CS3/CS3+ - Pendelmacro: verschil tussen versies
Regel 64: | Regel 64: | ||
• Sleep de pendelmacro naar de gewenste functieplaats | • Sleep de pendelmacro naar de gewenste functieplaats | ||
• Bewaar en sluit af. | • Bewaar en sluit af. | ||
+ | |||
+ | <gallery caption="Stappen voor het toevoegen van de Pendelmacro" widths="500px" heights="200px" perrow="2"> | ||
+ | Bestand:Pendelmacro-functie-toevoegen-01.png|Kies de gewenste loc | ||
+ | Bestand:Pendelmacro-functie-toevoegen-02.png|Ga naar de tab "installeren" | ||
+ | Bestand:Pendelmacro-functie-toevoegen-03A.png|Kies "verloop"-functie | ||
+ | Bestand:Pendelmacro-functie-toevoegen-03.png|Kied de "Pendeltrein"-gebeurtenis | ||
+ | Bestand:Pendelmacro-functie-toevoegen-04.PNG|Macro toevoegen aan de Loc-functie | ||
+ | </gallery> | ||
== Verwijzingen (links) == | == Verwijzingen (links) == |
Versie van 28 nov 2020 13:28
CS3 en CS3+ - Pendelmacro
De Pendel-macro
Met de uitgave van softwareversie 2.2.0 van de van het [CS3/CS3plus_-_Update_informatie_2.2||Central Station 3 (CS3/CS3plus)] beschikt de CS3 nu ook over een standaard pendelmacro. Deze wordt in de NL-documentatie aangeduid als Slingermacro en Shuttlemacro.
Voor dit artikel wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het begrip “Pendelmacro”.
Met de Pendelmacro kan een trein pendelen tussen twee eindpunten. Desgewenst kan een tussenstop worden ingevoegd. (Hoe is nog niet helemaal duidelijk, daar geeft de informatie op de CS3 nog geen goede toelichting.)
De hieronder beschreven werkwijze is een eerste proof of concept. (Ofwel kijken hoe en of het werkt.)
Onderdelen van de Pendelmacro
De pendelmacro kent 3 melders, t.w. een startcontact, een eindcontact en een middencontact. Voor het traject tussen deze contacten kan een snelheid worden toegewezen. Een trein kan dus op een stijgend traject een andere snelheid krijgen als op het dalend trajectdeel.
Bij de melders kan een wachttijd worden ingevuld om de trein te laten wachten ter plaatse van de melder.
Door het “pauzecontact” (laatste veld) kan een wachttijd (pauze) worden ingesteld voordat de macro opnieuw wordt doorlopen.
In de “loc-container” wordt een loc uit de loc-lijst geplaatst. Vervolgens wordt in de 3 snelheidscontainers de actuele loc-snelheid (door de CS3) ingevuld. Dit kan de gebruiker vervolgens individueel aanpassen.
Een Pendelmacro hoeft niet voor elke loc apart te worden ingesteld. Voor een goede werking is het wel handig wanneer loc’s een gelijkwaardig rijgedrag hebben. Van invloed zijn dus de “eigen” ingestelde snelheid, de “eigen” ingestelde optrek- en afrem-CV-waarden.
Daarmee kan een voor een bepaald traject aangemaakte pendelmacro door meerdere loc’s gebruikt worden, door ze toe te wijzen aan een (vrije) functieplaats. Door het activeren van de functie zal deze loc de macro vervolgens uitvoeren.
Wanneer de functie op de loc uitgezet wordt, stopt de uitvoering van de macro. De loc is dan weer vrij voor een ander traject. Een volgende trein kan de macro vervolgens weer gaan uitvoeren.
- Pendelmacro-functie-toevoegen-01.png
Kies de gewenste loc
- Pendelmacro-functie-toevoegen-02.png
Ga naar de tab "installeren"
- Pendelmacro-functie-toevoegen-03A.png
Kies "verloop"-functie
- Pendelmacro-functie-toevoegen-03.png
Kied de "Pendeltrein"-gebeurtenis
Beschikbare instellingen voor de pendelmacro
De volgende eigenschappen kunnen worden ingesteld:
• Macro:
Selectie welke macro op dit punt moet worden verwerkt
• Optie:
Deze macro heeft geen optie’s
• Wachten:
Instellen van de wachttijd voor de verwerking van de macro
• Vertraging:
De pendelmacro eindigt nooit. Een pauze na een doorloop kan niet worden ingesteld.
Noot: het effect van deze instellingen is nog niet uitgeprobeerd.
Werkwijze
• Kies een loc voor het aanmaken van de macro;
• Kies een beginpunt (S88-melder), eindpunt (S88-melder) en eventuele tussenpunten (S88-melder);
• Kies de gewenste snelheden;
• Kies een “pauze”-knop (bijv. een schakelcontact)
Aanmaken van de Pendelmacro
• Ga naar het “Gebeurtenis bewerken” menu en kies de opie “Macro invoegen”;
• Geef de macro een naam en vul de opties desgewenst in;
• Voeg de loc, de meldpunten en de snelheden en pauzeknop in;
(In het voorbeeld is geen tussenpunt ingevoerd)
• Plaats de gekozen loc op het startpunt en voer de test uit;
• Pas waar nodig de snelheden en wachttijden aan.
Let op: Het correct stoppen van de pendelende trein is sterk afhankelijk van het rijgedrag van de loc, het type decoder en de ingestelde CV-waarden.
Pendelmacro koppelen aan een vrije functieplaats
• Ga naar het “loc-bewerken”menu en kies de loc. • Kies een vrije functieplaats bij een (willekeurige) loc (In het voorbeeld is de V215 een loc met een oude 6080-decoder, dus F1 is vrij) • Sleep de pendelmacro naar de gewenste functieplaats • Bewaar en sluit af.
- Pendelmacro-functie-toevoegen-01.png
Kies de gewenste loc
- Pendelmacro-functie-toevoegen-02.png
Ga naar de tab "installeren"
- Pendelmacro-functie-toevoegen-03A.png
Kies "verloop"-functie
- Pendelmacro-functie-toevoegen-03.png
Kied de "Pendeltrein"-gebeurtenis
Verwijzingen (links)
Intern
Extern
- CS3/CS3plus - Handleiding bij versie 2.0 [[3]]
- CS3/CS3plus - Handboek bij versie 2.0 [[4]]
- CS3/CS3plus - Update informatie 2.2 [[5]]
- CS3/C3plus - Update informatie Märklin[[6]]
Ingevoerd by VT601 d.d. 2020-11-28