Märklin 6631
Märklin 6631 | |
---|---|
Type: | Transformator |
Kleur: | Lichblauw |
Behuizing: | Kunststof |
Vermogen: | 30 VA |
Ingangsspanning (Primair): | 220 Volt (~) 50 Hz |
Uitgangsspanning 0-B (Secundair) regelbaar: | 4-16/24 Volt AC (~) |
Uitgangsspanning 0-L (Secundair): | 16 Volt AC (~) |
Afmetingen : | 120 x 140 x 80 mm. ? |
Bijzonderheden: | Alleen voor gebruik binnenshuis (droge ruimtes) |
Märklin 6631 transformator
De Märklin 6631 transformator is een 30 VA transformator met rijregelaar, voor analoog bedrijf en geeft:
- Baanspanning (0 - B) : een regelbare wisselspanning van 4-16 Volt geeft.
De omschakelpuls is 24 Volt indien de rijregelaar voorbij de nul wordt gedraaid.
- Lichtspanning (0 - L) : een constante 16 Volts wisselspanning (AC) geeft.
De behuizing is van plastic. De transformator stamt uit de periode dat in Nederland de netspanning nog 220 Volt was. De transformator is ondanks de huidige 230 Volts netspanning, nog steeds te gebruiken. Wel zal de transformator sneller warm worden en een verkorting van de levensduur hebben t.o.v. transformatoren die voor 230 Volt netspanning zijn ontworpen. De transformator is beveiligd tegen overbelasting.
De Märklin 6631 transformator kan aangesloten worden als analoge rijtransformator voor 3-rail systemen en tevens als voeding van baanverlichting en het schakelen van magneetartikelen zoals wisselaandrijvingen en ontkoppelrails.
Aansluiten Märklin 6631
De Märklin 6631 heeft secundair 4 aansluitbussen.
- B (rood) = Baanspanning
- 0 (Bruin) = Massa
- 0 (Bruin) = Massa
- L (Geel) = Lichtspanning
De rode aansluitbus (B) wordt verbonden met de middenrail (puntcontacten) van de rails. De Massa (0) aansluitbus wordt verbonden met de aansluiting voor de railstaven van de rails. Tevens kan deze massa aansluitbus (0) gebruikt worden als massa-aansluiting van de verlichting of voor het aansluiten van magneetartikelen via een Märklin schakelkastje voor schakelen van wisselaandrijvingen. De gele aansluitbus (L) is voor de lichtspanning waaruit een constante 16 Volts wisselspanning komt en welke als voeding van verlichting, ontkoppelrails of wisselaandrijvingen kan dienen. Hiervoor dient deze verbonden te worden met de gele draad van betreffende lampjes, ontkoppelrails of wisselaandrijvingen.
Het testen van de baanspanning kan eenvoudig getest worden door een lampje aan te sluiten op de rode busaansluiting (B) en de bruine massa busaansluiting (0). Steek vervolgens de netstekker in het stopcontact. Het lampje zal gaan branden zodra de rijregelaar wordt opengedraaid. Het testen van de lichtspanning kan eenvoudig getest worden door een lampje aan te sluiten op de gele busaansluiting (L) en de bruine massa busaansluiting (0). Zodra de netstekker van de transformator in het stopcontact wordt gestoken, zal het lampje gaan branden.
Werking
De werking van de transformator is kinderlijk eenvoudig, Eenmaal aangesloten, kan een locomotief op de rails gezet worden en zal deze gaan rijden zodra de rijregelaar rechtsom wordt gedraaid. Hoe verder de rijregelaar wordt gedraaid, des te sneller zal de locomotief gaan rijden. Het omschakelen van de rijrichting gaat via een omschakelrelais in de locomotief. Deze wordt geschakeld door een "overspanning" van 24 volt, die optreedt als je de trafo voorbij de 0 drukt.
Ook de Telex-koppeling van een locomotief kan op deze manier geschakeld worden. De eerste 24 volts puls zal beide koppelingen activeren, de volgende puls schakelt de Telex weer af en wisselt tevens de rijrichting van de locomotief.
Verwijzingen (links)
Intern
Extern
Bronnen, referenties en/of voetnoten
|