Schakeldecoder: verschil tussen versies
k |
(red.) |
||
(11 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | + | Schakeldecoders zijn hoofdzakelijk bedoeld voor het in- en uitschakelen van verbruikers. | |
+ | Men noemt het een decoder omdat deze net als een loc- of wisseldecoder reageert op commando’s van een digitaal systeem.<br> | ||
+ | Een schakeldecoder wordt onder de baan gemonteerd. Met een normale schakeldecoder worden relais met potentiaalvrije omschakelcontacten aangestuurd. Het moedercontact van het relais wordt of met de ene of met de andere aansluiting verbonden. Hierdoor kunnen we bijvoorbeeld perronverlichting in-/uitschakelen, overwegen bedienen, lichtseinen aansturen enz. Het toepassingsgebied is zeer ruim. | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
Met een schakeldecoder kunnen normaal 4 relais met omschakelcontacten aangestuurd worden. | Met een schakeldecoder kunnen normaal 4 relais met omschakelcontacten aangestuurd worden. | ||
+ | Schakeldecoders zijn er voor DCC en Motorola. Moderne schakeldecoders zijn multiprotocol decoders en kunnen beide protocollen DCC (2048 adressen) en MM (320 adressen). De meest bekende is wel de [[Märklin 6084 60841 Schakeldecoder|Märklin K84 decoder]]. Het instellen van het adres kan op verschillende manieren. Bij de ene decoder middels dipswitches, bij de andere decoder softwarematig. | ||
− | + | ===Uitvoeringen=== | |
− | |||
− | |||
Schakeldecoders zijn er in meerdere uitvoeringen. | Schakeldecoders zijn er in meerdere uitvoeringen. | ||
+ | * Met monostabiele relais. Hierbij verliezen de decoders hun informatie (ingestelde stand) indien de spanning wegvalt. Ze komen dan terug in hun ruststand. | ||
+ | * Met bistabiele relais. Hierbij blijft de laatst ingestelde stand behouden indien de spanning wegvalt. Dit heeft hetzelfde effect als de ouderwetse seinen met elektromagnetische aandrijving. Het geheugen zit als het ware in het relais. | ||
+ | * Met transistor-uitgangen zoals bijvoorbeeld bij de [[ESU SwitchPilot 51800]] | ||
+ | De uitgangen kunnen hier als duur, impuls, bistabiele impuls en knipperlicht geconfigureerd worden. | ||
− | + | ===Aansluiten=== | |
− | + | Omdat de schakeldecoder commando’s van het digitale systeem krijgt is het logisch dat deze op de railspanning wordt aangesloten. Overigens is het ook mogelijk om de decoder rechtstreeks op het digitaal systeem (centrale) aan te sluiten. Verder is er altijd een externe stroomvoorziening nodig voor het schakelen van de aangesloten verbruikers die op de uitgangen zijn aangesloten. | |
− | + | ===Opmerking=== | |
− | + | Sluit een decoder altijd op de juiste manier aan: de rode en bruine aansluitingen van de decoder aan de rode resp. bruine aansluiting van de rails of centrale. | |
− | + | ===Decoderleveranciers=== | |
− | + | * [http://www1.conrad.nl/ Conrad] | |
− | + | * [http://www.esu.eu/startseite/ ESU] | |
+ | * [http://www.ldt-infocenter.com/ Littfinski] | ||
+ | * [http://www.maerklin.de/de/ Márklin] | ||
+ | * [http://www.tams-online.de/htmls/aktuell.html TAMS] | ||
+ | * [http://www.uhlenbrock.de/ Uhlenbrock] | ||
+ | * [http://www.viessmann-modell.com/ Viessmann] | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
Schakeldecoders zijn zowel kant en klaar als in bouwpakket te koop. | Schakeldecoders zijn zowel kant en klaar als in bouwpakket te koop. | ||
− | + | [[Categorie:Decodertoepassingen]] | |
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− |
Huidige versie van 20 jun 2020 om 23:25
Schakeldecoders zijn hoofdzakelijk bedoeld voor het in- en uitschakelen van verbruikers.
Men noemt het een decoder omdat deze net als een loc- of wisseldecoder reageert op commando’s van een digitaal systeem.
Een schakeldecoder wordt onder de baan gemonteerd. Met een normale schakeldecoder worden relais met potentiaalvrije omschakelcontacten aangestuurd. Het moedercontact van het relais wordt of met de ene of met de andere aansluiting verbonden. Hierdoor kunnen we bijvoorbeeld perronverlichting in-/uitschakelen, overwegen bedienen, lichtseinen aansturen enz. Het toepassingsgebied is zeer ruim.
Met een schakeldecoder kunnen normaal 4 relais met omschakelcontacten aangestuurd worden. Schakeldecoders zijn er voor DCC en Motorola. Moderne schakeldecoders zijn multiprotocol decoders en kunnen beide protocollen DCC (2048 adressen) en MM (320 adressen). De meest bekende is wel de Märklin K84 decoder. Het instellen van het adres kan op verschillende manieren. Bij de ene decoder middels dipswitches, bij de andere decoder softwarematig.
Uitvoeringen
Schakeldecoders zijn er in meerdere uitvoeringen.
- Met monostabiele relais. Hierbij verliezen de decoders hun informatie (ingestelde stand) indien de spanning wegvalt. Ze komen dan terug in hun ruststand.
- Met bistabiele relais. Hierbij blijft de laatst ingestelde stand behouden indien de spanning wegvalt. Dit heeft hetzelfde effect als de ouderwetse seinen met elektromagnetische aandrijving. Het geheugen zit als het ware in het relais.
- Met transistor-uitgangen zoals bijvoorbeeld bij de ESU SwitchPilot 51800
De uitgangen kunnen hier als duur, impuls, bistabiele impuls en knipperlicht geconfigureerd worden.
Aansluiten
Omdat de schakeldecoder commando’s van het digitale systeem krijgt is het logisch dat deze op de railspanning wordt aangesloten. Overigens is het ook mogelijk om de decoder rechtstreeks op het digitaal systeem (centrale) aan te sluiten. Verder is er altijd een externe stroomvoorziening nodig voor het schakelen van de aangesloten verbruikers die op de uitgangen zijn aangesloten.
Opmerking
Sluit een decoder altijd op de juiste manier aan: de rode en bruine aansluitingen van de decoder aan de rode resp. bruine aansluiting van de rails of centrale.
Decoderleveranciers
Schakeldecoders zijn zowel kant en klaar als in bouwpakket te koop.