Tilly’s modelbaanproject

Uit 3rail Wiki
Versie door F.P.Vonk (overleg | bijdragen) op 14 sep 2013 om 15:14 (→‎Gebruikte Materialen: John Tilly als mede opsteller ingevoerd)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Tilly’s modelbaanproject

De Treinen kamer


Na meer dan 25 jaar alleen maar verzamelen is het dan eindelijk zover, op 17 Januari 2009 was er dan een eigen ruimte voor de bouw van een grote modelbaan. Als doel werd gesteld om het in 1 keer goed te doen waarbij de volgende eisen gesteld werden:

  • Er moet een comfortabel klimaat heersen zowel in de zomer als in de winter. De ruimte is daarom volledig geïsoleerd en voorzien van vloerverwarming. Bijkomend voordeel is dat je geen last hebt van die ellendige radiatoren.
  • De ruimte moet zo stofvrij als mogelijk gebouwd worden. Dit is gerealiseerd in de vorm van een tegelvloer, afwasbaar behang en afwasbaar plafond. Ook de vloerverwarming helpt hierin mee.
  • Ruimte moet ten alle tijden donker gemaakt kunnen worden. Hiervoor zijn rolluiken geplaatst.
  • Aparte stroomvoorziening en internetaansluiting. Vanuit de meterkast zijn 2 groepen gelegd waarbij er 1 gebruikt wordt voor de verlichting ed en de andere volledig te beschikking staat voor de modelbaan.
  • Veiligheid: er hangen 3 rookmelders en er bevindt zich een brandblusser in een naastgelegen ruimte. Betreffende inbraak is de toegangsdeur voorzien van een veiligheidsslot, hangen er rolluiken voor de ramen en is er een elektronische beveiliging aanwezig.
  • Afgeronde hoeken en maximaal gebruik maken van de beschikbare ruimte.

Het Begin:

Na het leggen van een tegelvloer met vloerverwarming werden de hoeken van de kamer afgerond gemaakt waarbij er gekozen is voor een straal van 72 cm waar precies de C-rail straal R5 langs past. De afronding werd gemaakt van houten latjes met daarop underlayment platen die in de juiste straal gezaagd zijn. Daarna werd de constructie met gipsplaten afgewerkt. Om dat gipsplaat niet te buigen is zijn er om de 4 cm met een stanleymes inkepingen gemaakt en konden de 4 hoeken van de kamer mooi bezet worden.Na het bezetten werd er een aanslag gemaakt die gebruikt werd voor de achtergrond en in een later stadium diende als kantlat voor het systeem plafond. Na het plaatsen van plinten werd de achtergrond aangebracht die op een het rol, gemaakt door JoWi, werd aangeleverd. Deze achtergrond is een latex-variant van 1.10m hoog en 20.5m lang en bestaat uit 1 stuk mooi dik papier dat bestand is tegen vergeling en een perfecte bedrukking in zijde glans geeft en bovendien ook nog eens afwasbaar is. Als laatste kwam het aanbrengen van het systeemplafond met ingebouwde TL verlichting, spots (t.b.v. een dag/nachtcyclus) en luidsprekers aan bod.

Verlichting


De ruimte wordt verlicht met TL-balken omdat mij dit nog altijd de beste verlichting lijkt te zijn om goed te kunnen werken. Tl-verlichting is naar mijn mening echter niet geschikt om sfeer op de modelbaan te creëren. Ook zijn er spots ingebouwd die in de toekomst met behulp van een een PC-programma een dag- nachtschakeling moeten laten zien maar dit project ligt op het moment nog stop daar er nog geen geschikte gekleurde GU10 led spots te vinden zijn die dimbaar zijn met een normale dimmer of dimmers van Marmitek.

Inrichting Treinen kamer


Bovenaanzicht van de baanindeling.

Bij de inrichting van de kamer is er gekozen voor een “ruimte vullende” opzet. Je staat straks, zoals de Duitsers het zo mooi zeggen, “mitten ins geschehen”. Daarnaast bleek uit de vele reacties van mede hobbyisten dat een goede bereikbaarheid van de sporen een “must” is. Vanwege onderhoud zijn de ramen van de kamer “vrij” gelaten en hebben de looppaden(wit gekleurd) een breedte van 80cm zodat er genoeg bewegingsruimte is voor te werken en straks natuurlijk te rijden en te kijken. Het bureau (onderhoud/klustafel), waar straks de centrale en PC geplaats zal worden, is centraal gekozen om een zo goed mogelijk overzicht te houden. Ben begonnen met het bouwen van de onderbouw van de gebieden A t/m F. Het gedeelte G-H worden op een later tijdstip gemaakt en de onderbouw van de gebieden A-B zijn een spiegelbeeld van de onderbouw van de gebieden E-F. De kasten van de gebieden C-D-G-H zijn gemaakt van Trespa en vormen gelijktijdig de onderbouw van de schaduwstations. Omdat de naast liggende ruimte de wasruimte is waar de wasmachine staat en je niet wil hebben dat je spullen nat worden als gevolg van een lekkage, zijn de kasten op een plint geplaatst. Op onderstaande foto’s zijn de onderbouw te zien van alle gebieden A-B-C-D-E-F-G-H. Ook is te zien dat op de kasten al steunen zijn gemaakt die dienen voor het dragen van de platen van het onderste schaduwstation. De tussenruimte die ontstaan is, is nodig voor de bekabeling van het onderste schaduwstation. Tegen de muur zijn al latten aangebracht voor het derde schaduwstation en het bovenste zichtbare niveau.


Opmerking: Het bedienings station (onderhoud/klustafel) wordt later besproken in een ander hoofdstuk.

Baan ontwerp


Tekening zijaanzicht van de niveau’s.

In het baanontwerp bevinden zich 3 schaduwstations, te weten, schaduwstation 1 op normale hoogte (niveau 0), schaduwstation 2 (niveau 2 +110), schaduwstation 3 (niveau 3 +220), zichtbaar gedeelte H-G (niveau 4 +330) en zichtbaar gedeelte A-B-C-D-E-F (niveau 5 +440) en hoger. In het ontwerp bevinden zich tevens 3 klimspiralen namelijk in de gebieden A, F en G die de hoogteverschillen voor hun rekening nemen.


Opmerking: Van het totale baan plan is er ook een Wintrack bestand.

De bouw van de baan

Schaduwstation 1


De bouw van de baan is begonnen met het niveau van schaduwstation 1. Er is gekozen voor slanke C-wissels van Märklin. Het schaduwstation 1 (niveau 1) bestaat uit 11 sporen met elk een lengte van meer dan 6m. De achterste 5 (1 – 5) en de voorste 5 (7 – 11) sporen dienen als opstelspoor en het middelste spoor (6) dient als doorrijspoor. Door het op deze manier in te richten gaat er maar 1 spoor verloren als ik een trein door het schaduwstation wil laten rijden. De treinen rijden dan namelijk via de linkse klimspiraal door spoor 6, door de keerlus rechts over spoor 6 weer terug naar de klimspiraal omhoog. De opstelsporen zijn verdeeld in 3 blokken waardoor het mogelijk is om hier 3 treinen van 2m of 1 trein van 4m en 2 van 2m of zelfs 1 trein van 6m op te kunnen stellen. Voor de keerlus is gekozen gebogen rail 24530 (R5=643,6 mm) gekozen en voor de linkse klimspiraal de gebogen rail 24430 (R4=579,3 mm) als buiten bocht en 24330 (R3= 515 mm) als binnen bocht. De rails ligt op polystyreenplaten van 6mm dikte, die ervoor moeten gaan zorgen dat het geluidsniveau binnen de perken blijft. Ieder opstelspoor van 6m is opgedeeld in 3 blokken van 2m en vervolgens ingedeeld in 2 terugmeld secties. Het totale schaduwstation bevat nu 64 terugmeldsecties en ieder blok is vervolgens voorzien van 2 voedingspunten (massa en baanspanning). Op onderstaande foto kunnen jullie zien hoe dit eruit ziet.


De werkzaamheden aan het Schaduwstation waren behoorlijk onderschat, dacht dit doen we wel effe. In de praktijk betekende dit echter: • bij meer dan 500 rails de railstaven van elkaar scheiden dus 1000x slijpen. • 64 kabels solderen t.b.v. de terugmelding. • 64 x2(massa en baanspanning) = 128 kabels solderen voor de voeding. • 110 isolatoren(74030) plaatsen. • 110 x railstaven doorslijpen. De volgende stap is het aansluiten van de decoders. De terugmeld decoders (LTD RM-88-N-Opto) worden aan de voorzijde van het schaduwstation aangebracht zodat ze ten alle tijden makkelijk bereikbaar zijn. De wisseldecoders (LTD S-DEC-4) gaan hun plaats vinden aan de kopszijdes van de kasten en de massa en baanspanningsleidingen zijn aan de muurzijde aangebracht zodat er zo min mogelijk kans bestaat dat deze gaan storen op de terugmeldingen. De keerlus en het schaduwstation zijn voorzien van een vangrail ter voorkoming van het vallen van het rijdend materiaal, de stroken van 4mm multiplex zijn 5cm hoog. Tevens dient deze vangrail ook als drager voor de kabelgoot.

Vangrail van gebied E-F (keerlus rechterzijde).
Vangrail over de volle lengte van het die tevens zal gaan dienen als drager voor de kabelgoot. Op de wat bredere(hogere) plaatjes zijn de terugmeld modules gemonteerd.


De kabelgoten hebben een lengte van 2 meter en een profiel maat van 25mm x 30mm en zijn vast gezet met M5 boutjes met een lengte van 10mm.


Voordat de linkse klimspiraal A gebouwd werd is er een tijdelijke keerlus gemaakt zodat e.e.a. van schaduwstation 1 uit getest kon worden met koploper en DDW via de computer. Uiteindelijk is het gelukt met de hulp en medewerking van ander 3 Rail forum leden om de treinen te laten rijden. Voor een meer gedetailleerde probleem oplossing kan men John topic raadplegen.

Klimspiraal gebied A-B


Bij de voorbereidingen van de bouw van het eerste klimspiraal A bleek dat de bogen van het baanplan ontwerp van niveau 1 naar de klimspiraal ietwat ongunstig lagen wat het lastig maakte om doorlopende draadeinden te plaatsen, waardoor het ontwerp dus iets aangepast moest worden. De foto’s hieronder geven een indruk wat ik hiermee bedoel.

Het oorspronkelijke baanplan ontwerp bij klimspiraal A.
Het aangepaste baanplan ontwerp bij klimspiraal A.


Detail tekening voor klimspiraal A.

Door deze aanpassing kwamen de plaatsen van de doorlopende M10 draadeinden een heel stuk beter uit. Nu liggen alle sporen vanaf niveau 1 direct boven elkaar wat de uitvoering een stuk makkelijker maakt. Vervolgens werd er begonnen met het uittekenen, boren van gaten, op maat maken en monteren van de M10 draadeinden. De “hulplijnen” die op de basisplaat aangebracht waren bewezen nu hun dienst.

De plaatsing van de M10 draadeinden voor klimspiraal A.

Dit is de huidige stand van zaken, 20m draadeind zit er nu al in. De “aanloop” naar de klimspiraal is nu ook al duidelijk zichtbaar. De volgende stap is het monteren van de buitenste keerlus van niveau 2 en daarna wordt de uiteindelijke klimspiraal opgebouwd. Daarnaast moeten alle rails nog geschikt gemaakt worden voor massadetectie(slijpen), baanspanning, massa en terugmeld draden gesoldeerd worden, enz.


In de laatste tekening is ook het aansluitschema zichtbaar. Ieder ovaal heeft 2 voedingspunten (B en O) en 2 draden voor de terugmelding. De buitenste railstaaf is aangesloten op de massa en de binnenste wordt gebruikt voor de terugmelding. Het worden 4.5 of 5.5 omwentelingen en elke wending is 1 blok, dus in totaal zijn het dan 5 blokken geworden met zijn eigen terug melding. Verder zijn boven aan de tekening de rode letters A en B zichtbaar. Hier is echter een fout gemaakt en wil voorkomen dat jullie dezelfde maken. Het is lastig uit te leggen maar we gaan het toch proberen. De spiraal start met stijgen bij punt A, de rechte rails tussen A en B op het onderste niveau liggen dus vlak. Na 1 omwenteling moet het niveau verschil bij B al zo groot zijn dat er een trein onderdoor kan. Op het tweede niveau blijft tussen B en A het traject echter nog verder stijgen waardoor het niveau verschil onnodig groter wordt. Mocht iemand dus zo’n spiraal willen maken, start dan het stijgen bij punt B en dus niet bij A. Om het makkelijk en handelbaar te maken wordt iedere omwenteling gemaakt uit 2 delen. De dikke zwarte stippellijntjes op de tekening geven de scheiding aan tussen ieder deel. Deze delen worden eerst volledig geassembleerd (op maat gezaagd, geboord, beplakt met polystyreen, voorzien van vangrails, enz.) en pas dan over de draadeinden gepositioneerd, gemonteerd en vastgelijmd aan het traject wat al klaar is.


Het plan in deze fase is om te wachten met de laatste halve wending. Deze komt namelijk uit op het zichtbare gedeelte waar hoogstwaarschijnlijk gebruik gemaakt gaat worden van overgangsbogen. Daar ik nog niet tevreden ben met het plan van het zichtbare gedeelte in dit stadium, laat ik dit nog voor wat het is. De volgend stap is het aanleggen van kabelgootjes om de bekabeling van de wendingen netjes weg te werken.


Klimspiraal gebied E-F


We gaan nu beginnen met het gebied E-F, het oogt nu nog een beetje kaal maar dat zal snel gaan veranderen. De keerlus van niveau 1 is nog zichtbaar, de bedoeling is om hierop een “schaduwkopstation met geïntegreerde keerlus uitkomend op een enkele links omdraaiende klimovaal” te bouwen. Dus weer een mooie uitdaging

De keerlus van schaduwstation 1 bij gebied E-F.
schaduwkopstation met geïntegreerde keerlus uitkomend op een enkele links omdraaiende klimovaal in gebied E-F.


Er zal dezelfde bouwmethode toegepast gaan worden als bij de klimspiraal (eigenlijk klimovaal) in gebied A die nu klaar is. Complete baantrajecten worden dus eerst volledig gebouwd, dan over de draadeinden geplaatst en vervolgens aan elkaar gelijmd, gemonteerd en verder afgewerkt.


De volgende stap is het maken van de “oprit” van niveau 3 en de eerste halve wending van de klimovaal. Op onderstaande tekening zijn dit de groen gekleurde railsen:

De tekening van gebied E-F.



Nu de klimspiralen van de gebieden A en F zo goed als klaar zijn, kunnen we gaan beginnen met de bouw van schaduwstation niveau 3.

Schaduwstation 3


Dit schaduwstation komt precies boven dat van niveau 1 te liggen in gebied B, C, D, E en zal identiek zijn maar dan in spiegelbeeld. Dit heb ik gedaan om een balans te houden tussen het aantal linkse en rechtse wissels. Hier dan het plan:

Het plan van schaduwstation niveau 3.

Links- en rechtsonder van het baanplan zijn de gedeeltes van de klimovalen te zien, de bovenste 11 sporen zijn het schaduwstation 3. Na lang nadenken over hoe de bekabeling gemaakt gaat worden is het volgende onderstaande plan ontstaan die uit gevoerd gaat worden volgens de onderstaande tekening:

Het plan van bekabeling van schaduwstation niveau 3.

De kabelgoot voor de terugmeldingsleidingen komt aan de voorzijde(links), identiek aan die van niveau 1. De kabelgoot voor de voeding komt in het midden onder de plaat, bevestigd aan een draadeind m.b.v. aluminium hoekjes. Na lang nadenken of hier een extra draadeind geplaatst moet worden is dit eigenlijk niet nodig bij het gebruik van 18mm multiplexplaten. Het nadeel van deze opzet is namelijk dat de achterste sporen iets minder bereikbaar worden, maar het heeft ook 2 grote voordelen: 1- De multiplexplaten zijn ietwat bol en kunnen m.b.v. deze draadeinden “gericht” worden; 2- De kabelgoot met ringleiding kan al volledig gemonteerd worden nog voordat de platen gelegd worden.
Voordat de multiplexplaten aangebracht worden, zijn deze eerst voorzien van onderstaande kabelhouders, die als volgt gemonteerd zijn:

De gebruikte kabelhouders.
Kabelhouder plan.


Na het fixeren van de rails van niveau 1, begonnen met het plaatsen van de draadeinden voor niveau 3 en 5. Tevens voorbereidingen getroffen voor het monteren van de kabelgoot zoals eerdere vermeld. Hier 2 foto’s:

Draadeinden voor schaduwstation niveau 3.
Detail geplaatste beugels voor de kabelgoten.


De kabelgoten gemonteerd en om de voedingsleidingen zo veel mogelijk gescheiden te houden van de terugmelding, is het noodzakelijk om voor deze kabelgoot een “doorvoer” naar onderen te maken. Dit is ook nodig voor het niveau wat hier boven op komt. Omdat de bovenliggende sporen niet hetzelfde liggen is het nodig om hier goed naar te kijken. Op de onderste tekening en foto die gemaakt zijn, is het duidelijk te zien:

De gemonteerde kabelgoten.
Tekening doorvoeringen.




De doorvoering van niveau 3.

De doorvoering van niveau 3 ziet er dan als volgt uit:

De doorvoeing aan de kant van niveau 2, deze ziet er dus anders uit.

Bij de doorvoeringen aan de andere zijde is eenzelfde constructie wegens sporen van niveau 2 niet mogelijk. Hier komen aparte doorvoeringen van niveau 3 en niveau 5.
Nu was het zover om de platen van niveau 3 op hun plaats te leggen, wat het volgende resultaat gaf:

2 platen gemonteerd, bovenaanzicht.
Onderaanzicht, de bereikbaarheid van de achterste sporen lijkt mij geen probleem, er zit nog 16cm ruimte tussen de kabelgoot en de rails.


Alles ligt nu nog los omdat deze platen aan de onderzijde nog voorzien moeten worden van de kabelhouders. Na het vast schroeven van de kabelhouders met parkertjes van 2.9 x 13mm, ziet het er als volg uit:

Vast geschroefde kabelhouders.
De platen met de vast geschroefde kabelhouders op hun plaats gelegd.


Alle platen zijn, nadat ze voorzien zijn van kabelhoudertjes, geplaatst. De onderbouw voor dit schaduwstation 3 is nu volledig gereed. Hier 2 foto’s:

Onderbouw schaduwstation 3 is klaar gezien vanaf E-F.
Onderbouw schaduwstation 3 is klaar gezien vanaf A-B.


De bekabeling aan de onderkant ziet er nu zo uit.


Hier zijn de isolatieplaten aangebracht en de vangrails en kabelgoten gemonteerd. Hier eerst een foto van gebied A/B/C waarop bovenin de aansluiting op de keerlus te zien is:

Isolatieplaten aangebracht.


Nogmaals een foto maar dan genomen van gebied D/E/F waarop bovenin de aansluiting op de klimovaal al gerealiseerd is:

Isolatieplaten aangebracht.


Een close-up, waar de kabelgoten en de terugmelddecoder van schaduwstation 1 te zien zijn.

Close-up.

Op de lege plek komt straks de terugmeldmodule voor het schaduwstation van niveau 3. Onder de bovenste plaat zijn ook de kabelhouders en de kabelgoot te zien.
Na het doorslijpen van alle railsen (massadetectie), solderen van de draden, het aanpassen en inbouwen van de wisselaandrijvingen en het maken van de wisselstraat-detecties is alles op z’n plaats gelegd wat er als volgt uit ziet.

Railsen schaduwstation 3 liggen gezien vanaf E-F.
Railsen schaduwstation 3 liggen gezien vanaf A-B.


Na het fatsoeneren en groeperen van de kabels, alles in de kabelgoot gefrot en gefixeerd met tie-raps. Vervolgens de deksels van de kabelgoten aangebracht ,de tie-raps verwijderd en de dekens, die dienden voor de afdekking c.q. bescherming, weggehaald. Ik kan jullie dit afdekken alleen maar aanraden, onvoorspelbaar wat een rommel er omlaag komt tijdens dit soort werkzaamheden. Hierbij een aantal foto’s:

Blik op schaduwstation 3, let op dekens en kabelgoten.
De dekens zijn verwijderd en de goten zijn voorzien van afdek deksels, zo is alles netjes weggewerkt.


Om jullie mee te laten genieten, is hier nog een foto waarop de 2 “etage parkeerdekken” in vol ornaat zichtbaar zijn:

Zicht op schaduwstation 1 en 3, deze liggen boven elkaar.


De Controlekamer


Na deze fase zijn we nu weer een flinke stap verder gekomen en voor een beetje afwisseling te zorgen, gaan we nu eerst de “controlekamer” inrichten. Een plan/tekening is daarbij onmisbaar.

Tekening controlekamer.

Er is ruimte voor 4 monitoren maar in eerste instantie worden er 3 geplaatst. In de toekomst komt er misschien nog wel een vierde bij t.b.v. de aansturing van de Marmitek componenten voor de dag/nacht cyclus verlichting. Het geheel wordt gemaakt met 25mm dikke Trespa volkernplaten, stevigheid is dus geen issue. Op deze lege plaats gaat het gebeuren:

Plaats van de controlekamer.



Testtraject

Nadat het schaduwstation van niveau 1 met keerlussen klaar was is het eerst volledig en grondig getest. Dit moest echter nog gebeuren voor beide klimspiralen en het schaduwstation van niveau 3. Omdat het een vrij grote baan is moet dit nu eerst volledig getest gaan worden om eventuele fouten in de bedrading nog enigszins goed te kunnen achterhalen. Om nu te kunnen rijden is het dus noodzakelijk om beide schaduwstations via de klimovalen met elkaar te verbinden. Hiervoor moet een testtraject aangelegd worden van de ene klimovaal naar de andere. Het Onderstaande bedrijfsschema maakt een en ander duidelijk:

Bedrijfsschema dubbelspoors hoofdtraject.


Nadat de railsen van het schaduwstation van niveau 3 gefixeerd zijn met stukjes polystyreen, zijn we begonnen met het op maat maken en monteren van de 18mm multiplexplaten boven dit schaduwstation. Deze platen hebben 2 functies: op de eerste plaats het afdekken/beschermen van het schaduwstation en ten tweede fungeren ze als basis voor het zichtbare gedeelte op niveau 5 van de delen A/B/C/D/E/F. Hier 2 foto’s:

Zichtbare bovenste niveau 5 gezien vanaf deel E-F.
Zichtbare bovenste niveau 5 gezien vanaf deel A-B.


Bovenop dit niveau 5 wordt dan een demontabel testtraject gebouwd, wat er als volgt uit ziet.

Met behulp van nietjes, plakband en stroken papier(250grams) provisorische vangrails gemaakt. Het gaat hier tenslotte maar om een testtraject en niet het definitieve rail plan. De volgende stap was het aansluiten van de baanspanning, en daarna mijn eerste test ronde te rijden. Ik heb hier natuurlijk uiteraard even een filmpje van gemaakt, welke 8 minuten duurt:

Ik schat dat de trein nu iedere ronde zo'n 200m aflegt. In dit stadium zal er nu zo ongeveer 350m rails liggen. De bedoeling is om op dit traject zo'n 50 tot 60 treinen te laten rijden, dit vereist wel nog het nodige aansluit- en programmeer werk. De E91 die rondrijdt is uitgevoerd met een hoogvermogensmotor in combinatie met een ESU mfx decoder(61600). Loks die zo omgebouwd worden rijden werkelijk fantastisch en zijn vrij ongevoelig voor massa onderbrekingen en schommelende spanning. De klimovalen en het zichtbare gedeelte worden namelijk via de railsen van het schaduwstation gevoed, er zijn nl nog geen extra voedingen aangesloten en dan toch rijdt deze lok geweldig. Moeiteloos trekt hij de 30 wagonnetjes vooruit. Vanwege de lengte van de film heb ik deze trein inderdaad wat sneller laten rijden, anders zou er aan de film geen einde komen. In de toekomst zal deze natuurlijk een meer realistische snelheid krijgen.
Om het makkelijk te maken en om fouten tijdens de installatiewerkzaamheden te voorkomen, is er net als bij het bouwen van het schaduwstation 1, eerst weer een Excel file gemaakt beide zien er als volgt uit:

Abeelding Excel bestand terugmelding schaduwstation 1.
Abeelding Excel bestand terugmelding schaduwstation 3.


Deze tekeningen hebben voor mij ontzettend veel waarde. In de eerste plaats is het een perfect hulpmiddel bij het aansluiten van de wissels en terugmeldingen en in de tweede plaats is het een mooi hulpmiddel voor het programmeren in Koploper. Alle noodzakelijke gegevens die nodig zijn staan er namelijk op zoals wisselnummers, terug meld-contacten en bloknummers. De blauwe FTP-kabels die de S88 modules van niveau 1 met elkaar verbonden (linker streng HSI-88) zijn inmiddels vervangen door groene. De S88 modules van niveau 3 zijn daarna m.b.v. oranje FTP kabels(middelste streng HSI-88) met elkaar verbonden. Hier een foto waarop het gebruik van diverse kleuren zichtbaar is:

RM-88-N-Opto terug meld modules met verschillende kleuren FTP-kabels.

Door gebruik te maken van verschillende kleuren FTP-kabels wordt (hopelijk) de kans op het maken van fouten kleiner en het zoeken naar eventuele storingen makkelijker. Nu kwam weer één van de leukste werkjes van onze hobby aan bod, spelen met Koploper, dit wordt echter uitgelegd in een ander categorie binnen Wiki.

Toelichting van de Excel tekeningen

In dit hoofdstuk even een uitgebreidere uitleg over de gebruikte Excel files, heb even een detail tekening gemaakt:

Detail abeelding Excel bestand.
De blokken in koploper lijken mij duidelijk. Hier nogmaals de tekening die laat zien hoe een blok aangesloten is.


Ieder blok bestaat dus uit 3 secties, te weten:

  • De stopsectie: deze is in de Excel file donkergroen gekleurd.
  • De afremsectie: in de Excel file lichtgroen gekleurd.
  • De inrijsectie: deze is in de Excel file lichtgeel gekleurd.

De kleuren uit de Excel file hebben niets te maken met de kleuren van de kabels!!! De terug meld leidingen afkomstig van de afremsectie en de inrijsectie zijn met elkaar doorverbonden in de connector van de terug meld modules. Koploper heeft namelijk maar 2 contacten nodig per blok. Mocht ik in de toekomst over willen stappen naar een ander softwareprogramma (lijkt mij trouwens onwaarschijnlijk) dan is er in ieder geval nog een mogelijkheid om te gaan werken met drie contacten per blok zonder daarvoor de halve baan te moeten afbreken. In de Excel file staat ieder blokje voor 1 rechte c-rail 24188. Dit zal niet overal zo doorgetrokken kunnen worden maar in de schaduwstation was het geen enkel probleem. Dan nu naar de oranje blokjes. Dit is de wisselstraat bezetmelding die gemaakt is volgens deze tekening:

De wisselstraat bezetmelding.


Van alle railstukjes nr 24071 is één railstaaf geïsoleerd en de leidingen daarvan zijn met elkaar doorverbonden en aangesloten op één terug meld contact. De nummertjes in de blokjes van de Excel file geven vervolgens aan op welke terug meld module met welk contact deze aangesloten zijn, dus nr. 8.15 wil zeggen module 8 contact 15. Dan hebben we nog de wisselnummers. Op bovenstaande detail Excel file (afbeelding 271-exel-detail.jpg) staan de wissels W3.2 en W3.3 getekend, W3.3 wil zeggen de wissel die aangesloten is op wisseldecoder 3, contact 3. Hoop dat het nu iets duidelijker is waarom en hoe de Excel files zijn ontworpen.
Alle terugmeldingen, dus ook die van de klimspiralen en het zichtbaar gedeelte, zijn nu aangesloten en getest. Het bovenste niveau is inmiddels ook voorzien van een vangrail waartegen straks de kabelgoten van het zichtbaar gedeelte bevestigd worden. Hier een foto:

Bovenste zichtbare deel met vangrail, waarop de kabelgoten nog bevestigd moeten worden.

Op de foto is ook een extra spoor te zien, dit is het voorlopige ijktraject waarop de locs geijkt gaan worden. Ditmaal laat ik ze eerst lekker warmdraaien op de hoofdbaan alvorens ze te ijken. Bij de bouw van het onderste schaduwstation had ik hiervoor niet te tijd genomen wat uiteindelijk resulteerde in geen goed geijkte locs.

Aansluiten voedingsleidingen Klimovalen en zichtbare traject

De volgende stap is het netjes aansluiten van de voedingsleidingen van de klimovalen en het zichtbaar traject. De voedingsleidingen van gebied EF. De grote hoeveelheid kabels maakte het noodzakelijk om ook hier gebruik te gaan maken van kabelgootjes. Hier een foto genomen richting klimovaal:

De voedingsleidingen van gebied EF.
De voedingsleidingen van één richting schaduwstations.


En nog een close-up van de koppeling tussen ringleiding en toevoerleidingen.


Zoals jullie kunnen zien liggen er aan beide zijde 2 kabelgoten, één ten behoeve van de voedingen en één t.b.v. de terug meldleidingen. De losse kabels die jullie nog zien hangen zijn die van de terugmeldingen en wissels van niveau2, deze worden in een latere fase aangesloten. De ringleidingen, 4 stuks t.b.v. 4 boosterkringen, zijn uitgevoerd met 2.5mm2 kabel, de kabeltjes naar de railsen zijn 0.25mm2. De verbinding tussen deze 2 zijn gemaakt met 10 kwadraat kroonsteentjes. Ook heeft iedere boosterkring zijn eigen kleur gekregen om fouten zoveel mogelijk te voorkomen.

Dit zelfde is ook zo uitgevoerd in gebied AB. Hier is de hoeveelheid werk nog groter omdat de klimovaal nog opgedeeld moet worden in 10 blokken en de boosters nog ergens opgehangen en aangesloten moeten worden. Er zijn 4 boosters(4.5A) van Albert Jan besteld die op de één of andere manier nog aangesloten moeten worden op de booster van Huub. Hierbij een foto van de boosters van Albert Jan.

De 4 boosters van Albert Jan.


Omdat er nog geen idee van is hoeveel Boosters er totaal nodig zullen zijn voor dit gedeelte volgens mij 4 te weinig zullen zijn. Is het traject in de fase van de bouw nu als volgt opgedeeld:

Boosterindeling hoofdtraject.
Onderdelen aansluiting Booster.


Alleen al het stijgende spoor van klimovaal gebied A wordt opgedeeld in 5 blokken dus kunnen alleen al hier 3 treinen gelijktijdig aan het rijden zijn. Maar goed, we zullen zien, eerst eens kijken hoe het met 4 boosters zal gaan. Heb er met aansluiten in ieder geval al rekening mee gehouden dat de 4 boosters te weinig zullen zijn en kan dus vrij gemakkelijk het hoofdtraject opdelen in nog meer boosterkringen. Om een betere verdeling te krijgen van het stroomverbruik werd me aangeraden om een schaduwstation aan te sluiten op één booster. In een schaduwstation kunnen er maar max 4 treinen rijden (2 aan de voorzijde en 2 aan de achterzijde) en nog één in de keerlus waardoor de belasting beperkt blijft tot max 5 treinen. Na het aanschaffen van wat onderdelen zoals een afgeschermde kabel, een connector (com poort), 2 weerstandjes en een transistor gehaald, werd alles vervolgens aangesloten volgens onderstaand schema:

Aansluitschema Booster.


Vervolgens een tweede booster aangesloten, en jawel hoor, het werkt perfect!!! Hier een foto van mijn testopstelling:

Aansluiting van 2 Boosters.


Beide locomotieven kunnen dus in 2 afzonderlijke stroomkringen onafhankelijk van elkaar bestuurd worden. Zoals te zien zijn de weerstandjes en de transistor met connectoren op een printje gemonteerd zodat van hieruit meerdere boosters eenvoudig aangesloten kunnen worden. Het nadeel van de boosters van Albert Jan t.o.v. van die van Huub is dat je iedere keer na het uitschakelen via Koploper (rode spiegelei) en weer inschakelen (groene spiegelei) de groene resetknop op de booster moet bedienen. De bedoeling is om parallel aan deze resetknop een ander resetknopje te maken ergens op een goed bereikbare plaats zodat je niet iedere keer onder de baan hoeft te kruipen. De volgende stap is het aansluiten van een lamp ter beveiliging volgens het volgende principe zie Nproject.org Vandaag gestart met de bouw van de “krachtcentrale”. Onder gebied AB eerst 2 balkjes(één boven en één onder) tegen de muur bevestigd

Voorbereiding bouw krachtcentrale.


Daarna een 18mm dikke multiplex plaat genomen met een afmeting van 244 x 45cm en deze voorzien van 45mm grote gaten t.b.v. de doorvoering van de kabels van de transformators. Op deze plaat ook hulplijnen getekend en gaatjes voorgeboord voor het monteren van transformatoren en boosters. Toen de kabelgoten aangebracht en vervolgens deze plaat tegen de muur bevestigd. Dit ziet er dan zo uit:

De achter plaat van de krachtcentrale.
De achter plaat van de krachtcentrale met de gemonteerde trafo’s en boosters.


Op bovenstaande rechtse foto zijn ook al de verdeeldozen gemonteerd en te zien is dat de kabels mooi achter de multiplexplaat verstopt kunnen worden. Vervolgens al 5 Märklin trafo’s en de 4 boosters van Albert Jan geplaatst. Met de opdeling van de achter plaat is al rekening gehouden dat er plaats is voor 20 boosters. Voordat de boosters aan de ringleidingen aangesloten kunnen worden, moest er nog een plaatsje gevonden worden voor de halogeenlampen die dienen als extra beveiliging (zie Nproject.org). Naast de trafo's en boosters had ik nog ruimte:

Extra beveiliging van de krachtcentrale.


De fittinkjes zijn op een volkernplaatje gemonteerd omdat dit nauwkeuriger werkt en op deze manier de kabels onderlangs verlegt kunnen worden. Tevens kunnen hier makkelijker stickers op aangebracht worden waarmee iedere kring herkenbaar blijft. Hier nog een close-up van de fitting en lamp:

Fittinkjes en lamp extra beveiliging van de krachtcentrale.


Nu kunnen in deze fase de ringleidingen aan de draden vast gesoldeerd worden. De laatste hand gelegd aan het opdelen van Klimspiraal A. Alles is nu aangesloten, geprogrammeerd in koploper en getest. De doorstroom van treinen is nu stukken beter. Ook het advies van Paul Haagsma opgevolgd en de "cycli tuning" in Koploper uitgeschakeld. Daarna de treinen laten rijden en het aantal opgevoerd. Nu geen problemen meer, tot 16 treinen gelijktijdig kunnen laten rijden. Af en toe valt er wel een booster uit maar dit is ten gevolge van overbelasting. Dit is heel duidelijk aan de halogeen lampen te zien. Zodra een aantal zwaar verbruikers zoals de ICE gelijktijdig gaan rijden, dan zie je de lampen steeds feller gaan branden totdat de betreffende booster zich uitschakelt. Dit probleem zal opgelost zijn zodra de nieuwe boosters van Albert Jan binnenkomen. Ook de terugmelding en de wissels blijven feilloos werken sinds deze aangesloten zijn op een aparte boosterkring. Het aansluitschema ziet er nu op tekening als volgt uit:

Aansluitschema boosters.

Er worden dus 2 trafo's en 1 booster alleen gebruikt voor de HSI-88, de terug meld modules en de wisseldecoders. Een sterke basis van waaruit de baan verder opgebouwd kan worden. Op de tekening staan trouwens 5 boosters getekend maar in werkelijkheid zijn het er nog maar 4. Het enigste probleem wat nu nog optreedt is het opkomen van een spookmelding bij inschakelen van de booster t.b.v. de terugmelding. Zoals jullie inmiddels wel weten wordt er gereden met volledige spooktreindetectie. Een booster die uitvalt na een overbelasting kan wel probleemloos ingeschakeld worden. Het is trouwens geen groot probleem want nu schakel ik eerst de spooktreindetectie uit, schakel de booster in en zet vervolgens de spooktreindetectie weer aan.
Zoals eerder vermeld is het nadeel van de boosters die gebruikt worden dat ze na inschakelen “gereset” moeten worden. Door resetknopjes op het bedieningspaneel (computer kamer)te plaatsen wordt voorkomen dat bij opstart, overbelasting of kortsluiting iedere keer onder de baan gekropen moet worden.

Tekening reset panel.


Alles is voorbereid voor 20 boosterkringen, hoogstwaarschijnlijk zal ik deze niet allemaal nodig hebben maar je kunt er beter een paar teveel te hebben dan dat je er straks enkele te kort komt. Voor iedere booster is een resetknopje en een led t.b.v. de baanspanning voorzien.

Front plaat reset panel.


Een goede collega van mij (André, harstikke bedankt!!) heeft vervolgens uit een geanodiseerd 1mm dik aluminium plaatje dit paneeltje gefreesd en zie hier het resultaat.

Front plaat reset panel.


Het paneel op een goed bereikbare plaats in de computer kamer ingebouwd. Bij het in testen van dit reset paneel kwam ik er echter achter dat het niet werkte. Met 1 booster gestart maar zodra in Koploper het groene spiegelei bedient wordt, schakelt de booster al in zonder dat het resetknopje bediend wordt. Nu is de afstand tussen de boosters en de restknopjes zo’n 3 m. De kabels (0.5mm2) liggen in een kabelgoot en in eerste instantie werd er gedacht dat hier ergens een (ver)storing optrad. De kabels los gemaakt en rechtstreeks uitgelegd en het werkte maar bij het aansluiten van een tweede booster opnieuw hetzelfde probleem (“antennewerking”). Om dit probleem op te lossen moest het idee van het reset panel verder uitgebreid worden, namelijk als volgt:

Aanpassing reset booster vanaf reset panel.


Eerst begonnen met het solderen van diodes op printplaten die bij Conrad verkrijgbaar zijn onder bestelnummer 532487-8A.

Printplaat met diodes.


Vervolgens deze strips op een bereikbaar plaats gemonteerd en het ideale is om ze zo kort mogelijk bij de resetknopjes te plaatsen. Helaas was daar te weinig plaats voor en is er iets anders voor verzonnen met het volgende resultaat:

Printplaat met diodes.


Één resetknopje is hier op de foto aangesloten maar er moeten ook nog relais aangebracht worden, vanwege plaatsgebrek bij de boosters ga ik iets verzinnen om ze op de boosters zelf te monteren.

De relais afkomstig van Conrad onder bestelnummer 505196.


Zoals al eerder vermeld was het belangrijk om het relais zo kort mogelijk bij de booster te plaatsen om storingen zoals “antennewerking” zoveel mogelijk te voorkomen. Het schakelpaneel is echter zo compact gebouwd dat het noodzakelijk was het relais ergens bovenop de booster te maken. Eerst moest ergens een plekje gevonden worden voor het bevestigen van een gaatjesprint voor het relais. Uiteindelijk heb ik voor de volgende oplossing gekozen:

Booster met M3 boutje.


Zoals jullie kunnen zien heb ik in de printplaat van de booster een gaatje geboord en daarin een M3 boutje geplaatst met een lengte van 30mm. Natuurlijk is het belangrijk dat er geen sporen doorgeboord of geraakt worden. Op de volgende foto is zichtbaar dat daar geen sprake van is:

Onderkant van de booster met schroefkop van het M3 boutje. Zichtbaar zijn ook de gesoldeerde kabeltjes voor het parallel schakelen van de resetknop.


Vervolgens heb is er een klein gaatjesprintje op maat gemaakt waarop ruimte moest zijn voor het relais en een connector. Door gebruik te maken van zo'n connector kan in de toekomst ten alle tijden zonder solderen de booster uitgebouwd worden. Hier een foto met de 3 losse onderdelen:

Onderdelen relais printje voor booster.


Daarna alles aan elkaar gesoldeerd volgens het eerder getekende schema en gemonteerd op de booster. Dit ziet er dan zo uit:

De aangepaste booster.


In deze fase zijn nu 5 boosters aangesloten volgens de onderstaande tekening en op foto ziet er het dan zo uit:

Tekening booster aanpassingen.
De 5 aangepaste boosters.


In het verleden had ik alles getest met 4 boosters maar inmiddels zijn er 5 aangesloten. Na het uitvoeren van een duurproef die buitengewoon goed ging, waren er 22 treinen op de baan en de beperking in Koploper van het aantal gelijktijdig rijdende treinen opgeheven. Tot 15 treinen zijn gelijktijdig gaan rijden. Wissels en terugmelding hebben zoals gewoonlijk 100% gewerkt. Geen enkele uitval meer t.g.v. overbelasting en er is maar 2x een boosterkring uitgevallen wegens de sleper van de condensortender van de BR52. Dit heeft verder geen gevolgen gehad omdat de terugmelding zijn werk bleef doen. Na reset van de betreffende boosterkring ging alles gewoon door. Het is wel 2x voorgekomen dat een trein(2x een verschillende) ergens op een willekeurige plaats stopte zonder aanwijsbare reden. Of daar ergens een lok-opdracht gemist werd??? Al met al dus zeer tevreden, zeker met het feit dat er geen gebruik gemaakt wordt van een (dure) centrale en/of boosters. In een later stadium zijn het aantal trafo’s naar 10 uitgebreid en het aantal boosters naar 9, hier even een foto:

De Krachtcentrale met 10 trafo’s en 9 boosters.
De Krachtcentrale met 10 trafo’s en 9 boosters, genomen vanuit een andere hoek.


1 trafo voor de voeding van de HSI88 en wisseldecoders. 1 trafo en booster voor de digitale voeding van de wisseldecoders en terug meld modules. 8 trafo's met 8 boosters voor de voeding van de hoofdbaan die nu in deze fase onderverdeeld is in 8 stroomkringen.
Ook zijn alle resetrelais en leds van het bedieningspaneel aangesloten. De bovenste rij knopjes en ledjes zijn nu gereed. Zwarte knopjes 1 t/m 9 voor het resetten van elke afzonderlijke booster en het rode knopje nr 10 voor het gelijktijdig resetten van de boosters. Dit werkt allemaal perfect. Iedere led is aangesloten op de uitgangsspanning van de booster zodat nu ook makkelijk zichtbaar is of een booster uitgeschakeld is of niet. Ook dit is ideaal, een echte aanrader! Heb wat geëxperimenteerd met voorschakelweerstanden en heb gekozen voor 1500 Ω. De leds branden nu iets minder vel maar zoals op onderstaande foto te zien is dit geen enkel probleem.

Het reset panel van de boosters in bedrijf.

Het ledje boven het rode knopje zit aangesloten op de trafo die zorgt voor de voeding van de relais zodat direct afgelezen kan worden of deze ingeschakeld staat. Hier nog een foto genomen vanaf de achterzijde:

De achterkant van het reset panel van de boosters.


Vervolgens alle treinen laten rijden en het zag er goed. Alle "veiligheidshalogeenlampen" blijven nu uit wat aangeeft dat er geen sprake meer is van te weinig vermogen. Helaas wel af en toe onverklaarbare spookmeldingen en verschillende locs die niet gaan rijden terwijl Koploper volgens het scherm wel de opdracht verstuurd heeft. Zoals eerder vermeld hangen alle boosters rechtstreeks aan de RS232 uitgang. Op advies van Peter heb ik wel de weerstandjes van de schakeling in onderstaande tekening vervangen door 10kΩ. Zouden 9 boosters dan toch teveel van het goede zijn?

Aansluitschema boosters.


Omdat er toch nog steeds spookmeldingen waren heb ik in eerste instantie de seriële verbinding met de boosters gewijzigd. Zo was het eerst aangelegd:

Aansluitschema oud.

Nu is het aangesloten volgens onderstaande tekening:

Aansluitschema nieuw.

Het doorlussen vindt dus nu plaats op de booster i.p.v. een verdeelplaat.



-- Wordt vervolgt --

Gebruikte Materialen


In Bewerking !
F.P.Vonk & John Tilly
Fred.jpg