Gebruiker:Ermindewinkel/Kladblok: verschil tussen versies

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 138: Regel 138:
  
 
===== Opslag van wagons =====
 
===== Opslag van wagons =====
 +
[[Bestand:Zwagons wagens in houder.png|thumb|Wagens kunnen net als loc's in een houder van schuim opgeslagen worden. De sleuven zijn minder diep.]]
 
Voor opslag van wagons geldt in principe hetzelfde als voor locomotieven. Het belangrijkste verschil is dat wagons in het algemeen lager zijn.  
 
Voor opslag van wagons geldt in principe hetzelfde als voor locomotieven. Het belangrijkste verschil is dat wagons in het algemeen lager zijn.  
 
Indien hardschuim wordt gebruikt maakt dit voor de constructie en materiaaldikte nauwelijks uit.
 
Indien hardschuim wordt gebruikt maakt dit voor de constructie en materiaaldikte nauwelijks uit.
  
Uitfrezen op een diepte van 20 mm, en pas de vingergaten aan aan de lengte van de wagens. Voor een universele houder kunt u het best uitgaan van de kleinste wagon.
+
Uitfrezen op een diepte van 20 mm, voor sommige wagons kan het 4 mm meer worden. Vingergaten zijn niet echt noodzakelijk. Voor en achter beetpakken met duim en wijsvinger gaat ook.
  
 
U kunt de wagons liggen of staand opbergen. Liggend heeft uiteraard het voordeel dat de wagons gemakkelijker te herkennen zijn. Staande kan ook, maar dan is het misschien een idee om er een plaatje van het model bij te plakken.
 
U kunt de wagons liggen of staand opbergen. Liggend heeft uiteraard het voordeel dat de wagons gemakkelijker te herkennen zijn. Staande kan ook, maar dan is het misschien een idee om er een plaatje van het model bij te plakken.

Versie van 28 mrt 2013 17:50

In Bewerking !
Ermin

Mogelijke nieuwe pagina's

Mogelijke nieuwe help-klasse

How to's: (Hoe doe ik dit)

legenda

Uitbreiding geometrie

banen

Voorbeelden van banen

Werken in de praktijk:

locs

digitaal

toebehoor

opslag van materialen

Opslag van rails

Bij nieuw gekochte materialen zal het ongebruikte spul meest in de originele verpakking worden opgeslagen. Indien echter tweedehands gekocht wordt wil de verpakking (wordt nog wel eens OVP of ÖVP genoemd) nog wel eens missen. Om een aantal redenen kan het raadzaam zijn toch een vorm van verpakking te creëren. Reden hiervoor kan zijn

  • gesorteerd opbergen
  • stofvrij opbergen
  • compact opbergen.

Stofvrij opbergen is uiteraard simpel. Donder in een plastic doos en klaar. Omdat de rails nogal op elkaar lijken is het echter handig om ze gesorteerd op te bergen. Zo houd je tegelijk ook een overzicht van de beschikbare voorraad, iets dat altijd wel prettig is. Compact opbergen is uiteraard, vooral voor Z-rijders met beperkte ruimtelijke middelen, mooi meegenomen. Hieronder een relatief eenvoudig systeem, dat vooral gebaseerd is op gesorteerd en compact. Het bestaat in principe uit stukjes board die op maat worden gezaagd of gesneden, en stukjes 18 mm MDF plaat. Overigens is elk materiaal dat vormvast en gemakkelijk bewerkbaar geschikt. Ook de dikte is geen wet van Meden en Perzen.

rechte rails

Maatvoering:

Overzicht van bakjes met 10 × 8500
Tekening opslagbakjes voor 100 rechte rails 8500

De hoogte wordt 18 mm plus de dikte van de plaat. Neem de hoogte van een rail op 3 mm. 18 mm hoogte wordt hiermee 6 rails bovenop elkaar.

8500
Voor opslag van 100 rails: 1 grondplaat 123 × 333 mm, dikte 3 mm
11 platen 123 × 18 mm, dikte 3 mm
2 platen 333 × 18 mm, dikte 3 mm
De maten dienen als voorbeeld. Van belang zijn uiteraard de binnenmaten: 117 × 30 mm per vak.
Uitvoering voor de rechte rails
In de tekening rechts:
het paarse vlak is het grondvlak 333 × 123 mm
het groene vlak vormt de zijwand 333 × 18 mm. De rode vlakjes zijn elk 3 × 9 mm. Deze dienen uitgezaagd te worden.
het donkergroene vlak vormt de voor- en achterzijde 123 × 18 mm. De rode vlakjes zijn elk 3 × 9 mm. Ook deze dienen uitgezaagd te worden.
het blauwe vlak vormt tussenwandjes 123 × 18 mm. De rode vlakjes zijn elk 3 × 9 mm. De rode halve cirkel heeft doorsnede van ca 18 mm (= halve hoogte). Ook deze dienen uitgezaagd te worden.
Deze platen kunnen dan eenvoudig in elkaar gepast worden en verlijmd. Uiteraard kunnen de bakjes naar behoefte vergroot of verkleind worden. De maatvoering moet dan uiteraard daarop aangepast worden. Als u dunner of dikker materiaal gebruikt moeten de maten ook aangepast worden. Belangrijk is dat de binnenmaten gelijk blijven: 117 × 30 mm.
8503
Op overeenkomstige wijze als hierboven kunnen hiervoor ook bakjes gemaakt worden.
De benodigde binnenmaten zijn 62 × 30 mm.
8504
Op overeenkomstige wijze als hierboven kunnen hiervoor ook bakjes gemaakt worden.
De benodigde binnenmaten zijn 32 × 30 mm.
Uiteraard kunnen deze bakjes ook gecombineerd worden met een langsschot in het midden.
gebogen rails
1: Overzicht van een blokje met 8531
2: Bovenaanzicht van een blokje met 8531
l × b = 132 × 25 mm
3: Zijaanzicht van een blokje met 8531
h = 18 mm + plaatdikte
8510
Dunne plaat van 133 mm × 30 mm
Twee stukjes MDF van 18 mm × 20 mm × 30 mm (Voor meerdere rails in stappen van 22 mm verhogen).
Voor gemakkelijk bewerken: maak een latje van MDF van 18 × 20 mm van voldoende lengte (ca twee keer langer dan nodig) en zaag pas op lengte na de bewerking.

In het voorbeeld hierboven ziet u het maken van een dubbele houder, afmetingen 133 × 52 mm. Eerst de grondplaat zagen of snijden, dan de zijlatjes erop leggen en de rail aftekenen. Met een fijne decoupeerzaag de vormen uitzagen de latjes op maat maken en op de plaat plakken. Beide tegelijk en met de rail(s) op hun plek, om te zorgen dat het na drogen nog steeds past. Eventueel oneffenheden wegschuren.

8520
Dunne plaat van 188 mm × 35 mm (Voor meerdere rails in stappen van 20 mm verhogen)
Twee stukjes MDF van 18 mm × 20 mm × 35 mm (Voor meerdere rails in stappen van 20 mm verhogen).
Voor gemakkelijk bewerken: maak een latje van MDF van 18 × 20 mm van voldoende lengte (ca twee keer langer dan nodig) en zaag pas op lengte na de bewerking.
8521
Dunne plaat van 122 mm × 30 mm (Voor meerdere rails in stappen van 20 mm verhogen)
Twee stukjes MDF van 18 mm × 20 mm × 30 mm (Voor meerdere rails in stappen van 20 mm verhogen).
Voor gemakkelijk bewerken: maak een latje van MDF van 18 × 20 mm van voldoende lengte (ca twee keer langer dan nodig) en zaag pas op lengte na de bewerking.
8530
Dunne plaat van 188 mm × 30 mm (Voor meerdere rails in stappen van 22 mm verhogen)
Twee stukjes MDF van 18 mm × 20 mm × 30 mm (Voor meerdere rails in stappen van 22 mm verhogen).
Voor gemakkelijk bewerken: maak een latje van MDF van 18 × 20 mm van voldoende lengte (ca twee keer langer dan nodig) en zaag pas op lengte na de bewerking.
8531
Dunne plaat van 132 mm × 30 mm (Voor meerdere rails in stappen van 20 mm verhogen)
Twee stukjes MDF van 18 mm × 20 mm × 30 mm (Voor meerdere rails in stappen van 20 mm verhogen).
Voor gemakkelijk bewerken: maak een latje van MDF van 18 × 20 mm van voldoende lengte (ca twee keer langer dan nodig) en zaag pas op lengte na de bewerking.
8591
Dunne plaat van 132 mm × 30 mm (Voor meerdere rails in stappen van 20 mm verhogen)
Twee stukjes MDF van 18 mm × 20 mm × 30 mm (Voor meerdere rails in stappen van 20 mm verhogen).
Voor gemakkelijk bewerken: maak een latje van MDF van 18 × 20 mm van voldoende lengte (ca twee keer langer dan nodig) en zaag pas op lengte na de bewerking.
Uitvoering voor de gebogen rails
Leg de MDF aan weerszijden op het uiteinde van de plaat en leg de rail erbovenop. Teken de vorm van de rail op de MDF. Zet een stukje MDF in een klem en frees de afgetekende vorm van de rail uit (gaat heel goed met een decoupeerzaag). Zaag op de vereiste lengte en herhaal het met het tweede stukje.
Plak de twee stukjes MDF op de plaat. Houd tijdens het plakken de rail in de vorm om te zorgen dat beide MDF stukjes op precies de juiste plek vallen. Klemmen en laten drogen.
wissels etc

Op dezelfde manier als voor gebogen rails kunnen ook houders voor wissels, meegebogen wissels en kruiswissels gemaakt worden. Houd hierbij wel rekening met extra ruimte voor de kabels, en met het feit dat wissels ietsje dikker zijn. Bij dezelfde maatvoering (dikte = 18 mm plus grondplaat) kunnen er vijf wisseltjes op elkaar tegen zes gewone rails.

box voor 5 paar wissels (5 × 8562 en 5 × 8563)
box voor 5 paar meegebogen wissels (5 × 8568 en 5 × 8569)
box voor 5 kruiswissels (5 × 8560)
8562 & 8563
Dunne plaat van 126 × 109 mm.
Twee stukjes MDF van 18 mm × 20 mm × 109 mm.
Voor gemakkelijk bewerken: maak een latje van MDF van 18 × 20 mm van voldoende lengte (ca 160 mm) en zaag pas op lengte na de bewerking.
8565 & 8566
Idem als voor 8562 & 8563.
8568 & 8569
Dunne plaat van 139 × 96 mm.
Twee stukjes MDF van 18 mm × 20 mm × 96 mm.
Maak een extra holte voor de draden. Zie middelste foto rechts.
Voor gemakkelijk bewerken: maak een latje van MDF van 18 × 20 mm van voldoende lengte (ca 140 mm) en zaag pas op lengte na de bewerking.
8559 / 8560
Dunne plaat van 135 × 53 mm.
Twee stukjes MDF van 18 mm × 20 mm × 53 mm.
Voor gemakkelijk bewerken: maak een latje van MDF van 18 × 20 mm van voldoende lengte (ca 100 mm) en zaag pas op lengte na de bewerking.

Als u een kist of een doos heeft waar de vormen in moeten passen kan de maatvoering naar buiten toe worden aangepast voor de juiste maat. De genoemde maten zijn de minimum maten om voor voldoende vlees te zorgen.

Opslag van locs

Voor de opslag van locs is in eerste instantie de originele doos aan te bevelen. Soms zijn tweedehands dozen via Ebay of anderszins te koop. Als dit niet mogelijk of gewenst is, dan zijn er commerciële vitrines te koop. Deze zijn uit plexiglas ook zelf te maken. Een andere mogelijkheid is hardschuim. Hierin kan de vorm van de loc worden uitgesneden of gefreesd. Platen van 40 mm dik zijn goedkoop te verkrijgen bij een bouwmarkt. Dunner is ook mogelijk. Dunnere platen zijn te stapelen waardoor een 3D mal gemakkelijker te vormen valt. Als meerdere locomotieven in een doos worden opgeslagen (bijvoorbeeld voor transport) zorg dan voor voldoende (vinger)ruimte naast de locs.

Gang van zaken:

  • Kies een geschikte kist. In dit geval is een oude wijnkist voor drie flessen gebruikt met binnenafmetingen 275 × 340 mm en 90 mm hoog.
  • Zaag van een 40 mm plaat hardschuim (te koop bij een bouwmarkt) op maat zodat deze goed in de kist past. In dit geval binnenafmeting - 10 mm, dus 265 × 330.
  • Pas de loc's zodanig op de plaat zodat minimaal ruimte verlies ontstaat. In dit geval sleuven overdwars, met 38 mm tussen de sleuven. Dit is voldoende voor de vingergaten.
U kunt ook de vingergaten geheel doorfrezen, waardoor de tussenruimte beperkt kan blijven tot ca 10 mm. Let erop dat de overblijvende vulgedeelten voldoende stevig blijven.
  • Meet de breedte van de loc's zo nauwkeurig mogelijk af op de bovenzijde van de plaat.
  • Gebruik een kleine frees om de sleuven uit te frezen. Een fijne zaag die op diepte in te stellen is kan hier ook voor gebruikt worden. De diepte is bij voorkeur 36 mm.
  • Frees de vingergaten uit op de gewenste plaats.
Zorg ervoor dat de vingergaten iets minder diep zijn, ca 30 mm dan de sleuf.

Noot: Als u platen van de juiste dikte kunt bemachtigen, is het ook heel goed mogelijk de juiste vormen uit te zagen met een decoupeerzaag, en naderhand deze op een dunne grondplaat te plakken.

Opslag van wagons
Wagens kunnen net als loc's in een houder van schuim opgeslagen worden. De sleuven zijn minder diep.

Voor opslag van wagons geldt in principe hetzelfde als voor locomotieven. Het belangrijkste verschil is dat wagons in het algemeen lager zijn. Indien hardschuim wordt gebruikt maakt dit voor de constructie en materiaaldikte nauwelijks uit.

Uitfrezen op een diepte van 20 mm, voor sommige wagons kan het 4 mm meer worden. Vingergaten zijn niet echt noodzakelijk. Voor en achter beetpakken met duim en wijsvinger gaat ook.

U kunt de wagons liggen of staand opbergen. Liggend heeft uiteraard het voordeel dat de wagons gemakkelijker te herkennen zijn. Staande kan ook, maar dan is het misschien een idee om er een plaatje van het model bij te plakken.

Indien u liggend opbergt, kunt u 20 mm plaat gebruiken. Wagons ed zijn 13,5 mm dik. U kun dan 14 mm frezen en nog steeds voldoend vlees overhouden.

Opslag van seinen

Voor seinen, van elk model, kan ook weer het beste de originele doos worden gebruikt. Indien niet mogelijk is hardschuim het beste. Frees de vorm van het sein uit, zodanig dat het sein liggend wordt opgeslagen. Dat is het simpelst. De voetjes zijn het breedst, en dienen het diepst gefreest te worden. Het voetje van lichtsein 8939 is 13 mm breed, dat van armsein 8940 ca 11 mm. Het meest geschikt zou dus 2 cm hardschuim zijn. Houd bij het armsein goed rekening met het armpje. Het best is ruimte te maken zodat het in beide standen in het schuim past. Houd ook rekening met de kabeltjes. Die hebben ook hun ruimte nodig.

Het gebruik van seinen in de praktijk

(revisited)

De door Märklin geleverde seinen zijn overeenkomstig Epoche III van de DB.

Daglicht hoofdsein 8939

Daglicht hoofdsein 8939

Gegevens

Het sein kent 2 standen:

Hp0 (rood)
Hp1 (groen)

Het is uitgerust met twee gloeilampen.

Bediening met relais 8945, handschakelaar 8946 of in een digitaal systeem met behulp van een computer.

De hoogte is 34,5 mm.

Afmeting grondplaat is 13,3 × 18,8 mm (exclusief schroefogen).

Wordt door Märklin niet meer geleverd (2012).

Principe schema lichthoofdsein
Installatie

Daglicht hoofdsein 8939 doet niet anders dat een licht tonen. Het start-stop systeem moet van een schakelaar komen (mechanisch, elektromagnetisch of elektronisch) die synchroon met het sein schakelt. Zie principeschema hier rechts.

De grondplaat is uitgerust met twee ogen om haar op de bodemplaat naast de rail te schroeven. Deze ogen hebben een gat van 1,2 mm. U kunt de plaat ook met dubbelzijdig plakband naast de baan plakken.

Het licht is verscholen in de voet, en wordt met een doorzichtig plastic staaf naar het sein geleid. Het wil nog wel eens gebeuren dat de voet licht lekt. Vooral in het donker kan dit storend zijn. Om dit tegen te gaan kunt u eventueel de voet met een donker stuk papier afdekken. Dan worden gelijk ook de schroeven afgedekt.

Hierboven ziet u een sein met brandende verlichting, waarbij het licht zichtbaar onderuit de voet komt.

Licht-voorsein 89390

Gegevens

Het sein kent 3 standen:

Vr0 (verwacht stop)
Vr1 (verwacht rijden)
Vr2 (verwacht langzaam rijden)

Het is uitgerust met LED-verlichting.

De hoogte is 23 mm.

Installatie

Licht-bloksein 89391

Gegevens

Het sein kent 2 standen:

Hp0 (stop)
Hp1 (veilig)

Het is uitgerust met LED-verlichting.

De hoogte is 34 mm.

Installatie

Licht-inrijsein 89392

Gegevens

Het sein kent 3 standen:

Hp0 (stop)
Hp1 (veilig)
Hp2 (langzaam rijden)

Het is uitgerust met LED-verlichting.

De hoogte is 34 mm.

Installatie

Licht-uitrijsein 89393

Gegevens

Het sein kent 4 standen:

Hp0 (stop)
Hp1 (veilig)
Hp2 (langzaam rijden)
Hp00/Sh1 (Rangeren toegestaan)

Het is uitgerust met LED-verlichting.

De hoogte is 34 mm.

Installatie

Licht-afsluitsein, zonder mast 89394

Gegevens

Het sein kent 2 standen:

Sh0 (stop)
Sh1 (Rangeren toegestaan)

Het is uitgerust met LED-verlichting.

De hoogte is 7 mm.

Installatie

Licht-afsluitsein, met mast 89395

Gegevens

Het sein kent 2 standen:

Sh0 (stop)
Sh1 (Rangeren toegestaan)

Het is uitgerust met LED-verlichting.

De hoogte is 17 mm.

Installatie
Arm hoofdsein 8940

Hoofdsein met 1 arm 8940

Gegevens

Het sein kent 2 standen:

Hp0 (rood)
Hp1 (groen)

Het is uitgerust met één gloeilamp.

Bediening schakelbord 7272, schakelrelais of in een digitaal systeem met behulp van een computer.

De hoogte is 45 mm.

Afmeting grondplaat is 11,2 × 56,3 mm (exclusief schroefogen).

Wordt door Märklin niet meer geleverd (2012).

Installatie
Principe schema armhoofdsein

Arm hoofdsein 8940 kan een blok stroomloos schakelen. Zie principeschema hier rechts. Om een natuurgetrouwe remweg te verkrijgen kan in een analoge baan een diode schakeling worden toegepast. Indien u dit niet doet stop de trein abrupt bij het bereiken van het blok. De grondplaat is uitgerust met twee ogen om haar op de bodemplaat naast de rail te schroeven. Deze ogen hebben een gat van 1,2 mm. U kunt de plaat ook met dubbelzijdig plakband naast de baan plakken.

Het licht is verscholen in de voet, en wordt met een doorzichtig plastic staaf naar het sein geleid. Het wil nog wel eens gebeuren dat de voet licht lekt. Vooral in het donker kan dit storend zijn. Om dit tegen te gaan kunt u eventueel de voet met een donker stuk papier afdekken. Dan worden gelijk ook de schroeven afgedekt.

Hierboven ziet u een sein met brandende verlichting, waarbij het licht zichtbaar onderuit de voet komt.

Armhoofdsein 89401

Gegevens

Het sein kent 2 standen:

Hp0 (rood)
Hp1 (groen)

Het is uitgerust met 1 arm met LED verlichting.

Het sein heeft een langzame onderbouw aandrijving.

De hoogte is 48 mm.

Inbouwdiepte 65 mm.

Diameter boorgat 13 mm.

Installatie

Armhoofdsein 89402

Gegevens

Het sein kent 2 standen:

Hp0 (rood)
Hp2 (langzaam rijden)

Het is uitgerust met 2 gekoppelde armen met LED verlichting.

Het sein heeft een langzame onderbouw aandrijving. De hoogte is 48 mm.

Inbouwdiepte 65 mm.

Diameter boorgat 13 mm.

Installatie

Rangeersein hoog 89403

Gegevens

Het sein kent 2 standen:

Sh0 (stop)
Sh1 (Rangeren toegestaan)

Het is uitgerust met beweegbare schijf en 1 gloeilamp.

Het sein heeft een langzame onderbouwaandrijving die vast verbonden is met het sein.

De hoogte is 26 mm.

Remdiode

Principe schema remdiode

Het gebruik van ontkoppelrails in de praktijk

elektrisch schema van de aansluiting van een ontkoppelrail

Märklin levert onder 8587 een ontkoppelrail. Tweedehands is soms ook de 8597 verkrijgbaar. De 8587 heeft een lengte van 55 mm, oftewel een halve standaard rail lengte. De 8597 heeft een lengte van 110 mm, een standaard lengte.

Aansluiting

De ontkoppelrail wordt aangesloten als een gewone rail, bij voorkeur in een recht baanvak. De reden is dat kort na een bocht de wagons nog een ietsje scheef staan. Hierdoor is het mogelijk dat het pinnetje van de koppeling niet goed over het mechanisme rijdt, en daarmee de boel niet ontkoppelt.

De rail kan met de hand en elektromagnetisch bediend worden. Elektromagnetisch heeft de sterke voorkeur. Reden is de zeer korte afstand van de handbediening tot de rail. Je duwt maar zo een wagon uit de rails. Voor elektromagnetische bediening moeten de draadjes van de rail via een schakelaar aangesloten worden op de lichtaansluiting van de trafo (zie afbeelding links). De schakelaar kan elke mogelijke vorm hebben: relais, handschakelaar, reedcontact of via een electronisch schakelbord of een computer.

Werking

Door op de schakelaar te drukken bekrachtigt u de spoel in de zwarte behuizing van de rail. Hierdoor wordt een veerbelast anker aangetrokken. Door de beweging gaat het pennetje op het huis naar achteren en komt het grijze platform tussen de rails omhoog (foto 2).

Als de wagons over de rail rijden wordt door het profiel in het platform de pin aan de onderzijde van de koppeling naar stuurboord gedwongen. Hierdoor opent de koppeling. Door de hobbeltjes na het scheve gedeelte wordt de gesleepte wagon door datzelfde pinnetje gestopt (foto 3).

Dit werkt uitsluitend als de wagons gesleept worden. Als de wagons worden geduwd haken zij na passage weer in.

De toleranties zijn erg klein, waardoor de procedure erg gevoelig is. Er hoeft maar iets te gebeuren, en dat komt regelmatig voor, en er wordt niet ontkoppeld. In dat geval moet de procedure herhaald worden tot het pinnetje wel goed over het platform komt.

Om dezelfde reden is het beter om de ontkoppelrail tussen twee rechte rails of de tegenboog 8591 te zetten. Hierdoor wordt de kans dat de koppeling goed over de ontkoppelrail komt groter.

scenery

Huisjes, bruggen en andere zaken worden in gelimiteerde hoeveelheden en verscheidenheid door verschillende fabrikanten geleverd. Voor meer speciaal spul in gelimiteerde oplage bestaan enkele gespecialiseerde bedrijven. Zelfbouw is een optie. 3D printen is een mogelijkheid. Een andere is het (zelf) maken van bouwplaten. Uiteraard zijn bouwplaten niet gedetailleerd, maar als detail minder belangrijk is, is het een interessante optie. In ieder geval bent u alleen gelimiteerd door uw eigen fantasie.

standaard scenery

speciale uitgaven

3D printen (commercieel)

3D printen (zelf doen)

bouwplaten (commercieel)

bouwplaten (zelf doen)

baan

afmetingen

Perron
Bovenaanzicht van een simpel perron
Dwarsdoorsnede van een typisch perron

Bovenop de grondplaat, hiernaast in rood weergegeven, komt de rail te liggen. In de tekening is geen rekening gehouden met een railbed. Dat komt er eventueel nog bij.

Een goederenplatform is typisch 9 mm hoog, en ligt 9 mm vanaf de hartlijn van de rail.

Rails liggen 50 mm uit elkaar (hart-afstand). De hoogte van de rails is 3 mm, inclusief de biels en exclusief het railbed.

Een centraal platform is normaal 32 mm breed en 7 mm hoog. De overkapping is 27 mm hoog, inclusief de hoogte het platform. De breedte van de kap is 30 mm, 2 mm smaller dan het platform. De zijden van het platform ligt evenals bij een goederenplatform 9 mm vanaf de hartlijn van de rail.

De afmetingen zijn voor een rechte rail. Worden gebogen rails gebruikt worden de afstanden tot de rail groter, afhankelijk van de diameter van de bocht, en de gebruikte wagons. Lange D-trein wagons hebben meer ruimte nodig dan korte 2-assige goederen wagons.

met bovenleiding
zonder bovenleiding
Begrenzingen volgens NEM 102

Buitenafmetingen van voertuigen op rechte rails

Begrenzingen volgens NEM 103

Buitenafmetingen van voertuigen op gebogen rails

Begrenzingen volgens NEM 301

Buitenafmetingen van voertuigen op rechte rails met lage pantograaf

Schema voor afmetingen op verschillende niveaus

stijgingen

Glooiende helling maximale stijging 4,5%
Helling volgens Märklin specificaties, 2,5%
3D aanzicht van een stijgspiraal volgens Märklin specificaties, 2,5%
Zijaanzicht van een 4% stijgspiraal
3D aanzicht van een 4% stijgspiraal

Stijgingen zijn in principe niet veel anders dan bij andere schalen. Door Märklin wordt maximaal 2,5% aangehouden (mini-club-Praxis van Karl Albrecht). Bij een doorrijhoogte van 40mm geeft dit maar liefst een raillengte van 1,6 meter. Voor een Z-baantje een gigantische afstand. Een stijgspiraal wordt dan haast noodzakelijk.

In de praktijk wordt echter de soep niet zo heet gegeten. In Z prevaleren meest de kleinere oppervlakten, waardoor ook de treinlengtes beperkt blijven. Hier van uitgaande kunnen de locomotieven stijgingspercentages van 5% bereiken. Het dubbele dus van wat aanbevolen, waardoor de raillengte gehalveerd kan worden. De kleinere locs kunnen het hiermee zwaar hebben. Het probleem is gewoonlijk de tractie. Hoe meer wielen, hoe meer tractie, net als in het echt. Z-locs hebben standaard geen antislip wielen, hoewel ze wel daarmee uitgerust kunnen worden. In de praktijk kunnen gewone e-locs met wielschema B0-B0 (8 aangedreven wielen) en 4 D-trein wagons erachter zo'n 5% helling best halen. Maak zo'n helling echter niet te lang. Het motortje krijgt wel op z'n duvel op die manier.

Een helling zal maar zelden precies een percentage zijn. Zorg ervoor dat je naar beneden afrond.

Met antislip wielen eronder zijn veel grotere hellingen bereikbaar. Of dat goed is voor de motor op de lange duur is te betwijfelen. Een negatief effect van de antislip wielen is natuurlijk de stroomopname, altijd een heikel punt bij Z.

Wat wél belangrijk is, is de aanloop naar een helling. Als de baan abrupt van horizontaal naar een helling overgaat, is het mogelijk dat precies op de knik de wagons ontkoppelen. Het is daarom beter, en ook natuurgetrouwer, om een helling geleidelijk aan te vangen: eerst 1%, de volgende rail 2%, daarna 3%, enzovoorts, totdat de maximale stijging bereikt is. Bij een stijgingsspiraal is het aan te bevelen om de aanloop buiten de spiraal te laten beginnen. De hoogte boven de spoortjes kan bij een niet te grote stijging te laag worden, zeker als bovenleiding gebruikt wordt (zie de afbeelding rechts "3D aanzicht van een stijgspiraal volgens Märklin specificaties". Het is natuurlijk altijd mogelijk om de spiraal te vergroten, maar dat is niet altijd een optie.

Overigens kloppen de door Märklin geleverde peilers niet met het aanbevolen stijgingspercentage. De peilers van Märklin geven bij gebruik van rechte rails (110mm) 3,6% stijging. Indien u toch Märklin peilers wilt gebruiken kunt u deze uiteraard inkorten tot de gewenste hoogte.

De afbeeldingen rechts zijn gemaakt met behulp van Wintrack 9.0 3D.

geluidsreductie

DO's and DON'Ts

Onderhoud

Hoe sloop ik een locomotief uit elkaar? (vervanging koolborstels, lampjes, etc.)

Hoe voorkom ik roest op de rails

Schematische tekening voor een schoonmaaktooltje

Het gebeurt erg frequent dat de locs op een Z-baantje hortend en of onregelmatig lopen. In bijna alle gevallen ligt dit aan roestvorming, en vaker nog vuil, op de rails. De volgende methoden zijn voornamelijk gecompileerd uit het forum 3-rail Z-spoor Het tooltje hiernaast bestaat uit een handvat met een metalen staaf, met daaraan een stukje plat gesoldeerd. Op dit plat is een doekje geplakt, zodanig dat het doekje te vervangen is. Helemaal mooi is als het (wasbare) doekje als een sok over het plat past. Met een tooltje als dit kunnen ook de wat moeilijk bereikbare delen gepoetst worden.

Lapje met wasbenzine

Wasbenzine kan ook gebruikt worden om de draaiende onderdelen van loks schoon te maken. Wees hier echter voorzichtig mee. Niet alles in wasbenzine bestendig. Tegelijk poetsen verwijderd ook het niet opgeloste vuil.

Geleidende olie

Gebruik een lapje of een wattenstaafje om de rails te olieën. Spaarzaam gebruiken. Teveel olie kan zich ophopen in de loks. Deze kunnen dan problemen krijgen met de koolborstels en zelfs de electronica (in geval van digitaal rijden)

Railreinigingswagen 8802

Railreiniginglocomotief 8802

Dit is één van de oplossingen van Märklin. Het werkt door een sneller (2×) ronddraaiend getand wieltje voor elke rail, waarmee het vuil weggeschraapt wordt. Nadeel uiteraard is dat je extra slijtage op de rails krijgt. Verder lopen deze lokjes niet zo makkelijk over een baan. Vooral met wissels hebben ze nog wel eens moeite. De schraapwieltjes moeten regelmatig met een speld worden uitgekrabt of met wasbenzine of ultrasoonreiniger worden schoongemaakt.

Railreinigingswagen 86051

Railreinigingswagen 86501

Dit is een andere oplossing van Märklin. Onder de wagen is een verend poetsertje gemonteerd. Deze wil nog wel eens blijven haken op wisseltongen en als de rails wat minder goed aansluiten. Er worden twee extra pads meegeleverd. Deze zijn relatief eenvoudig te vervangen.

Geen schuurpapier of schuurblokje

Gebruik beslist geen schuurmiddelen. De rails zijn van vernikkeld staal. Als de nikkellaag weggeschuurd wordt ben je verder van huis. In het ergste geval zul je de rails moeten vervangen.

Ombouw, inbouw

Hoe bouw ik verlichting in d-trein rijtuigen (heb een paar setjes van Paßmann liggen)

Inkorten/ op maat maken van rails

het inkorten van een rail

Om verschillende redenen kan het nodig zijn om rails in te korten. Meestal zal dit echter zijn voor het gebruik met flexrails. Als een flexrail gebogen wordt zal de binnenbocht korter moeten zijn, bijvoorbeeld, of de rail is simpelweg te lang.

Benodigdheden

  • slijpschijf (diamantschijf)
  • (sleutel)vijl
  • stalen railmoffen uit setje 8954
  • fijne tang met (zeer) smalle bek

Procedure

Haakmechanisme en afgeschuinde railstaaf

Slijp met een fijne slijpschijf, bijvoorbeeld een diamantschijf, de rail op de juist maat door. Verwijder indien nodig/gewenst een deel van de plastic dwarsliggers. Dit kan nodig zijn om de mof goed op te schuiven.

losse stalen railmof

Werk met vijl of slijpschijf (met de vijl duurt wat langer maar je kunt fijner werken) het uiteinde van de railstaaf taps toe (zie foto links). Hierdoor is het opschuiven van de mof wat minder lastig.

De mof komt zeer strak om de railstaaf. Zorg ervoor tijdens het opschuiven niet teveel kracht te zetten. de moffen vouwen zo dubbel, en dan is hij waardeloos geworden. Eventueel de mof een beetje oplossen, en naderhand weer terugbuigen. De mof heeft aan weerszijden een uitsparing (zie foto rechts) waar de klem van de dwarsligger in hoort te vallen.

Bij het inkorten gaat uiteraard het klem-mechanisme onder de rail (zie foto links) verloren.

Deze verbinding is echter nooit zo strak als het origineel. Vaak schuift de mof weer af, of blijft aan de verkeerde rail hangen. Zie ook het isoleren van rails

Zelfbouw van

  • Brugpeilers
  • Bedding
  • Opritten en bruggen
  • railbedding

Digitaal

  • Het inbouwen
  • Het gebruik van digitale besturing (Ik gebruik zelf Rautenhaus)

Andere makers

  • Overeenkomsten en verschillen met Microtrains, Rokuhan en anderen (Dit zal mogelijk enige reclame kunnen bevatten.)
  • Scenery van Faller, Noch, Kibri en anderen
  • Bruggen
  • Seinen

achtergronden

Model van een locomotief van type BR 103 van de Deutsche Bahn. De achterste lok is schaal H0, daarvoor staat dezelfde lok in schaal Z.
  • Mogelijk een artikel over de geschiedenis van Miniclub/Z-scale

Deze afbeelding toont het verschil tussen een H0 en een Z locomotief (BR 103 van de Deutsche Bahn)

Een locomotief van Z past letterlijk in een lucifersdoosje