor, G-schaal op H0-spoor |
I | 1:32 | 45 mm | Normaalspoor 1435 mm Märklin is een belangrijke fabrikant voor deze schaal |
Im | 1:32 | 32 mm | Normaalspoor 1000 mm |
Ie | 1:32 | 22 mm | smalspoor 750 mm |
0 | 1:43,5 | 32 mm | Normaalspoor 1435 mm Vooral in Groot Britanië, Frankrijk en Duitsland gebruikte verhouding. Vooral zelfbouw |
0 | 1:45 | 32 mm | Normaalspoor 1435 mm Europese norm voor schaal 0. Vooral gebruikt bij zelfbouw |
0m | 1:45 | 22 mm | Smalspoor 1000 mm in 0 (Europees) ook wel meterspoor genoemd |
0f | 1:45 | 16,5 mm | Veldspoor 500 - 600 mm |
00 | 1:76 | 16,5 mm | Normaalspoor 1435 mm In Engelse schaal spoor Nul-Nul het belagrijkste merk in Hornby |
009 | 1:76 | 9 mm | Engels smalspoor 609,6 mm |
00(schaal EM) | 1:76,2 | 18,3 mm | Normaalspoor 1435 mm |
00(schaal four) | 1:76,2 | 18,3 mm | Normaalspoor 1435 mm |
0n2 | 1:48 | 13 mm | Smalspoor 609,6mm, 609,6 mm is 3 voet (Amerikaans) |
0n3 | 1:48 | 19,5 mm | Smalspoor 914,4 mm (Amerikaans) |
0n30 | 1:48 | 16,5 mm | Smalspoor (voorbeeld 2½ voet ofwel 30 inch) in schaal 0 (Amerikaans) |
H0 | 1:87 | 16,5 mm | Meest voorkomende schaal |
H0m | 1:87 | 12 mm | Smalspoor, zelfde spoorwijdte als TT |
H0e | 1:87 | 9 mm | Smalspoor, zelfde spoorwijdte als N |
H0f | 1:87 | 7 mm/6,5 mm | Smalspoor, zelfde spoorwijdte als Z |
H0n2 | 1:87 | 7,2 mm | Smalspoor 609,6 mm Amerikaans |
H0n3 | 1:87 | 10,5 mm | Smalspoor 914,4 mm Amerikaans |
N(Fine Scale) | 1:152,4 | 9,42 mm | Normaalspoor 1435 mm, Engels N spoor betere verhoudingen |
N | 1:148 | 9 mm | Normaalspoor 1435 mm, Engels N spoor verkeerde verhoudingen |
Nm | 1:160 | 6,5 mm | Smalspoor 1000 mm |
Nn3 | 1:160 | 6,5 mm | Smalspoor 914,4 mm Amerikaans |
S | 1:64 | 22 mm | Normaalspoor 1435 mm Wordt hoofdzakelijk in de Amerika gebruikt |
Sn | 1:64 | 14,6 mm | Smalspoor 914,4 mm Amerikaans |
T/HZ | 1:450 | 3 mm | In Japan: T, In Europa : Half-Z, of Z nog niet klein genoeg is |
TT | 1:102 | 12 mm | Smalspoor 1435 mm, Engelse variant |
TT | 1:120 | 12 mm | Vooral populair in de voormalige DDR |
TTe | 1:120 | 6,5 mm | Smalspoor 750 mm |
TTf | 1:120 | 5,5 mm | Veldspoor 500 - 600 mm |
TTm | 1:120 | 9 mm | Smalspoor 1000 mm |
Z | 1:220 | 6,5 mm | Märklin (v.a. 1972) en Micro Trains |
Zf | 1:220 | 2,75 mm | Veldspoor 500 - 600 mm |
Zm | 1:220 | 4,5 mm | Smal- of meterspoor modellen |