Märklin 6631: verschil tussen versies
(+ "230 V") |
|||
Regel 12: | Regel 12: | ||
| Vermogen: || 30 VA <br/> | | Vermogen: || 30 VA <br/> | ||
|- | |- | ||
− | | Ingangsspanning (Primair): || 220 Volt (~) 50 Hz | + | | Ingangsspanning (Primair): || 220 Volt (~) 50 Hz<br>na 1991: 230 Volt |
|- | |- | ||
| Uitgangsspanning 0-B (Secundair) regelbaar: || 4-16/24 Volt AC (~) | | Uitgangsspanning 0-B (Secundair) regelbaar: || 4-16/24 Volt AC (~) | ||
Regel 21: | Regel 21: | ||
|- | |- | ||
| Bijzonderheden: || Alleen voor gebruik binnenshuis (droge ruimtes) | | Bijzonderheden: || Alleen voor gebruik binnenshuis (droge ruimtes) | ||
− | |||
|} | |} | ||
Regel 30: | Regel 29: | ||
* Lichtspanning (0 - L) : een constante 16 Volts wisselspanning (AC) geeft. | * Lichtspanning (0 - L) : een constante 16 Volts wisselspanning (AC) geeft. | ||
− | De behuizing is van plastic. De transformator stamt uit de periode dat in Nederland de netspanning nog 220 Volt was. De transformator is ondanks de huidige 230 Volts netspanning, nog steeds te gebruiken. Wel zal de transformator sneller warm worden en een verkorting van de levensduur hebben t.o.v. transformatoren die voor 230 Volt netspanning zijn ontworpen. | + | De behuizing is van plastic. De transformator stamt uit de periode dat in Nederland de netspanning nog 220 Volt was. De transformator is ondanks de huidige 230 Volts netspanning, nog steeds te gebruiken. Wel zal de transformator sneller warm worden en een verkorting van de levensduur hebben t.o.v. transformatoren die voor 230 Volt netspanning zijn ontworpen. Ook kan de te hoge uitgangsspanning defecten veroorzaken in sommige locdecoders. |
− | + | Sinds circa 1992 is de trafo - onder hetzelfde typenummer - geproduceerd voor een netspanning van 230 Volt.<ref>Bron: Märklin catalogus 1992/1993 pag. 219</ref> | |
+ | De Märklin 6631 transformator kan aangesloten worden als analoge rijtransformator voor 3-rail systemen en tevens als voeding van baanverlichting en het schakelen van magneetartikelen zoals wisselaandrijvingen en ontkoppelrails. De transformator is beveiligd tegen overbelasting. | ||
<br style="clear:both" /> | <br style="clear:both" /> | ||
− | == Aansluiten | + | == Aansluiten == |
− | [[Bestand:Märklin 6631-aansluitbussen.jpg|thumb|350px|right|<center>''' Märklin 6631 | + | [[Bestand:Märklin 6631-aansluitbussen.jpg|thumb|350px|right|<center>''' Märklin 6631 aansluitingen'''</center>]] |
De Märklin 6631 heeft secundair 4 aansluitbussen. | De Märklin 6631 heeft secundair 4 aansluitbussen. | ||
* B (rood) = Baanspanning | * B (rood) = Baanspanning | ||
Regel 44: | Regel 44: | ||
* L (Geel) = Lichtspanning | * L (Geel) = Lichtspanning | ||
− | De rode aansluitbus (B) wordt verbonden met de middenrail (puntcontacten) van de rails. De Massa (0) aansluitbus wordt verbonden met de aansluiting voor de railstaven van de rails. Tevens kan deze massa aansluitbus (0) gebruikt worden als massa-aansluiting van de verlichting of voor het aansluiten van magneetartikelen via een [[Märklin schakelkasten|Märklin schakelkastje]] voor schakelen van wisselaandrijvingen. De gele aansluitbus (L) is voor de lichtspanning waaruit een constante 16 Volts wisselspanning komt en welke als voeding van verlichting, ontkoppelrails of wisselaandrijvingen kan dienen. Hiervoor dient deze verbonden te worden met de gele draad van betreffende lampjes, ontkoppelrails of wisselaandrijvingen. | + | De rode aansluitbus (B) wordt verbonden met de middenrail (puntcontacten) van de rails. De Massa (0) aansluitbus wordt verbonden met de aansluiting voor de railstaven van de rails. Tevens kan deze massa aansluitbus (0) gebruikt worden als massa-aansluiting van de verlichting of voor het aansluiten van magneetartikelen via een [[Märklin schakelkasten|Märklin schakelkastje]] voor schakelen van wisselaandrijvingen. De gele aansluitbus (L) is voor de lichtspanning waaruit een constante 16 Volts wisselspanning komt en welke als voeding van verlichting, ontkoppelrails en sein- of wisselaandrijvingen kan dienen. Hiervoor dient deze verbonden te worden met de gele draad van betreffende lampjes, ontkoppelrails of wisselaandrijvingen. |
− | + | De baanspanning kan eenvoudig getest worden door een lampje aan te sluiten op de rode busaansluiting (B) en de bruine massabusaansluiting (0). | |
− | Steek vervolgens de netstekker in het stopcontact. Het lampje zal gaan branden zodra de rijregelaar wordt | + | Steek vervolgens de netstekker in het stopcontact. Het lampje zal gaan branden zodra de rijregelaar wordt opgedraaid. |
− | + | ||
+ | De lichtspanning kan getest worden door een lampje aan te sluiten op de gele busaansluiting (L) en de bruine massabusaansluiting (0). | ||
Zodra de netstekker van de transformator in het stopcontact wordt gestoken, zal het lampje gaan branden. | Zodra de netstekker van de transformator in het stopcontact wordt gestoken, zal het lampje gaan branden. | ||
Regel 59: | Regel 60: | ||
== Werking == | == Werking == | ||
− | De werking van de transformator is | + | De werking van de transformator is eenvoudig, Eenmaal aangesloten, kan een locomotief op de rails gezet worden en zal deze gaan rijden zodra de rijregelaar rechtsom wordt gedraaid. Hoe verder de rijregelaar wordt gedraaid, des te sneller zal de locomotief gaan rijden. Het omschakelen van de rijrichting gaat via een omschakelrelais in de locomotief. Deze wordt geschakeld door een "overspanning" van 24 volt, die optreedt als je de knop voorbij de "0" drukt. |
− | Ook de | + | Ook de Telexkoppeling van een locomotief kan op deze manier geschakeld worden. De eerste 24 volts puls zal beide koppelingen activeren, de volgende puls schakelt de Telex weer af en wisselt tevens de rijrichting van de locomotief. |
== Verwijzingen (links) == | == Verwijzingen (links) == | ||
=== Intern === | === Intern === | ||
*[[Märklin transformator]] | *[[Märklin transformator]] | ||
− | |||
− | |||
− | |||
{{Appendix}} | {{Appendix}} | ||
− | [[Categorie:Märklin Analoge besturing]][[Categorie:Baanbesturing Algemeen]] | + | [[Categorie:Märklin Analoge besturing]] |
+ | [[Categorie:Baanbesturing Algemeen]] |
Huidige versie van 25 mei 2020 om 12:29
Märklin 6631 | |
---|---|
Type: | Transformator |
Kleur: | Lichblauw |
Behuizing: | Kunststof |
Vermogen: | 30 VA |
Ingangsspanning (Primair): | 220 Volt (~) 50 Hz na 1991: 230 Volt |
Uitgangsspanning 0-B (Secundair) regelbaar: | 4-16/24 Volt AC (~) |
Uitgangsspanning 0-L (Secundair): | 16 Volt AC (~) |
Afmetingen : | 158 x 135 x 75 mm |
Bijzonderheden: | Alleen voor gebruik binnenshuis (droge ruimtes) |
Märklin 6631 transformator
De Märklin 6631 transformator is een 30 VA transformator met rijregelaar, voor analoog bedrijf en geeft:
- Baanspanning (0 - B) : een regelbare wisselspanning van 4-16 Volt geeft.
De omschakelpuls is 24 Volt indien de rijregelaar voorbij de nul wordt gedraaid.
- Lichtspanning (0 - L) : een constante 16 Volts wisselspanning (AC) geeft.
De behuizing is van plastic. De transformator stamt uit de periode dat in Nederland de netspanning nog 220 Volt was. De transformator is ondanks de huidige 230 Volts netspanning, nog steeds te gebruiken. Wel zal de transformator sneller warm worden en een verkorting van de levensduur hebben t.o.v. transformatoren die voor 230 Volt netspanning zijn ontworpen. Ook kan de te hoge uitgangsspanning defecten veroorzaken in sommige locdecoders.
Sinds circa 1992 is de trafo - onder hetzelfde typenummer - geproduceerd voor een netspanning van 230 Volt.[1]
De Märklin 6631 transformator kan aangesloten worden als analoge rijtransformator voor 3-rail systemen en tevens als voeding van baanverlichting en het schakelen van magneetartikelen zoals wisselaandrijvingen en ontkoppelrails. De transformator is beveiligd tegen overbelasting.
Aansluiten
De Märklin 6631 heeft secundair 4 aansluitbussen.
- B (rood) = Baanspanning
- 0 (Bruin) = Massa
- 0 (Bruin) = Massa
- L (Geel) = Lichtspanning
De rode aansluitbus (B) wordt verbonden met de middenrail (puntcontacten) van de rails. De Massa (0) aansluitbus wordt verbonden met de aansluiting voor de railstaven van de rails. Tevens kan deze massa aansluitbus (0) gebruikt worden als massa-aansluiting van de verlichting of voor het aansluiten van magneetartikelen via een Märklin schakelkastje voor schakelen van wisselaandrijvingen. De gele aansluitbus (L) is voor de lichtspanning waaruit een constante 16 Volts wisselspanning komt en welke als voeding van verlichting, ontkoppelrails en sein- of wisselaandrijvingen kan dienen. Hiervoor dient deze verbonden te worden met de gele draad van betreffende lampjes, ontkoppelrails of wisselaandrijvingen.
De baanspanning kan eenvoudig getest worden door een lampje aan te sluiten op de rode busaansluiting (B) en de bruine massabusaansluiting (0). Steek vervolgens de netstekker in het stopcontact. Het lampje zal gaan branden zodra de rijregelaar wordt opgedraaid.
De lichtspanning kan getest worden door een lampje aan te sluiten op de gele busaansluiting (L) en de bruine massabusaansluiting (0). Zodra de netstekker van de transformator in het stopcontact wordt gestoken, zal het lampje gaan branden.
Werking
De werking van de transformator is eenvoudig, Eenmaal aangesloten, kan een locomotief op de rails gezet worden en zal deze gaan rijden zodra de rijregelaar rechtsom wordt gedraaid. Hoe verder de rijregelaar wordt gedraaid, des te sneller zal de locomotief gaan rijden. Het omschakelen van de rijrichting gaat via een omschakelrelais in de locomotief. Deze wordt geschakeld door een "overspanning" van 24 volt, die optreedt als je de knop voorbij de "0" drukt.
Ook de Telexkoppeling van een locomotief kan op deze manier geschakeld worden. De eerste 24 volts puls zal beide koppelingen activeren, de volgende puls schakelt de Telex weer af en wisselt tevens de rijrichting van de locomotief.
Verwijzingen (links)
Intern
Bronnen, referenties en/of voetnoten
|