De baan van BoschSpoor: verschil tussen versies

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 66: Regel 66:
  
 
De verbinding van niveau 1 naar niveau 2 is eveneens enkelsporig en heeft een spoorgedeelte, dat in het zicht ligt. Het niveau 2 (station) bestaat uit een kopstation met twee sporen langs een lang perron, twee sporen langs een kort perron en 3 sporen langs een goederenperron. Het station heeft een locloods en een 3-sporig depot voor locverzorging (kolen en water). Ook zijn er een paar korte opstelsporen voor een losse loc, wagon of goederenwagens.
 
De verbinding van niveau 1 naar niveau 2 is eveneens enkelsporig en heeft een spoorgedeelte, dat in het zicht ligt. Het niveau 2 (station) bestaat uit een kopstation met twee sporen langs een lang perron, twee sporen langs een kort perron en 3 sporen langs een goederenperron. Het station heeft een locloods en een 3-sporig depot voor locverzorging (kolen en water). Ook zijn er een paar korte opstelsporen voor een losse loc, wagon of goederenwagens.
 +
 +
Aan het eind van de lange perronsporen liggen overloopwissels. Deze wissels kunnen gebruikt worden om de locomotief te laten omlopen. De locomotief kan dan ofwel weer aan de kop van de trein geplaatst worden ofwel naar het loc verzorgingsdepot rijden voor kolen en water innemen.
 +
Via de overloopwissels kan ook een bagage wagon aan het eind van de (vertrekkende) trein worden geplaatst.
  
 
Vanuit de sporen langs het korte perron is een bergbaan bereikbaar. Deze baan heeft een (deels in de berg gelegen) keerlus en komt zo weer terug in het kopstation. De keerlus wordt automatisch afwisselend linksom en rechtsom bereden. Naast de perronsporen ligt nog een kort spoor met een spoorbrug. Normaal loopt dit spoor dood, maar het is bedoeld om treinen uit de vitrine via een plank met rails op de baan te zetten of er weer af te halen.
 
Vanuit de sporen langs het korte perron is een bergbaan bereikbaar. Deze baan heeft een (deels in de berg gelegen) keerlus en komt zo weer terug in het kopstation. De keerlus wordt automatisch afwisselend linksom en rechtsom bereden. Naast de perronsporen ligt nog een kort spoor met een spoorbrug. Normaal loopt dit spoor dood, maar het is bedoeld om treinen uit de vitrine via een plank met rails op de baan te zetten of er weer af te halen.

Versie van 28 jan 2016 18:10

BoschSpoor
Beeld 1.jpg
Baan specificaties:
Rails : M-Rail
Afmetingen (l x b): 255 x 110 cm
Land : Duits heuvelland
Thema : Nevenlijn met kopstation
Tijdperk: II
Besturing: analoog, deels automatisch met relais en schakelrails
Ontwerp: eigen ontwerp van RoelMarklin

Inleiding

In een heuvellandschap ligt een gezellig dorp dat het beginpunt is van een regionale lijn. Het station heeft een kleine locloods voor dagelijks onderhoud, wat goederenvervoer en is ook het beginpunt voor een klein boemeltreintje dat verder het gebied ingaat. De regionale lijn zelf gaat via keertunnels het dal in, waar het aansluit op een andere, drukkere regionale lijn. Het tijdsbeeld is globaal gesitueerd in periode II.

De baan bestaat uit 3 niveau's: een schaduwstation op niveau 0, op niveau 1 een schaduwstation, een passeerstation met zijspoor en aftakking naar niveau 2 en op niveau 2 een kopstation met wat goederensporen, een loc depot voor kolen en water en een bergspoor dat zijn beginpunt bij dit kopstation heeft. Er is ook een aansluiting via een brug, waarmee treinen uit een vitrine op de baan gezet kunnen worden.

Het totale ontwerp is eigenlijk een samenstel van 3 verschillende treinbanen, die onafhankelijk van elkaar kunnen functioneren : (1) een treinbedrijf tussen niveau 0 en niveau 1, (2) een kopstation met diverse functies en (3) een Bergbaan. Als toetje is er een pendeltrein mogelijk tussen het kopstation en het station op niveau 1.

De opzet is dat het treinverkeer tussen de schaduwstations 0 en 1 geheel automatisch met relais en schakelrails plaatsvindt. Er kunnen zo 6 treinen rijden. Hierdoor ontstaat er een afwisselend beeld van de treindienst. Dit geautomatiseerd treinverkeer is het basis treinverkeer. Tussen het kopstation op niveau 2 en het zijspoor op niveau 1 kan een locaaltrein pendelen, die zich automatisch inpast in het basis treinverkeer.

Terwijl de basis treindienst gereden wordt kan naar hartenlust gerangeerd worden op het kopstation op niveau 2. De bediening van wissels en het in- en uitschakelen van spoorsecties op dit station geschiedt geheel handmatig: Loc omlopen, naar het locdepot voor verzorgen, bijplaatsen van wagons, rangeren van de goederentrein enz. Als er een trein voor vertrek gereed staat, worden 2 relais omgezet : het automatisch treinverkeer in het schaduwstation op niveau 1 wordt uitgeschakeld. De eerste trein, die uit het schaduwstation op niveau 0 komt, zal naar het kopstation op niveau 2 rijden. Na aankomst vertrekt de gereedstaande trein. Vervolgens worden de 2 relais weer omgezet waardoor het automatisch treinverkeer weer hervat wordt.

Het bergspoor kan onafhankelijk van het kopstation bediend worden. De keerlus, die gedeeltelijk in een tunnel ligt, wordt afwisselend linksom en rechtsom bereden. De trein stopt in de tunnel, waardoor er enige wachttijd mogelijk is.

In dit overzicht wordt de bouw van de baan en het overzicht van de analoge schakelschema's in detail beschreven.




Ruimte

De baan is gebouwd in een kleine kamer van 2 x 3,50 m, gelegen aan de zuidwest kant op de eerste verdieping. De kamer heeft aan één kant een schuine wand, die halverwege de wand de hoek omgaat. Dit is op de eerste foto duidelijk te zien. De ruimte is tevens ingericht als de huisbibliotheek om de verzameling boeken kwijt te kunnen. De boekenkast is tegen de achterwand geplaatst. Aan de linkerkant van de treinbaan is een loopruimte naar het raam. Aan de wand komt nog een smalle vitrine om de verzameling treinen en wagons, die niet op de treinbaan actief zijn, te kunnen plaatsen.





Ontwerp

De baan bestaat uit 3 niveaus. Niveau 0 (onderbaan) is het schaduwstation, dat 3 opstelsporen en 1 doorrijdspoor heeft. Het schaduwstation wordt in beginsel linksom bereden: de eerste 3 wissels staan altijd rechtsleidend. Het vierde wissel is rechtsleidend voor het afwisselend laten vertrekken van de treinen in het schaduwstation. Als dit wissel linksleidend is, ontstaat er een doorrijdspoor: de trein keert direct weer terug naar niveau 1.

De helling tussen niveau 0 en niveau 1 is enkelsporig. Niveau 1 (middenbaan) heeft een station, waar de treinen elkaar kunnen passeren. Dit station heeft ook een kopspoor, dat gebruikt kan worden voor wat goederenwagons en voor een kleine locale pendeltrein naar het kopstation op niveau 2. Op niveau 1 is ook een tweesporig schaduwstation gebouwd.

De verbinding van niveau 1 naar niveau 2 is eveneens enkelsporig en heeft een spoorgedeelte, dat in het zicht ligt. Het niveau 2 (station) bestaat uit een kopstation met twee sporen langs een lang perron, twee sporen langs een kort perron en 3 sporen langs een goederenperron. Het station heeft een locloods en een 3-sporig depot voor locverzorging (kolen en water). Ook zijn er een paar korte opstelsporen voor een losse loc, wagon of goederenwagens.

Aan het eind van de lange perronsporen liggen overloopwissels. Deze wissels kunnen gebruikt worden om de locomotief te laten omlopen. De locomotief kan dan ofwel weer aan de kop van de trein geplaatst worden ofwel naar het loc verzorgingsdepot rijden voor kolen en water innemen. Via de overloopwissels kan ook een bagage wagon aan het eind van de (vertrekkende) trein worden geplaatst.

Vanuit de sporen langs het korte perron is een bergbaan bereikbaar. Deze baan heeft een (deels in de berg gelegen) keerlus en komt zo weer terug in het kopstation. De keerlus wordt automatisch afwisselend linksom en rechtsom bereden. Naast de perronsporen ligt nog een kort spoor met een spoorbrug. Normaal loopt dit spoor dood, maar het is bedoeld om treinen uit de vitrine via een plank met rails op de baan te zetten of er weer af te halen.

Het ontwerp is getekend met WinTrack v 11.



Bouw van de baan

Onderstel

Als onderstel voor de treintafel zijn een paar ladenkasten, een lange diepe legkast en een kast met plank gebruikt. Alles is op maat gemaakt. Over deze kasten is een plaat MDF van 18 mm dik gelegd. Zie de foto voor een globale indeling.

opbouw treintafel


aanleg schaduwstation niveau 0 (1e opzet)

Het schaduwstation op niveau 0 bestaat uit een keerlus waarin 3 wachtsporen en 1 doorrijdspoor zijn opgenomen. Alleen de wissels, die van belang zijn voor de keuze van de route van de trein zijn elektrisch bedienbaar. De overige wissels zijn handwissels of oude elektrische wissels. De M-rails zijn aanvankelijk met schroefjes vastgezet. Omdat dit soms problemen geeft met een sleper zijn in tweede instantie de rails ter plaatse van de voegen op dubbelzijdig tape gelegd. Hierdoor wordt ook het geluidsniveau wat lager.

Nadat ook het bovenliggende niveau provisorisch was aangesloten kon een uitgebreid proefbedrijf starten. Hierbij is de werking van het schakelsysteem langdurig getest. Dit schakelsysteem bestaat uit schakelrails (5146, 5147, 5213), contactrails (5105) en relais (7045, 7245). Ook hebben alle locomotieven in de normale rijstand en in de rijstand met tender voor, met diverse wagons (Märklin, Trix, Fleischmann) met standaard koppelingen, Märklin kortkoppelingen, Fleischmann standaard koppelingen en Fleischmann normale koppelingen) hun rondjes gereden.

Na verloop van tijd bleken er een aantal problemen te ontstaan. Zie de foto "probleem locaties". Op een van de wissels traden wat ontsporingen op. De oorzaken zijn niet helemaal duidelijk geworden omdat het niet vaak gebeurde en ook weer niet met elke loc of steeds dezelfde loc. Wel werd duidelijk dat de combinatie van dit wissel en de tegenboog erachter niet goed functioneerde.

Ook met de schakelingen ontstonden regelmatig problemen. De draadjes, die in de klemmetjes van de 7245 zaten, lieten los, maakten onderling en contact en zelfs de werking van de 7245 liet te wensen over. Bovendien had ik diverse draadjes verlengd, waardoor de verbindingen ook niet altijd goed functioneerden.

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Daarom het ik het ontwerp van het schaduwstation aangepast. Alle draden zijn opnieuw getrokken, zonder verlengingen. De relais 7245 zijn vervangen door een Viessmann relais 5552, dat géén bewegende delen heeft en waar gewone stekkers in passen. Dit wordt in het volgende hoofdstuk beschreven.


aanleg schaduwstation niveau 0 (2e opzet)

In de tweede opzet van het schaduwstation zijn verbeteringen aangebracht. Allereerst is de keerlus kleiner gemaakt en helemaal aan de linkerzijde gelegd. Als er een ontsporing zou optreden is de gehele keerlus te bereiken vanuit het gat, dat op de plaat van niveau 1 en 2 is uitgespaard. Tevens zijn er langs de buitenzijde van de boog houten blokjes geplaatst. Als er een trein ontspoort kan de loc of de wagons niet onder de hellingbaan terecht komen.

Alle draden van de wissels en de spoorsecties zijn opnieuw getrokken en gesoldeerd. De 2 relais 7245 zijn vervangen door één relais Viessmann 5552. Voor de bediening van alle relais, wissels en spoorsecties heb ik een schakelbord gebouwd. Dit schakelbord zit in een lade onder de baan gemonteerd. Op dit schakelbord zijn ook de relais voor het schaduwstation niveau 0 gemonteerd. De verbinding met de baan zelf komt tot stand via stekker kroonsteentjes, waardoor het paneel eenvoudig los te koppelen en uit te nemen is.



volgende paragraaf

...


analoge schakel schema's

...


volgende hoofdstuk

...




Bronnen, Referenties en/of Voetnoten