Verbeterde rij-eigenschappen met diodeblok: verschil tussen versies
Regel 29: | Regel 29: | ||
! Aanpassing | ! Aanpassing | ||
|- | |- | ||
− | | | + | | 08 Mei 2010 || dehoeve || Pagina aangemaakt |
|- | |- | ||
− | | | + | | 22 Februari 2013 || Treinsmurf || Overgezet naar Wiki2 |
|- | |- | ||
|} | |} |
Versie van 23 feb 2013 13:44
Verbeterde rij-eigenschappen met diodeblok
Een Märklin treintrafo levert een sinusvormige wisselspanning voor de voeding van de treinen. Door een stel diodes in de voedingsdraad vanaf de trafo op te nemen, blijft er een pulsvormige spanning over.
Hierdoor ontvangt een trein een serie van spanningspulsen. Deze hebben minder vermogen dan de oorspronkelijke sinusvorm. Dit resulteert erin dat de treinmotor wel op gang komt maar dat de trein minder snel rijdt. Daardoor is de minimale snelheid van de trein lager, de trein kan dus langzamer dan voorheen wegrijden. Dit levert mooier rijgedrag op van bestaande treinen zonder modificaties in de treinmodellen.
Diodeschakeling
In de schakeling worden 2×4 diodes gebruikt. Dit levert de spanningsvorm op zoals in de bovenstaande grafiek (groene lijn). De rode lijn is de spanningsvorm zonder diodes. Het verschil tussen originele en gewijzigde spanningsvorm wordt relatief groter naarmate de rijregelaar lager staat (zie bijv. de blauwe lijn in de grafiek).
Vier diodes verlagen de rijspanning met 4×0,6 = 2,4 Volt. Bij 16 Volt merk je niet veel, maar bij de rijregelaar op half, bij 8 Volt zeker wel! Wil je het effect versterken, dan kun je ook experimenteren met twee strengs van 5 of 6 diodes. De gebruikte diodes zijn bijvoorbeeld 1N4007.
Andere toepassingen
Een andere toepassing van deze schakeling is om de rijsnelheid van alle treinen bij volle rijregelaar, gelijk te maken. Dit kan door diodes in de snelle loks te bouwen.
Revisiegeschiedenis (vóór transfer)
"oude" revisiegeschiedenis | ||
---|---|---|
Datum | Auteur | Aanpassing |
08 Mei 2010 | dehoeve | Pagina aangemaakt |
22 Februari 2013 | Treinsmurf | Overgezet naar Wiki2 |