Gebruiker:Ermindewinkel/Kladblok: verschil tussen versies

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
 
(122 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 4: Regel 4:
 
| <center><small>Ermin</small></center>
 
| <center><small>Ermin</small></center>
 
|}
 
|}
 +
== Uitbreiding geometrie ==
 +
=== banen ===
 +
Voorbeelden van banen
 +
<gallery  perrow="1" widths="600" heights="300">
 +
Bestand:Twee_ovalen_met_keerlussen.png|Twee ovalen met keerlussen op twee niveaus
 +
Bestand:Hondebot.png|Dubbelsporig hondebot
 +
Bestand:Station_met_twee_keerlussen.png|Vier sporig station met aan elke zijde een keerlus
 +
</gallery>
  
== '''Mogelijke nieuwe pagina's''' ==
+
== Werken in de praktijk: ==
 +
=== locs ===
 +
=== digitaal ===
 +
=== toebehoor ===
 +
=== scenery ===
 +
Huisjes, bruggen en andere zaken worden in gelimiteerde hoeveelheden en verscheidenheid door verschillende fabrikanten geleverd.
 +
Voor meer speciaal spul in gelimiteerde oplage bestaan enkele gespecialiseerde bedrijven.
 +
Zelfbouw is een optie. 3D printen is een mogelijkheid. Een andere is het (zelf) maken van bouwplaten. Uiteraard zijn bouwplaten niet gedetailleerd, maar als detail minder belangrijk is, is het een interessante optie. In ieder geval bent u alleen gelimiteerd door uw eigen fantasie.
 +
==== standaard scenery ====
 +
==== speciale uitgaven ====
 +
==== 3D printen (commercieel) ====
 +
==== 3D printen (zelf doen) ====
 +
==== bouwplaten (commercieel) ====
 +
==== bouwplaten (zelf doen) ====
 +
 
 +
=== baan ===
 +
==== afmetingen ====
 +
===== Perron =====
 +
[[Bestand:Zrail_Perron_afmetingen.png|thumb|Bovenaanzicht van een simpel perron]]
 +
[[Bestand:Zrail_Afmetingen_perron_dwarsdoorsnede.png|thumb|Dwarsdoorsnede van een typisch perron]]
 +
Bovenop de grondplaat, hiernaast in rood weergegeven, komt de rail te liggen. In de tekening is geen rekening gehouden met een railbed. Dat komt er eventueel nog bij.
 +
 
 +
Een goederenplatform is typisch 9 mm hoog, en ligt 9 mm vanaf de hartlijn van de rail.
 +
 
 +
Rails liggen 50 mm uit elkaar (hart-afstand). De hoogte van de rails is 3 mm, inclusief de biels en exclusief het railbed.
  
== Mogelijke nieuwe help-klasse ==
+
Een centraal platform is normaal 32 mm breed en 7 mm hoog. De overkapping is 27 mm hoog, inclusief de hoogte het platform. De breedte van de kap is 30 mm, 2 mm smaller dan het platform. De zijden van het platform ligt evenals bij een goederenplatform 9 mm vanaf de hartlijn van de rail.
How to's: (Hoe doe ik dit)
 
=== Het isoleren van rails ===
 
Het isoleren van de railstaven kan nodig zijn voor verschillende redenen:
 
# Het maken van een bloksysteem voor analoog of digitaal
 
# Het scheiden van de polen bij een keerlus
 
# Op grote banen is het mogelijk dat de stroombron onvoldoende ampères levert (stroomopname per loc is ca 500 mA). In dat geval dient de baan in verschillende secties met elk een stroombron gesplitst te worden. Meerdere trafo's parallel schakelen is geen goede oplossing. De stroom door de rails wordt bij elke loc ca 500 mA hoger, waardoor de rail warm kan worden. Verder, als de spanning van de trafo's ongelijk is kan er een lekstroom gaan lopen, die een (gedeeltelijke) kortsluiting kan veroorzaken.
 
(noot: bij wisselstroom, geen Z dus, is dit nóg belangrijker. Verschillende wisselstroom trafo's hebben maar zelden een gelijke uitgangsfase, waardoor kortsluitstromen vrijwel onvermijdbaar zijn)
 
  
==== Het isoleren volgens de Märklin methode: ====
+
De afmetingen zijn voor een rechte rail. Worden gebogen rails gebruikt worden de afstanden tot de rail groter, afhankelijk van de diameter van de bocht, en de gebruikte wagons. Lange D-trein wagons hebben meer ruimte nodig dan korte 2-assige goederen wagons.
[[Bestand:ZDiversen_railuiteinde.png|rechts|300px|Railuiteinde]]
+
<br style="clear:both" />
Pak met een een zeer fijn tangetje het lipje van de mof beet, en trek deze voorzichtig van de rail. Pas op dat de rail niet ten opzichte van de biels verschuift.
+
===== met bovenleiding =====
Snij de plastic mof af, naar keuze enkelzijdig of dubbelzijdig. Bij dubbelzijdige isolatie moet uiteraard de mof van beide rails worden verwijderd. Schuif de mof op de rail, en plaats de volgende rail tegen de mof.
+
===== zonder bovenleiding =====
  
De verbinding met plastic moffen is veel minder degelijk dan met stalen moffen. De rails dienen daarom zeer goed gefixeerd te worden.  
+
===== Begrenzingen volgens NEM 102 =====
 +
Buitenafmetingen van voertuigen op rechte rails
 +
===== Begrenzingen volgens NEM 103 =====
 +
Buitenafmetingen van voertuigen op gebogen rails
 +
===== Begrenzingen volgens NEM 301 =====
 +
Buitenafmetingen van voertuigen op rechte rails met lage pantograaf
 +
===== Schema voor afmetingen op verschillende niveaus =====
 +
 
 +
==== stijgingen ====
 +
[[Bestand:Zrail steiging glooiend.png|thumb|Glooiende helling maximale stijging 4,5%]]
 +
[[Bestand:Zrail steiging volgens Märklin.png|thumb|Helling volgens Märklin specificaties, 2,5%]]
 +
[[Bestand:Zrail Steigingspiraal volgens Märklin.png|thumb|3D aanzicht van een stijgspiraal volgens Märklin specificaties, 2,5%]]
 +
[[Bestand:Zrail Steigingspiraal 4 procent zijaanzicht.png|thumb|Zijaanzicht van een 4% stijgspiraal]]
 +
[[Bestand:Zrail Steigingspiraal 4 procent.png|thumb|3D aanzicht van een 4% stijgspiraal]]
 +
Stijgingen zijn in principe niet veel anders dan bij andere schalen. Door Märklin wordt maximaal 2,5% aangehouden (mini-club-Praxis van Karl Albrecht). Bij een doorrijhoogte van 40mm geeft dit maar liefst een raillengte van 1,6 meter. Voor een Z-baantje een gigantische afstand. Een stijgspiraal wordt dan haast noodzakelijk.
 +
 
 +
In de praktijk wordt echter de soep niet zo heet gegeten. In Z prevaleren meest de kleinere oppervlakten, waardoor ook de treinlengtes beperkt blijven. Hier van uitgaande kunnen de locomotieven stijgingspercentages van 5% bereiken. Het dubbele dus van wat aanbevolen, waardoor de raillengte gehalveerd kan worden. De kleinere locs kunnen het hiermee zwaar hebben. Het probleem is gewoonlijk de tractie. Hoe meer wielen, hoe meer tractie, net als in het echt. Z-locs hebben standaard geen antislip wielen, hoewel ze wel daarmee uitgerust kunnen worden. In de praktijk kunnen gewone e-locs met wielschema B0-B0 (8 aangedreven wielen) en 4 D-trein wagons erachter zo'n 5% helling best halen. Maak zo'n helling echter niet te lang. Het motortje krijgt wel op z'n duvel op die manier.
 +
 
 +
Een helling zal maar zelden precies een percentage zijn. Zorg ervoor dat je naar beneden afrond.
 +
 
 +
Met antislip wielen eronder zijn veel grotere hellingen bereikbaar. Of dat goed is voor de motor op de lange duur is te betwijfelen. Een negatief effect van de antislip wielen is natuurlijk de stroomopname, altijd een heikel punt bij Z.
 +
 
 +
Wat wél belangrijk is, is de aanloop naar een helling. Als de baan abrupt van horizontaal naar een helling overgaat, is het mogelijk dat precies op de knik de wagons ontkoppelen. Het is daarom beter, en ook natuurgetrouwer, om een helling geleidelijk aan te vangen: eerst 1%, de volgende rail 2%, daarna 3%, enzovoorts, totdat de maximale stijging bereikt is. Bij een stijgingsspiraal is het aan te bevelen om de aanloop buiten de spiraal te laten beginnen. De hoogte boven de spoortjes kan bij een niet te grote stijging te laag worden, zeker als bovenleiding gebruikt wordt (zie de afbeelding rechts "''3D aanzicht van een stijgspiraal volgens Märklin specificaties''". Het is natuurlijk altijd mogelijk om de spiraal te vergroten, maar dat is niet altijd een optie.
 +
 
 +
Overigens kloppen de door Märklin geleverde peilers niet met het aanbevolen stijgingspercentage. De [[Gebruiker:Ermindewinkel/Märklin Z-spoor hulpmateriaal#Peilers|peilers van Märklin]] geven bij gebruik van rechte rails (110mm) 3,6% stijging. Indien u toch Märklin peilers wilt gebruiken kunt u deze uiteraard inkorten tot de gewenste hoogte.
 +
 
 +
De afbeeldingen rechts zijn gemaakt met behulp van Wintrack 9.0 3D.
 +
<br style="clear:both" />
 +
 
 +
==== geluidsreductie ====
 +
 
 +
=== DO's and DON'Ts ===
  
Zie <span style="background-color:aqua;">Het fixeren van rails</span>
 
Om de isolatie ongedaan te maken kan de stalen mof teruggeplaatst worden
 
== Werken in de praktijk: ==
 
*  rails
 
**  isolatie
 
*  locs
 
*  digitaal
 
*  toebehoor
 
*  scenery
 
*  baan
 
**  afmetingen
 
**  DO's and DON'Ts
 
*  aanbevolen gereedschap
 
 
== Onderhoud ==
 
== Onderhoud ==
*    Hoe sloop ik een locomotief uit elkaar? (vervanging koolborstels, lampjes, etc.)
+
=== Hoe sloop ik een locomotief uit elkaar? (vervanging koolborstels, lampjes, etc.) ===
*    Hoe sloop ik wissels?
+
 
*    Hoe voorkom ik roest op de rails
 
 
== Ombouw, inbouw ==
 
== Ombouw, inbouw ==
*    Hoe bouw ik verlichting in d-trein rijtuigen (heb een paar setjes van Paßmann liggen)
+
=== Hoe bouw ik verlichting in d-trein rijtuigen (heb een paar setjes van Paßmann liggen) ===
*    Inkorten/ op maat maken van rails
+
 
 +
<br style="clear:both" />
 +
 
 +
== Zelfbouw van ==
 +
* Brugpeilers
 +
* Bedding
 +
* Opritten en bruggen
 +
* railbedding
 +
 
 
== Digitaal ==
 
== Digitaal ==
 
*    Het inbouwen
 
*    Het inbouwen
 
*    Het gebruik van digitale besturing (Ik gebruik zelf Rautenhaus)
 
*    Het gebruik van digitale besturing (Ik gebruik zelf Rautenhaus)
 
== Andere makers ==
 
== Andere makers ==
*    Overeenkomsten en verschillen met Microtrains (Dit zal mogelijk enige reclame kunnen bevatten.)
+
*    Overeenkomsten en verschillen met Microtrains, Rokuhan en anderen (Dit zal mogelijk enige reclame kunnen bevatten.)
 +
* Scenery van Faller, Noch, Kibri en anderen
 +
* Bruggen
 +
* Seinen
 +
 
 
== achtergronden ==
 
== achtergronden ==
 +
[[Bestand:Lokomotiven BR103 H0 Z 01.jpg|thumb|260px|right|Model van een locomotief van type BR 103 van de Deutsche Bahn. De achterste lok is schaal H0, daarvoor staat dezelfde lok in schaal Z.]]
 
*    Mogelijk een artikel over de geschiedenis van Miniclub/Z-scale
 
*    Mogelijk een artikel over de geschiedenis van Miniclub/Z-scale
 +
Deze afbeelding toont het verschil tussen een H0 en een Z locomotief  (BR 103 van de Deutsche Bahn)
 +
 +
[[Bestand:Loc in luciferdoos.png|thumb|260px|left|Een locomotief van Z past letterlijk in een lucifersdoosje]]
 +
  
 
<!-- Extra artikelen -->
 
<!-- Extra artikelen -->

Huidige versie van 6 apr 2013 om 09:21

In Bewerking !
Ermin

Uitbreiding geometrie

banen

Voorbeelden van banen

Werken in de praktijk:

locs

digitaal

toebehoor

scenery

Huisjes, bruggen en andere zaken worden in gelimiteerde hoeveelheden en verscheidenheid door verschillende fabrikanten geleverd. Voor meer speciaal spul in gelimiteerde oplage bestaan enkele gespecialiseerde bedrijven. Zelfbouw is een optie. 3D printen is een mogelijkheid. Een andere is het (zelf) maken van bouwplaten. Uiteraard zijn bouwplaten niet gedetailleerd, maar als detail minder belangrijk is, is het een interessante optie. In ieder geval bent u alleen gelimiteerd door uw eigen fantasie.

standaard scenery

speciale uitgaven

3D printen (commercieel)

3D printen (zelf doen)

bouwplaten (commercieel)

bouwplaten (zelf doen)

baan

afmetingen

Perron
Bovenaanzicht van een simpel perron
Dwarsdoorsnede van een typisch perron

Bovenop de grondplaat, hiernaast in rood weergegeven, komt de rail te liggen. In de tekening is geen rekening gehouden met een railbed. Dat komt er eventueel nog bij.

Een goederenplatform is typisch 9 mm hoog, en ligt 9 mm vanaf de hartlijn van de rail.

Rails liggen 50 mm uit elkaar (hart-afstand). De hoogte van de rails is 3 mm, inclusief de biels en exclusief het railbed.

Een centraal platform is normaal 32 mm breed en 7 mm hoog. De overkapping is 27 mm hoog, inclusief de hoogte het platform. De breedte van de kap is 30 mm, 2 mm smaller dan het platform. De zijden van het platform ligt evenals bij een goederenplatform 9 mm vanaf de hartlijn van de rail.

De afmetingen zijn voor een rechte rail. Worden gebogen rails gebruikt worden de afstanden tot de rail groter, afhankelijk van de diameter van de bocht, en de gebruikte wagons. Lange D-trein wagons hebben meer ruimte nodig dan korte 2-assige goederen wagons.

met bovenleiding
zonder bovenleiding
Begrenzingen volgens NEM 102

Buitenafmetingen van voertuigen op rechte rails

Begrenzingen volgens NEM 103

Buitenafmetingen van voertuigen op gebogen rails

Begrenzingen volgens NEM 301

Buitenafmetingen van voertuigen op rechte rails met lage pantograaf

Schema voor afmetingen op verschillende niveaus

stijgingen

Glooiende helling maximale stijging 4,5%
Helling volgens Märklin specificaties, 2,5%
3D aanzicht van een stijgspiraal volgens Märklin specificaties, 2,5%
Zijaanzicht van een 4% stijgspiraal
3D aanzicht van een 4% stijgspiraal

Stijgingen zijn in principe niet veel anders dan bij andere schalen. Door Märklin wordt maximaal 2,5% aangehouden (mini-club-Praxis van Karl Albrecht). Bij een doorrijhoogte van 40mm geeft dit maar liefst een raillengte van 1,6 meter. Voor een Z-baantje een gigantische afstand. Een stijgspiraal wordt dan haast noodzakelijk.

In de praktijk wordt echter de soep niet zo heet gegeten. In Z prevaleren meest de kleinere oppervlakten, waardoor ook de treinlengtes beperkt blijven. Hier van uitgaande kunnen de locomotieven stijgingspercentages van 5% bereiken. Het dubbele dus van wat aanbevolen, waardoor de raillengte gehalveerd kan worden. De kleinere locs kunnen het hiermee zwaar hebben. Het probleem is gewoonlijk de tractie. Hoe meer wielen, hoe meer tractie, net als in het echt. Z-locs hebben standaard geen antislip wielen, hoewel ze wel daarmee uitgerust kunnen worden. In de praktijk kunnen gewone e-locs met wielschema B0-B0 (8 aangedreven wielen) en 4 D-trein wagons erachter zo'n 5% helling best halen. Maak zo'n helling echter niet te lang. Het motortje krijgt wel op z'n duvel op die manier.

Een helling zal maar zelden precies een percentage zijn. Zorg ervoor dat je naar beneden afrond.

Met antislip wielen eronder zijn veel grotere hellingen bereikbaar. Of dat goed is voor de motor op de lange duur is te betwijfelen. Een negatief effect van de antislip wielen is natuurlijk de stroomopname, altijd een heikel punt bij Z.

Wat wél belangrijk is, is de aanloop naar een helling. Als de baan abrupt van horizontaal naar een helling overgaat, is het mogelijk dat precies op de knik de wagons ontkoppelen. Het is daarom beter, en ook natuurgetrouwer, om een helling geleidelijk aan te vangen: eerst 1%, de volgende rail 2%, daarna 3%, enzovoorts, totdat de maximale stijging bereikt is. Bij een stijgingsspiraal is het aan te bevelen om de aanloop buiten de spiraal te laten beginnen. De hoogte boven de spoortjes kan bij een niet te grote stijging te laag worden, zeker als bovenleiding gebruikt wordt (zie de afbeelding rechts "3D aanzicht van een stijgspiraal volgens Märklin specificaties". Het is natuurlijk altijd mogelijk om de spiraal te vergroten, maar dat is niet altijd een optie.

Overigens kloppen de door Märklin geleverde peilers niet met het aanbevolen stijgingspercentage. De peilers van Märklin geven bij gebruik van rechte rails (110mm) 3,6% stijging. Indien u toch Märklin peilers wilt gebruiken kunt u deze uiteraard inkorten tot de gewenste hoogte.

De afbeeldingen rechts zijn gemaakt met behulp van Wintrack 9.0 3D.

geluidsreductie

DO's and DON'Ts

Onderhoud

Hoe sloop ik een locomotief uit elkaar? (vervanging koolborstels, lampjes, etc.)

Ombouw, inbouw

Hoe bouw ik verlichting in d-trein rijtuigen (heb een paar setjes van Paßmann liggen)


Zelfbouw van

  • Brugpeilers
  • Bedding
  • Opritten en bruggen
  • railbedding

Digitaal

  • Het inbouwen
  • Het gebruik van digitale besturing (Ik gebruik zelf Rautenhaus)

Andere makers

  • Overeenkomsten en verschillen met Microtrains, Rokuhan en anderen (Dit zal mogelijk enige reclame kunnen bevatten.)
  • Scenery van Faller, Noch, Kibri en anderen
  • Bruggen
  • Seinen

achtergronden

Model van een locomotief van type BR 103 van de Deutsche Bahn. De achterste lok is schaal H0, daarvoor staat dezelfde lok in schaal Z.
  • Mogelijk een artikel over de geschiedenis van Miniclub/Z-scale

Deze afbeelding toont het verschil tussen een H0 en een Z locomotief (BR 103 van de Deutsche Bahn)

Een locomotief van Z past letterlijk in een lucifersdoosje