Modelspoorwegbouw deel 1
| Modelspoorwegbouw deel 1 | |
|---|---|
 | |
| Titel: | Modelspoorwegbouw deel 1 |
| Ondertitel: | - |
| Schrijver: | T.L. Hameeteman |
| Uitgever: | Elsevier |
| ISBN-10: | - |
| ISBN-13: | - |
| Bladzijden: | 188 |
| Bindwijze: | Hardcover |
| Leverbaar: | Nee |
| Taal: | Nederlands |
Recensie
Dit pocketboekje was de eerste in een serie van 4 boekjes dat Elsevier in de jaren ’60 van de vorige eeuw uitgaf over de modelspoorwegbouw. De volgende 3 delen hebben de subtitels:
- Techniek en scenery
- Opbouw en elektrotechniek van de baan
- En nú de praktijk
In dit eerste boek worden de verschillende merken, schalen en systemen aan de lezer voorgesteld. De bekendste merken in Nederland en België waren toen Märklin, Fleischmann en Trix. Ook de andere (veelal goedkopere) merken zoals bijvoorbeeld Lima, Jouef, Piko, Liliput en Triang waren in Nederland en België verkrijgbaar. Lima en Jouef waren toen de merken die relatief veel NS-modellen uitbrachten. Dit, én hun verkoopprijzen maakten deze merken onder vooral de jonge, beginnende modelspoorders redelijk populair. Daarbij kwam ook nog dat verschillende Lima-modellen door de Hema onder hun eigen Hema-merknaam verkocht werden. Van al deze (en veel meer) merken wordt in dit boek een beschrijving gegeven van de transformatoren, locomotieven en treinen, het getrokken materieel, de rails en wissels en de accessoires.
Als de keuze gemaakt is voor wat betreft schaal en systeem, komt de volgende stap: de tafel waarop de baan gebouwd moet worden. Welke houtsoorten zijn bruikbaar en wat is de ideale oplossing voor kleine ruimtes om een (opklapbare) spoorbaan te bouwen. Als men die keuze gemaakt heeft, het baanontwerp is klaar en de baan is gebouwd, kan aan de aankleding, de scenery worden begonnen. In principe is er in de afgelopen 40 jaar niet zoveel veranderd. Faller Auto Motor Sport is vervangen door Faller Car System, er is een groter aanbod van modelauto’s, figuurtjes en scenery bijgekomen en sommige technieken zijn gemoderniseerd en/of verfijnd, maar de ‘basics’ zijn dezelfde gebleven.
Ook in de jaren ’60 van de vorige eeuw moest er regelmatig onderhoud gepleegd worden aan rails, wissels, locomotieven en treinen. Dat wordt allemaal volledig beschreven. En ook toen al wilde men treinen, locomotieven, rijtuigen en wagons van verschillende merken in één trein kunnen combineren. Dat was niet zo eenvoudig: de koppelingen, de wielen en vaak zelfs de complete wielstellen moesten daarvoor aangepast of vervangen worden. De universele koppeling bestond toen nog nauwelijks. In het boek wordt beschreven welke merken het beste gecombineerd konden worden en wat er dan vervangen moest worden.
Tot slot nog een aantal voorbeelden van modelspoorbanen in binnen- en buitenland: foto’s en baanplannen.
Van de 205 foto’s zijn er 52 in kleur.