Het spoorwegbedrijf in oorlogstijd 1939 – ‘45
|
Recensie
Dit is een naslagwerk voor iedereen die belangstelling heeft voor het Nederlandse spoorwegbedrijf in de oorlogsjaren. De geschiedschrijving beslaat de periode van de algemene mobilisatie in augustus 1939 tot de geallieerde legers vanaf 17 september 1944 Zuid-Nederland en later in april/mei 1945 Noord-Nederland bevrijden. Het boek eindigt met de toestand van het spoorwegbedrijf die zij dan aantreffen.
In 1939 wordt het eeuwfeest van de NS gevierd, maar ook worden er dat jaar de eerste maatregelen genomen vanwege de dreigende oorlog. Zilvergrijze daken van treinstellen worden donkerder geschilderd en het personeel krijgt instructie hoe met gasmaskers om te gaan. Tegelijkertijd gaan de moderniseringen van het bedrijf gewoon door, zoals bijvoorbeeld de uitbreiding van de elektrificatie van het Middennet, de bouw van het hoogspoor in Amsterdam en Utrecht, enz. Als op 10 mei 1940 de Duitsers ons land binnenvallen krijgt het NS-personeel de opdracht om op vitale spoorwegknooppunten versperringen aan te brengen en vernielingen uit te voeren. Na de capitulatie worden de vernielingen, voor zover dat mogelijk is, weer hersteld. Het spoorwegbedrijf wordt onder Duits toezicht geplaatst en moet leger- en deportatietransporten voor de bezetter gaan uitvoeren. En omdat er vanaf het begin van de bezetting praktisch geen benzine en auto-onderdelen meer te krijgen zijn, reizen steeds meer Nederlanders noodgedwongen met de trein. Het gevolg is overbezette treinen. Vanwege het gebrek aan voldoende en goede reserveonderdelen is het onderhoud aan het materieel slecht en door de verplichte verduisteringsmaatregelen gebeuren er meer ongelukken. Ontsporingen en aanrijdingen zijn daardoor bijna onvermijdelijk geworden. Locpersoneel wordt gedwongen ritten naar en in Duitsland en België te rijden (incidenteel zelfs naar Frankrijk), de NS wordt verplicht om bovenbouwmateriaal te leveren aan Duitsland en nog later, vanaf 1942, worden er door de ondergrondse aanslagen gepleegd op spoorbanen. Na de invasie in juni 1944 krijgt NS steeds meer te maken met geallieerde luchtaanvallen op rijdende treinen, waarbij doden en gewonden vallen onder personeel en passagiers, meest vrouwen en kinderen. Op 17 september 1944 wordt de spoorwegstaking uitgeroepen en nemen de Duitsers alles over. Omdat zij legertransporten belangrijker vinden dan de aanvoer van voedsel, heeft vooral het westen van het land last van voedseltekorten met als resultaat de beruchte hongerwinter. Veel materiaal en materieel verdwijnt na september 1944 naar het oosten, zodat na de bevrijding een verwoest en leeggeplunderd spoorwegbedrijf overblijft. De gevolgen van de Duitse bezetting en plunderingen blijven tot in de jaren ’50 merkbaar. Het boek is geïllustreerd met veel zwart/wit foto’s.
Of het zo bedoeld is betwijfel ik, maar dit boek sluit wel aan op het boek “Vervlogen Stoom”, die de periode vóór de 2e Wereldoorlog beschrijft.