Märklin 3016 Analoog naar Delta-Digitaal: verschil tussen versies
k (→Revisiegeschiedenis (vóór transfer): geveegd) |
|||
Regel 136: | Regel 136: | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
---- | ---- | ||
[[Categorie:Märklin Ombouw Rollend Materieel]] | [[Categorie:Märklin Ombouw Rollend Materieel]] |
Huidige versie van 28 nov 2013 om 19:38
Märklin 3016 ombouw van Analoog naar Delta-Digitaal
Dit artikel is een ombouw verslag van de Märklin 3016 "Schienenbus", een analoog model die wordt omgebouwd naar Delta-Digitaal met een Märklin 6603 Delta-decoder.
Benodigde Materialen
Voor deze ombouw zijn de volgende materialen benodigd:
- Marklin 6603 delta decoder
- stukje printplaat of metalen plaatje
- geisoleerd koperdraad met een diameter van 0,5 mm.
En verder:
- Soldeerbout
- Soldeer
- krimpkousjes
- dubbelzijdig kleefband
- kniptangetje
- Soldeerhulpje
- beugelzaagje
- plastic bakje
- kleine schroevedraaier
Algemeen
De märklin 3016 schienenbus, is een analoog model en heeft een mechanisch releais en een motor met veldspoel van het type small-flat collector motor (SFCM). Dit model is uitgerust met lampsokkels en 16 Volts lampjes met schroefdraad. Hiernaast het schema hoe de analoge bedradig is aangesloten.
De Marklin SFCM motor met veldspoel in de 3016. Bij deze ombouw laten we de motor ongemoeid. De delta-decoder is immers ontwikkeld om allstrom motoren met een veldspoel aan te sturen.
De Ombouw
We schroeven als eerste voorzichtig de kap los en tillen deze op om het binnenwerk te bestuderen.De kap en het schroefje bergen we netjes op, zodat deze niet kunnen beschadigen.TIP: Leg alle kunststof onderdelen weg voordat je gaat solderen. Een hete soldeerbout waar een druppel soldeer vanaf valt of een soldeerpunt waar je per abuis mee tegen de behuizing aantikt tijdens het solderen, leidt tot onherstelbare schade van de kunststof behuizing.
Het binnenwerk bestaat uit een mechanisch relais, een Small Flat Collector Motor (SFCM) met veldspoel en lampjes met draai-fittingen voor de verlichting.
In dit projectje, wil ik de 3016 eerst voorzien van een delta-decoder(märklin 6603).Daarmee is de railbus op de digitale baan te gebruiken en digitaal aan te spreken.De motor met veldspoel hoeft dan niet vervangen te worden.De delta decoder heeft echter als nadeel dat de verlichting niet continue brand.Zodra de railbus stil staat is de verlichting ook uit. Om ervoor te zorgen dat ook de verlichting blijft branden bij stilstand, kan een delta-decoder 66031 worden ingebouwd.Nadeel van beide decoders is dat deze geen instelbare optrek/afrem vertraging bezitten en dat de motor met veldspoel relatief gehorig is.
Het aansluitschema/bedradingsplan van de delta 6603-decoder ziet er als hiernaast uit.
Als eerste schroeven we het relais los, waarbij enige voorzichtigheid in acht genomen dient te worden bij het losschroeven van het relais. Waarom? zie hieronder !!
Onder het relais zit namelijk een veertje, welke tussen het relais en de as van het voorste wielstel zorgt voor het massa contact van de locomotief. Zorg er dus voor dat het veertje niet wegspringt of kwijtraakt! Deze hebben we straks namelijk weer nodig!
Het veertje halen we met een pincet weg en leggen dit in een bakje samen met de lampjes en overige onderdelen, zodat we deze niet kwijt kunnen raken.
Straks moet op deze plek het veertje voor het massacontact via het asje met de rails gaan zorgen. Dat levert een uitdaging op omdat we het relais, dat op dit veertje drukte en voor het doorgeven van het massa-contact zorgde, nu verwijdert hebben.
Om dit contact te kunnen herstellen, zagen we een metalen plaatje of stukje printplaat op maat, zodat het in de uitsparing past.
Daaraan solderen we een stukje bruine koperdraad, zodat het massacontact aan de decoder en motor doorgegeven kan worden.
We plaatsen het bewaarde veertje op as terug. Nu leggen we het gemaakte printje omgekeerd in de uitsparing en controleren met een multi-meter of de massa van de as wordt doorgegeven aan de bruine draad. Dat doen we voordat we het printje vastlijmen met een druppeltje superlijm, om te voorkomen dat we de boel weer los moeten peuteren. Voor het bevestigen van de decoder plaatsen we vast wat dubbelzijdig kleeftband om de decoder straks op vast te klemmen en om te voorkomen dat er kortsluiting op kan treden doordat de componenten op het printje in aanraking zouden komen met de behuizing.
Eerst halen we de koolborstels uit de motor. We halen de motor eruit en solderen alle bedrading los. De motor controleren we op vervuiling. Indien deze vuil is maken we deze schoon met wat alcohol of wasbenzine en wattenstaafjes. Bij ernstige vervuiling leggen we de gehele motor een paar minuten in de wasbenzine. Let op, als je de motor in de wasbenzine legt, dan zullen ook alle oliën en vetten waarmee de motor gesmeerd is, oplossen en zullen de diverse onderdelen dus weer smering nodig hebben als de motor weer in bedrijf genomen wordt. Vervolgens plaatsen we even de delta-decoder en bepalen hoe lang de bedrading moet worden. Deze strippen we af en vertinnen de punten door deze kort met de soldeerbout te verwarmen en een beetje soldeer er tegenaan te houden.
We knippen voor de blauwe, groene en rode draad op de decoder een kort stukje krimpkous en doen deze om de draden welke aan de decoder zitten. Vervolgens solderen we de bedrading conform het schema, waarbij eerst de smoorspoel, bruine massadraad en blauwe en groene draad voor de veldspoel worden gesoldeerd. De krimpkousjes schuiven we vervolgens om de soldeerverbinding en houden er kort een brandende lucifer of een aansteker onder, zodat de krimpkousjes mooi strak om de verbinding komt te zitten.
Vervolgens wordt de motor weer teruggeplaatst. Nu solderen we de gele draad voor de verlichting achter en plaatsen vervolgens met een pincet de koolborstels van de motor terug.
We plaatsen de delta-decoder nu en bevestigen deze met het dubbelzijdig kleefband. Ook fatsoeneren we de bedrading een beetje. Als laatste wordt de grijze draad van het frontlicht op de lampsokkel vastgesoldeerd.
We stellen de dipswitches op de decoder in op een delta adres en draaien de 16-volts lampjes terug in de fitting. We controleren de bedrading nog even of alles goed is aangesloten en zetten vervolgens de locomotief ter test op de baan. Controleer of de locomotief rijdt en controleer of de verlichting naar behoren werkt. Er worden wat proefrondjes gereden en indien nodig wordt het motorasje voorzien van een drupje olie. Als alles naar behoren werkt, wordt als laatste de kap er weer opgeschroefd.