Stappenplan maken voor ombouw Märklin-loks
Stappenplan voor de ombouw van Märklin-loks
Stappenplan voor de ombouw van Märklin-loks
IN BEWERKING VT601 -2019-12-11
Algemeen
Naar aanleiding van veelvuldige vragen over het ombouwen van (Märklin-)loks, en de daarom volgende discussies, een wiki-artikel waarin de verschillende stappen op een rij zijngezet. Dit is geen panklaar (plud&play) recept, maar vergt ook nog zelf wat onderzoek van de ombouwer. Daar waar beschikbaar wordt verwezen naar artikelen uit deze wiki.
Identificeer de motor
Märklin heeft in de loop der tijd diverse typen motoren ingebouwd. Hierdoor zul je zelf moet nagaan welke ombouwset voor de ombouw geschikt is. We kennen (in hoofdliijnen) de:
- LFCM / Märklin Grote Schijf Collector Motor (LFCM)
- SFCM / Märklin Kleine Schijf Collector Motor (SFCM)
- DCM / Märklin Drum Collector Motor (DCM)
- Märklin C-Sinus Motor
- Märklin Compact-Sinus Motor
- Märklin SoftDrive Sinus Motor
- Middenmotor DC- of Midden Motor
- Faaulhaber of Klokanker Motor
- ...............
De LFCM is het oudste model en werd veelal toegepast in loks ontwikkeld tot de jaren 60, daarna kwam de SFCM. Beide motoren zijn te herkennen aan de ronde koolborstels, waarvan er een van koper en de andere van koolstof is.
De DCM is gebruikt vanaf begin jaren 70 en vinden we nog regelmatig is nieuwe loks.
Vanaf globaal 2000 zijn de Sinus, Soft-sinus en middenmotor in zwang gekomen. Welke motor is toegepast zul je uit de bij de lok horende documentatie moeten afleiden of is de achterhalen door de lok open te schroeven.
Keuze van de ombouwset
Afhankelijk van het gevonden motortype kan een bijpassende ombouwset worden gevonden. Van belang hierbij is dat bij LFCM-motoren sosm aanpassingen nodig zijn aan het motorschild en dat soms bepaals moet worden welk anker 97- of 8 tanden) nodig is. Hiervoor raadpleeg je de handleiding van de ombowset en eventueel deze wiki.
- Voor de LFCM-motor kies je set 60944
- Voor de SFCM-motor kies je set 60943
- Voor de DCM-motor kies je set 60941 of | 60760
- Voor de standaard DC- of Middenmotor hoeft geen ombouwset worden gebruikt, omdat deze motor al geschikt is voor de hudige decodermodellen.
- Voor de Sinus-motoren en Kolkankermotoren licht de situatie wat complexer. Dit gaat te ver voor dit stappenplan.
Keuze van het juiste protocol
Voor het rijden op de modelbaan zijn momenteel 3 protocollen bij Märklin in gebruik. t.w.:
- MFX
- Motorola
- DCC
Het Motorola protocol is het oudste systeem van Märklin en in gebruik sinds ongeveer 1984.
Er zijn hiervan twee typen, waarbij het ype MM1 (ook wel Motorola oud) nog geen extra functies ondersteund en ook niet de rijrichting van de lok kan onthouden.
Het type MM2, geïntroduceerd bij de introductie van de Märklin 6021, kan tot 4 extra functies aan en onthoudt wel de ingestelde rijrichting.
Voor meer info zie de wiki pagina Protocol loc Decoders.
Het DCC-protocol wordt algemeen gebruikt bij zg. tweerail-systemen en door Märklin steeds meer toegevoegd aan hun (duurdere) modellen.
Het DCC-protocol heeft momenteel ruimte tot 9999 adressen en 28 functies.
Het MFX-protocol is geintroduceerd bij de introductie van Märklin Systems en de Central Station 1 en Mobile Station (I).
Dit protocol maakt gebruik van actieve terugmelding van de lok naar de daarvoor geschikte centrale(s).
Het protocol kan momenteel tot 31 functies aan en biedt ook de mogelijkheid om vanuit een virtuele cabine i.c.m. de CS2/CS3 te rijden.
Keuze van de juiste decoder
Het kiezen van de juiste decoder heeft vooral te maken met de gewenste functionaliteit. Zonder hier een uitspraak te doen over welk merk het meest geschikt is, is veel belangrijker je af te vragen wat moet de coder kunnen.
De primaire keuze is het feit of een gewone lokdecoder of een geluidsdecoder gewenst is.
De volgende keuze heeft te maken met gewenste eigenschappen (multiprotocol, aantal decoder stappen, instelbaarheid van CV's, enz.)
Märklin zelf biedt voor het ombouwen momenteel een 4-tal gewone lokdecoders en 3 geluidsdecoders.
Hiervoor wordt verwezen naar de wiki-pagina's.
Dragerprint / Connectors
Om de decoder te verbinden met de lok, zijn er verschillende mogelijkheden. De MOROP/NMRA hebben hiervoor verschillende normen opgesteld, waardoor het gemakkelijjer is om decoders snel uit te wisselen.
Voor het 3-rail systeem zijn de volgende verbindingsmogelijkheden het meest courant:
- bedraad
- NEM 652 (8-polig)
- NEM 660 (21MtC)
- NEM 658 (Plux8/16/22)
Voor meer informatie wordt verwezen naar de betreffende wiki pagina NEM connectoren en kabelkleuren
Opm1: Bij de bedrade decoders wordt veelal gebruik gemaakt van gestandaardiseerde draadkleuren. Hierbij wijkt Märklin vaak af van de NEM/NMRA-norm. Let daar dus op.
Opm2: Bij de NEM 660 worden niet in alle gevallen de Aux 3 en Aux 4 aangeboden als versterkte uitgangen. Hiermee is de belastbaarheid heel beperkt. Let ook hier op wat je met Aux 3 en AUX 4 wilt doen.
Diverse fabrikanten brengen adapterprinten op de markt, waarmee het gemakkelijker is om de decoder uitwisselbaar te maken.
Decoder Mapping / Functie-uitgangen
Tegenwoordig hebben decoders niet alleen diverse functie-mogelijkheden, maar beschikken ook over fysieke aansluitpunten.
Standaard zijn aansluitingen voor Licht Voor en Licht Achter beschikbaar.
Verder zijn de aansluitingen AUX1 t/m AUX4 vrij standaard.
Er zijn overigens wel decoders met meer AUX-poorten.
Met behulp van het zogenaamde decoder mappen kunnen de Aux-poorten aan bepaalde F1-toetsen worden toegewezen. Dit gebeurt via het programmeerprogramma van de betreffende decoder.
(Het is vaak niet mogelijk te programmeren van verschillende merken decoders met een programma van een ander merk.)
Aanpassen verlichting
De meeste moderne loks beschikken over lampjes of LED's voor de front- en sluitseinen. daar hoeft in principe meestal niet aan aangepast te worden, tenzij je ofwel LEDs wilt in plaats van lampjes of sluitseinen en cabineverliching wilt toevoegen.
Bij de oudere Märklin-loks zien we vaak dat de lampjes flikkeren bij digitaal bedrijf. Dit komt doordat de massa van het lampje verbonden is met de lokmassa.
Dit kan worden aangepast door de massa van het lampje te verbinden met de lokmassa.
Voor meer informatie zie het artikel Flikkervrije Verlichting
Bij het vervangen van lampjes door LEDs is het van belang dat deze voorzien zijn van een geschikte voorschakelweerstand om de stroom te beperken tot 2 mA of 20mA.
Soms is het mogelijk als reserveonderdeel of bij particulieren printje te kopen als vervanging van de bestaande verlichting.
Geluid
Veel nieuwere loks beschikken over geluiden. Bij de ombouw is dit vaak ook een wens.
Over de kwaliteit (echtheid) van de geluiden verschillen de inzichten zodanig dat het verstandig is hier vooraf een keuze te maken.
Een te hoog volume kan vaak via aanpassen van de CV-waarden worden bereikt. Harder zetten kan maar met mate of soms geheel niet.
WORDT VERVOLGD
- Geluid - Belang van goede massa - Belang van schone motor - Kogellagers
- Hoe testen van de motor - Hoe adres programmeren - Bijzonderheden van MFX - Mogelijkheden voor Sinusmotoren - Hulp bij stamtafels
Benodigdheden
De benodigde materialen zijn:
- ..
- ..
- ..
Benodigde gereedschappen zijn:
- ..
- ..
Bouwbeschrijving
Vervang deze tekst door een beschrijving / uitleg behorend bij de afbeelding.
Verwijzingen (links)
Intern
Extern
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|