Bouwserie 50
Baureihe 50 | |
---|---|
Spoorwegmij's | DRG: |
Bedrijfsnummers | 00 001 t/m 01 000 |
Fabrikanten |
Henschel:Krupp:Kraus-Maffei:Floridsdorf:Borsig:Orenstein & Koppel: Schichau:Schwartzkopff. |
Aantal gebouwd | 3164 st. |
Bouwjaren | 1939 - 1943 |
Bouwwijze | 1'Eh2 |
Wiel-diameters: |
Drijfwielen:∅140cm. Loopwiel∅ 85cm Achterste:∅ ...cm |
Lengte loc.incl tender | 22,94mtr. |
Tendertype | 2'2'T26 |
Laadvermogen tender | 8 ton |
Stoomdruk | 18 bar |
Vuuroppervlak | 3,9m2 |
Verwarmingsoppervlak | 64,1m2 |
Dienstgewicht | 88,5 ton |
Vermogen: | ....kW/.... pk |
Max.snelheid V/A | 80/80km/h |
Service classificatie | G56.15 |
Uitdienst | 19.. |
Ontwikkeling en Bedrijf
De Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG) zocht in het midden van de jaren '30 naar een opvolger voor de inmiddels verouderde G10 stoomloc (BR 5710.) Deze sterk verouderde loc was al sinds de Eerste Wereldoorlog in bedrijf en voldeed niet meer aan de eisen des tijds.
Op basis van het eisen pakket van de DRG ontwikkelde Henschell een nieuwe loc waarvan later zou blijken dat deze zich in héél Europa een enorme populariteit zou verwerven en waarvan er tenslotte totaal 3141 stuks werden gebouwd.
De eerste twaalf locomotieven van de Baureihe 50 werden in 1939 door Henschel geleverd bedoeld als goederenloc. Al snel werd deze loc gezien als multi-inzetbaar voor zowel een goederen- als reizigerstrein. Met hun geringe asdruk van 15 ton en hun max. snelheid van 80 km/u in beide rijrichtingen, werd deze de universele locomotief voor verkeer op hoofd- en zijlijnen.
Gezien de goede rijeigenschappen steeg de vraag naar deze machine en gingen meerdere stoomloc fabrikanten deze loc produceren, namelijk: Krupp, Kraus-Maffei en Floridsdorf. Eind 1939 waren er al 219 Locs in bedrijf! Uiteindelijk werden deze locs door vrijwel alle Europese locomotieffabrieken gebouwd, zoals Borsig, Orenstein & Koppel, Schichau and Schwartzkopff. Tot en met 1943 werden door alle fabrikanten tesamen 3164 machines gebouwd.
Waar reden deze Locomotieven
In 1939 werden de eerste 12 BR50 door de DRG in dienst gesteld voor goederen vervoer. Na WO II werden bij de inmiddels opgerichte DB deze machines met zowel conducteurscompartiment in de tender als met een kuiptender van de BR52 uitgerust. Tijdens en na de oorlog werden eveneens een aantal machines, al of niet onder regie van de Duitse bezetter, door spoorwegdirecties, van diverse Europese landen overgenomen,zoals NS, ÖBB, NMBS en SNCF.
Nederlandse Spoorwegen (serie NS-4901 - 4906)
In 1925 was in Duitsland bij wet vastgegelegd dat er er alleen nog maar “Einheitslokomotieven” gebouwd mochten worden om de grote verscheidenheid aan reserveonderdelen te beperken. Zo ook de BR50.
Bij het uitbreken van de oorlog (WOII) steeg de vraag naar deze locomotieven enorm en werd ten opzichte van het oorspronkelijke type BR50 bezuinigd op de productietijd en materiaalkosten. Onder meer werden veel non-ferro onderdelen vervangen door minder hoogwaardig materiaal.
Tijdens de Duitse bezetting werden een aantal locs van dit sterk vereenvoudigde type BR50 in Nederland geplaatst. De locs 4903, 4905 en 4906 waren van het zogenaamde Ük-type (Übergangskriegsbauart). Deze waren makkelijk te herkennen doordat achter het nummer de letters Ük werd geschilderd.
De loc 4903 werd door Krauss-Maffei in 1942 gebouwd en door de “bezetter” in Nederland ingezet.
Ter dekking van geleden oorlogsschade werden door de Ned. Autoriteiten diverse van deze machines in '45 geconfisqueerd. De 4901 en de 4904 werden in Oktober 1944 door de NS in bevrijd gebied ingezet. De zwaar beschadigde 4902 die in NL nog geen dienst had gedaan werd als plukloc gebruikt om daarmee de eveneens beschadigde 4903 te herstellen. De overige 5 machines hebben enige tijd dienst gedaan vanuit depot Eindhoven. Van daar uit deden zij dienst in het kolenvervoer vanuit Zuid Limburg via Hasselt in België en via Eindhoven naar Nijmegen. De locs 4903 en 4904 deden actief dienst in het vervoer van goederen tussen Zwolle en Onnen (Gr).
Omstreeks eind '47 werden deze locs weer geretourneerd naar Duitsland. Bij hun terugkeer in “die Heimat” werden ,behalve de 4902, alle locs weer in dienst gesteld. De locs van het type BR50 bleven na hun vertrek een vertrouwd beeld in de Nederlandse grensstreek, waar zij bij alle Nederlands-Duitse grensstations vanaf Simpelveld tot aan Nieuweschans een dagelijkse verschijning waren en pas verdwenen in 1973.
- Zusterlocs resp;
Locnr. | Fabrikant | Bouwjaar | Bedrijfsnr. | Uit dienst |
---|---|---|---|---|
4901 | Henschell | 1942 | 50 5086 | Scheinfurt 1965 |
4902 | Jung | 1941 | 50 1613 | Gronau 1952 |
4903 | Krauss Maffei | 1942 | 50 1680ÜK | Dortmund Rbf Mei 1966 |
4904 | DMW Posen | 1942 | 15 1964 | Hamburg Jan. 1953 |
4905 | Ostrowiec Polen | 1944 | 50 2662ÜK | Osterfeld Süd Jan.1953 |
4906 | Krupp | 1942 | 50 2447ÜK | Neus 1974 als loc.052 447-0 |
Bundesbahn Österreich (ÖBB)
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS/SNCB)
Wie is in het bezit van de loc. bedrijfsnummer 25004 en/of 25016 ?
(Hier komt Grootspoor foto met de kenmerken van een (NMBS/SNCB) 25xxx)
Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF)
Wie is in het bezit van een foto van deze bedrijfsnummer 150Z 2217 ?
(Hier komt Grootspoor foto met de kenmerken van een SNCF 150 Z xxxx)
Bijzonderheden/Opmerkingen
Literatuur
- bijv. boekwerken enz.
Externe Verwijzingen
Modellen
Alle Modellen in deze bouwreeks
Grootspoor Afbeeldingen
- .jpg
Grootspoor voorbeeld 2 - .jpg
Grootspoor voorbeeld 3 - .jpg
Grootspoor voorbeeld 4 - .jpg
Grootspoor voorbeeld 5