Rem- en Optrekvertraging

Uit 3rail Wiki
Versie door VT601 (overleg | bijdragen) op 6 mrt 2014 om 08:44 (Nieuwe pagina aangemaakt met '== Inleiding == De op deze pagina beschreven schakeling is ontstaan naar aanleiding van een vraag op het forum hoe een Rem- en Optrekvertraging voor een analoge baan t...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Inleiding

De op deze pagina beschreven schakeling is ontstaan naar aanleiding van een vraag op het forum hoe een Rem- en Optrekvertraging voor een analoge baan te maken. De werking van de schakeling en benodigde onderdelen worden hier uitgelegd.

Doel

Doel van de schakeling is om treinen bij een stoptonend sein realistisch te laten vertragen en bij groen sein ook weer realistisch te laten optrekken. Hierbij wordt geen gebruik gemaakt van ingewikkelde elektronica en is daarmee voor iedereen na te bouwen.

  • De schakeling is bedoeld voor analoge banen.
  • De schakeling is geschikte voor alle railtypen.
  • De schakeling is geschikt voor 2-rail én 3-rail (Märklin-type).

Benodigdheden

  • Sein met spoelaandrijving en rijstroomschakeling (bijv. Märklin 70-serie, 7188, 72-serie)
  • Bistabiel relais met tenminste 3x om (bijv. Viessmann 5551)
  • 3 extra gewone trafo's (bijv. de 10VA trafo's uit een beginset)
  • een schakelrail (afh. railtype)
  • middenleiderisolaties (afh. van railtype)

Werking

Bij een "rood" sein zal de trein afremmen tot stilstand, waarbij telkens de snelheid wat afneemt door de lagere spanning. Bij een "groen" sein, na een stop, zal de trein, langzaam optrekken totdat de normale snelheid weer is bereikt. Bij een "groen" sein, zonder stop" rijdt de trein door met normale snelheid.

Opbouw van de schakeling

Vóór het sein worden een aantal secties gemaakt. Proefondervindelijk moet je vaststellen welke lengte praktisch is, maar reken voor de 1e twee afremsecties telkens ongeveer 2 raillengten (2x 36 cm). Voor de 3e afremsectie en stopsectie kan 1 raillengte (ca 18 cm) voldoende zijn. Isoleer tussen de secties de middenleider op de gebruikelijke wijze en sluit in elke sectie een voedingsdraad aan.

Na het sein doe je dit ook. Ook hier moet je een beetje uitproberen, maar hier zijn secties van ca. 18 cm per keer vaak al geschikt.

Sluit vervolgens het sein én het Viessmann-relais aan volgens het onderstaande schema:

Analoog vertragen voor sein.png


Toelichting op de werking

Afremmen

Wanneer het sein op "rood" gezet wordt, wordt tegelijk het Viessmann-relais in de stand "rood" geschakeld. Vanuit de bij het relais getoonde "roze" aansluting schakelt dan het relais naar "lila"(75%), "donkergroen" (50%) en "oranje"(25%) van de spanning. Deze waarden stel je in op de extra trafo's. De "rode" draad van deze extra trafo's sluit je dus aan op "lila", "donkergroen" en "oranje". (Je kunt uiteraard een beetje spelen met het optimum.)

Elke sectie krijgt nu een verlaagde spanning en de trein remt af. De stopsectie wordt gevoed vanuit de laatste afremsectie, maar de schakelaar van het sein schakelt de spoor daar stroomloos.

Optrekken

Wanneer het sein na een stop weer op groen gezet wordt, krijgt als eerste de stopsectie weer spanning (nl. 25% van de normale waarde). Controleer wel of dit voldoende is om de trein te laten vertrekken en regel zo nodig iets bij. Vervolgens zal de lok de 50% en 75% sectie berijden en daardoor steeds sneller gaan rijden.

De schakelrail zorgt er uiteindelijk voor, dat het Viessmann relais weer in de "groene" stand komt.

Doorrijden

Wanneer het sein geen stop heeft getoont, willen we met de normale snelheid door kunnen rijden. Dit kan wanneer het Viessmann-relais weer in de "groene" stand staat. Dan wordt namelijk de volle rijspanning aangeboden.

Tips

Doorverbinden massa (trafo's)

Zorg ervoor dat de massa (bruine aansluiting) van de extra trafo's gekoppeld is aan de hoofdtrafo.

Benodigde vermogen

Omdat als regel maar één trein per keer gebruikt maakt van de schakeling zijn relatief kleine trafo's prima geschikt. Gebruik wel zoveel mogelijk dezelfde types. Je kunt meerdere rem- en optrekschakelingen met dezelfde set trafo's bedienen.

Alternatief voor de extra trafo's

Als alternatie voor de extra trafo's kun je ook vanaf de hoofdvoeding een diode schakeling opbouwen. Diodes hebben nl. de eigenschap (afh. van het type) om de spanning met ca. 0,7 V te verlagen. De gebruik hiervoor dan bij voorkeur wat zwaardere types zoals de 1N4001 - 1N4007-serie. Gebruik daarbij dan twee series dioden die anti-parallel worden aangesloten. Dioden-antiparallel.jpg

Controle LEDjes

Je kunt desgewnest nog twee controleLEDs inbouwen op de vrije kontakten van de 5551. Je kunt zo zien welke stand het Viessmann relais heeft.

Berijden tegen de rijrichting in

Bij het berijden van een stopsectie "tegen de normale rijrichting" zal een trein bij stoptonend sein ook stoppen. De stopsectie is immers stroomloos geschakeld. Omdat de schakelrail in twee richtingen kan schakelen, kun je bij het "tegen de normale rijrichting in", het Viessmann-relais ook gebruiken om de stopsectie te overbruggen, door deze in de stand "groen" te zetten.