Bloksein-met-monostabiel-relais: verschil tussen versies
k |
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
== Bloksein met monostabiel relais == | == Bloksein met monostabiel relais == | ||
− | Met gebruikmaking van de middelen als beschreven in [[Bezetmelding-met-monostabiel-relais]] kunnen we nog een stapje verder gaan | + | Met gebruikmaking van de middelen als beschreven in [[Bezetmelding-met-monostabiel-relais]] kunnen we nog een stapje verder gaan, |
− | + | namelijk met het inrichten van een blokbeveiliging. | |
== Werking == | == Werking == |
Versie van 27 feb 2014 22:10
Bloksein met monostabiel relais
Met gebruikmaking van de middelen als beschreven in Bezetmelding-met-monostabiel-relais kunnen we nog een stapje verder gaan, namelijk met het inrichten van een blokbeveiliging.
Werking
Door de overgebleven kontakten van het relais uit de schakeling Wiki-Relaisschakeling-Monostabiel.jpg te benutten, kunnen we bijvoorbeeld ook de rijspanning schakelen binnen een sectie.
We krijgen dan het onderstaande schema:
Bij een "bezet"-melding (rood) kunnen in plaats van(of tegelijk met) de LED's op het bedieningspaneel, natuurlijk ook seinlampjes geschakeld worden. Omdat het achter het sein liggende blok niet ingereden mag worden, kunnen we dit natuurlijk regelen door voor het sein een stopsectie aan te brengen. Is het blok "vrij" dan kan de trein gewoon doorrijden.
Benodige materialen
De meeste benodigde onderdelen zijn weinig kritisch. Er kan zowel gebruik worden gemaakt van de 16V AC uit de lichttrafo (niet de trafo waar ook een digitale centrale of booster aan gekoppeld is) als een andere bijv. 12-14V AC of DC-trafo. Kies voor het relais bij voorkeur een 24V type, hoewel het met 12V en een spanningsregelaar ook kan. Het LEDje/lampje kan in een bedieningspaneel gemonteerd worden.
De ontkoppeldiode (bijv. 1N4001) is bedoeld als bescherming om het klapperen van het relais tegen te gaan. Voor de LEDs kan ook hier en ontkoppeldiode worden toegepast bij gebruik van de 16V AC (wisselspanning).(deze is hier niet ingetekend) Bij de meeste LED's is een 3k3 weerstand voldoende. Proefondervindelijk kun je dit evt. aanpassen. Bij gebruik van lampjes is een 16V lampje nodig en kan de weerstand vervallen. In de leiding van de stopsectie (rode draden) is een 1k5-weerstand opgenomen. Deze helpt wat oudere decoders (maar ook moderne) om het geheugen niet te verliezen en de ingeschakelde functies in stand te houden.
Toepassingen
De schakeling kan in principe ook parallel aan een S88-terugmelder worden aangelegd. In principe verandert de werking van eventuele rem-modules niet, alleen moeten dan de kontakten naar de middenrail mogelijk wat aangepast worden.