Pruisische P 4.2: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<small> {| class="wikitable" style="float:right; width:28%;border color#4682B4" ! colspan="2" style= "background:#b24c4c; color:white" |'''Pruisische P 4.2 (type Er...') |
k (→Modellen) |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 117: | Regel 117: | ||
== Verwijzingen == | == Verwijzingen == | ||
=== Intern === | === Intern === | ||
− | * | + | * [[Königlich Preußische Staatseisenbahnen (K.P.St.E.)]] |
+ | * [[Overzicht Grootspoormaterieel Königlich Preußische Staatseisenbahnen]] | ||
+ | |||
=== Extern === | === Extern === | ||
* | * | ||
Regel 137: | Regel 139: | ||
== Modellen == | == Modellen == | ||
+ | === Fleischmann H0 modellen === | ||
{{Fleischmann-pruisische-p4-2-modellen}} | {{Fleischmann-pruisische-p4-2-modellen}} | ||
+ | === Lemaco H0 modellen === | ||
{{Lemaco-pruisische-p4-2-modellen}} | {{Lemaco-pruisische-p4-2-modellen}} | ||
+ | === Model Loco H0 modellen === | ||
{{Model Loco-pruisische-p4-2-modellen}} | {{Model Loco-pruisische-p4-2-modellen}} | ||
+ | === Roco H0 modellen === | ||
{{Roco-pruisische-p4-2-modellen}} | {{Roco-pruisische-p4-2-modellen}} | ||
Huidige versie van 7 mrt 2023 om 16:09
Pruisische P 4.2 (type Erfurt) | |
---|---|
Spoorwegmij's | K.P.St.E. |
Bedrijfsnummers | K.P.St.E.: Halle 1901, Halle 1902 |
Fabrikanten | Henschel |
Aantal gebouwd | 2 stuks |
Bouwjaren | 1891 |
Uitdienst | 19 |
Asvorm | 2'B |
Wiel diameters | Drijfwielen: Ø 173 cm Voorloop: Ø 98 cm |
Lengte loc incl. tender | 15.615 mm |
Keteldruk | 12 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | 125 m² |
Dienstgewicht | 48,6 t |
Max.snelheid | 90 km/h |
Aantal cylinders | 2 |
Remmen | Druklucht rem |
Stoomlocomotief Pruisische P 4.2 (type Erfurt)
De Pruisische P 4.2 locomotieven van de Koninklijke Pruisische Staatsspoorwegen (K.P.St.E.) werden ingezet voor de passagierstreindiensten, zowel als sneltrein als het reguliere personenvervoer. De Pruisische P 4.2 was een doorontwikkeling van de Pruisische P 4.1. Er waren 2 uitvoeringen van de P 4.2; P 4.2 type Erfurt en P 4.2 type normal bauart.
Ontwikkeling en bedrijf
De Pruisische P 4.2 type Erfurt behoorde tot de prototype serie van 1891. Ze was nagenoeg identiek aan de Pruisische P 4.1 type Erfurt, maar had een ander draaistel, wat echter net als de P 4.1 Erfurt, niet voldeed aan de verwachtingen. Bovendien had de locomotief problemen met optrekken. Het bleef dan ook bij twee locomotieven, welke de bedrijfsnummers Halle 492 en Halle 493 toegewezen kregen, vervolgens werden nieuwe bedrijfsnummers toegekend en werden ze Halle 265 en Halle 266. Vanaf 1906 kregen ze wederom nieuwe bedrijfsnummers Halle 1901 en Halle 1902. Ze werden in 1920 ter zijde gesteld.
Pruisische P 4.2 (normal bauart) Bouwserie 36.0-4 (DR) | |
---|---|
Spoorwegmij's | K.P.St.E. DR |
Bedrijfsnummers | K.P.St.E.: 1901 - 2000 DR: 36 002 - 36 438, 36 601 - 36 620, 36 651 - 36 662 |
Fabrikanten | Henschel, Humboldt, Linke |
Aantal gebouwd | 707 stuks |
Bouwjaren | 1898-1910 |
Uitdienst | 1959 |
Asvorm | 2'B n2v |
Wiel diameters | Drijfwielen: Ø 175 cm Voorloop: Ø 100 cm |
Lengte loc incl. tender | 17.611 mm |
Keteldruk | 12 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | 118,85 m² |
Dienstgewicht | 50,4 t |
Max.snelheid | 90 km/h |
Aantal cylinders | 2 |
Vermogen | 427 kW |
Remmen | Druklucht rem |
Stoomlocomotief Pruisische P 4.2 (type Normal Bauart)
De Pruisische P 4.2 (normal bauart) locomotieven van de Koninklijke Pruisische Staatsspoorwegen (K.P.St.E.) werden ingezet voor de passagierstreindiensten, zowel als sneltrein als het reguliere personenvervoer. In 1923 werden de locomotieven overgenomen door de Deutsche Reichsbahn waar ze ingedeeld werden als bouwserie 36.0-4.
Ontwikkeling en Bedrijf
Na niet erg overtuigende experimenten met de Pruisische P 4.1 serie, aarzelde men met de ontwikkeling van een P 4 in samengestelde uitvoering. Toch besloot men een poging te wagen waarbij de ontwikkeling van het zogenaamde Dultz'schen wisselvoorinrichting van de Union gieterij uit Königsberg de optrek en naderingsproblemen die bij de type Erfurt waren ondervonden werden opgelost. Er werd vervolgens een bestelling gedaan voor de verdere bouw van de P 4.2, welke krachtiger en zuiniger was dan de Pruisische P 4.1. Een totaal van 707 exemplaren werden geproduceerd in de periode van 1898 tot 1910, wat grotendeels samenviel met de productie van de Pruisische S 3-serie. De P 4.2 locomotieven werden uitgerust met een sleeptender van het type pr 3 T 12, pr 3 T 15 en pr 2'2' T 16.
Ook andere spoorwegondernemingen hadden de P 4.2 in hun bestand:
- Großherzoglich Oldenburgische Staatseisenbahnen: 8 stuks (zie Oldenburgse P 4.2)
- Lübeck-Büchener Eisenbahn: 5 stuks met verkorte as-afstand
De Deutsche Reichsbahn nam in 1923 nog 549 locomotieven op in haar omnummeringsplannen. In 1925 werden echter 436 locomotieven daadwerkelijk ingedeeld als bouwserie 36.0-4 met de bedrijfsnummers 36 002 t/m 36 438. De meeste P 4.2 locomotieven werden voor de 2e wereldoorlog ter zijde gesteld.
In de 2e wereldoorlog kwamen de locs 36 441 t/m 36 443 terug uit Litouwen, evenals de 36 444 t/m 36 521 uit Polen. Deze werden weer in het bestand van de Deutsche Reichsbahn opgenomen.
De Deutsche Reichsbahn in de DDR bouwde in 1950/1951 de locomotief 36 457 om tot kolenstof stoomlocomotief. Ze kreeg windgeleidingsplaten en een speciale sleeptender van het type 4 T 30. De loc werd in 1959 als laatste P 4.2 ter zijde gesteld.
Inzet bij de Mecklenburgse Friedrich-Franz Spoorwegen
Vanaf het begin van de eeuw werd het verkeer op de route van Berlijn naar Warnemünde steeds belangrijker. De eerder gebruikte Pruisische P 3.1 locomotieven bereikten daarmee hun prestatiegrens. Voor het traject tussen Neustrelitz en Rostock was een reistijd van 112 minuten gepland. De keuze viel daarom op de locomotieven van de Pruisische P 4.2. Deze beschikten over de benodigde kracht en over voldoende reserves. Tussen 1903 en 1912 werden in totaal 31 locomotieven geleverd door Henschel, Humboldt en Linke en ingedeeld als Mecklenburgse VII met de bedrijfsnummers 201 t/m 231. De locomotieven van de eerste afleverserie (201 t/m 203) hadden nog een tender van het type 3 T 12. Maar bij de tweede afleverserie schakelde men over op de vierassige tender 2'2 'T 16 en verruilde tevens die van de eerste drie locomotieven.
Vanaf 1906 werden de locomotieven ook gebruikt op het traject tussen Lübeck en Straatsburg en later zelfs continu tussen Stettin en Berlijn. In 1913 verwierf de MFFE nog de Pruisische locomotief Posen 1915 (ex Posen 226) en hernummerde ze naar het nummer 232.
In 1925 wurden alle locomotieven van de MFFE opgenomen in het bestand van de Deutsche Reichsbahn en kregen ze de bedrijfsnummers 36 601 t/m 36 620 en 36 651 t/m 662. In 1931 werden deze locomotieven ter zijde gesteld.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Bronnen:Wikipedia: Pruisische P 4.2[1]
Verwijzingen
Intern
- Königlich Preußische Staatseisenbahnen (K.P.St.E.)
- Overzicht Grootspoormaterieel Königlich Preußische Staatseisenbahnen
Extern
Diverse Stoomlocomotieven Pruisische P 4.2 - Bouwserie 36.0-4 (DR)
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
Fleischmann H0 modellen
|
Lemaco H0 modellen
|
Model Loco H0 modellen
|
Roco H0 modellen
|
|