Spoor- en trammaterieel in Nederland
|
Recensie
Zoals de titel van het boek al aangeeft gaat het in dit boek niet alleen over treinen, maar ook over de trams en metro’s en de bijbehorende slijp-, werk- en pekelwagens van de vervoersbedrijven van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Deze vullen het 2e deel van dit boek.
De inleiding begint met: “In dit boek komen alle materieeltypen aan de orde, die wij in 1982 op het Nederlandse spoorwegnet kunnen waarnemen.” Dit houdt dus in dat de meeste van de treinen en locomotieven die in dit boek vermeld staan inmiddels hun laatste rustplaats gevonden hebben bij de sloper. Een enkeling is kunnen ontsnappen aan de slopershamer en snijbrander en staat nu in een museum of rijdt bij een vereniging. Slechts de treinen van Plan U, V, Y (Sprinter) en Z (Koploper), de serie 3200 (Wadloper), de ICR-rijtuigen en de loc’s van de serie 1600 kunnen we anno 2006 nog regelmatig tegenkomen. De dubbeldekkers, de ICK’s, de 1700’en, de 1800’en en de 6400’en bijvoorbeeld zul je hier niet vinden. Die stonden in 1982 deels misschien zelfs nog niet eens op de tekentafel! Het materieel dat toen in bedrijf was wordt per soort kort besproken. Bij elk type staat precies vermeld wat op 1 januari 1980 nog aanwezig was, met aantallen en bedrijfsnummers. Van de afgevoerde treinen en locomotieven staat vermeld wanneer en waarom ze uit dienst zijn genomen. (Dit laatste geldt trouwens ook voor het tram- en metromaterieel in dit boek).
In dit boekje worden beschreven: de E-loc’s van de series 1000 t/m 1600, dieselloc’s series 200 t/m 2400/2500, de motorposttreinen (mP), treinen Mat’46 (Muizeneus) en ’54 (Hondekop), de Beneluxtreinen en treinen Plan T, U, V, Y, Z. Verder de rijtuigen Plan X, E, K, N, W2 en ICR en de trek-duwtreinen Benelux, de DE-20 “Kameel” (de vroegere directietrein) en het Koninklijk materieel.