Bouwserie EMD GP30
Class EMD GP30 | |
---|---|
Spoorwegmij's | (zie ondedrstaande tabel) |
Opschriften | (zie ondedrstaande tabel) |
Bedrijfsnummers | (zie ondedrstaande tabel) |
Fabrikant | General Motors Electro-Motive Division. |
Aantal gebouwd | 948. |
Bouwjaren | 1961 – 1963. |
Bouwwijze | B-B (Bo′Bo′). |
Lengte over de buffers | 17120mm. |
Dienstgewicht | 114,8 ton. |
Vermogen: | 1680 kW/2250 pk. |
Bouwwijze motor | 2-takt V16. |
Max.snelheid | 126 km/h . |
Overdracht vermogen | Elektrische . |
Brandstof-tankinhoud | 6400 ltr. |
Remmen | Lucht remmen (Dynamisch). |
Uit dienst |
Diesellocomotief Class EMD GP30
Ontwikkeling en Bedrijf
De EMD GP30 van General Motors Electro-Motive Division is een 4-assige dieselelektrische locomotief welke gebouw werden tussen Juli 1961 en November1963. Het vermogen dat door de 16 cilinder EMD 567D3 diesel motor geleverd wordt bedraagt 2250 PK (1,68 MW). Totaal werden er van dit type locomotief door EMD 948 stuks gebouwd voor de Amerikaanse spoorwegen en 2 voor de Canadese spoorwegen. Ook werden er 40 stuks zonder Cabine (Type GP30B) gebouwd voor de Amerikaanse spoorwegen en afgeleverd in 1966. Deze EMD diesel locomotief was een zogenaamde tweede generatie locomotief en werd gebouwd om te kunnen concurreren met de General Electric U25B welke rond de zelfde periode werd afgeleverd. Het wielarrangement van het type EMD GP30 is B-B(Bo’Bo’), en het heeft een lengte van iets meer als 17 meter en een gewicht van ca. 115 ton. Deze lok werd door ca. 30 verschillende spoorweg maatschappijen ingezet, alleen het B type (zonder cabine) werd door de Union Pacific gebruikt. In de tachtiger en negentiger jaren werden een aantal van de EMD GP30 omgebouwd door diversen spoorweg maatschappijen naar type GP39E, GP39M, en GP39V. De Emd GP30 was meer succesvol dan zijn tegen hanger van General Electric waardoor EMD zijn dominante plaats kon behouden op de Noord Amerikaanse Diesel markt, ondanks het mindere vermogen dan die van de concurrenten GE en AlCO. Dit kwam onder meer door de solide uitvoering en de betrouwbaarheid. Het ontwerp van deze loc moest modern zijn en up to date, EMD heeft hiervoor de hulp ingeroepen van GM Automotive Styling Center in Troy, Michigan, USA. De auto stylisten creëerden het kenmerk de “hump”(Bochel) van de GP30 en het profiel van het cabine dak . Die zogenaamde bochel liep van de voorkant van de cabine en omhulde de luchtinlaat van het centrale lucht systeem en het rooster van het lucht rem systeem. De spoorwegmaatschappijen ”Norfolk and Western Railway” en “Southern Railway” waren de enige die een uitvoering besteld hadden met een hoge korte neus. De meeste belangrijke spoorwegmaatschappijen maar ook een paar kleinere hebben de EMD GP30 besteld en de grootste orders gingen naar SOU (Southern Railway) 120 stuks, ATSF (Atchison, Topeka and Santa Fe Railway) 85 stuks en de B&O (Baltimore and Ohio Railroad) 77 stuks.
Spoorweg maatschappijen EMD GP30 | |||
---|---|---|---|
Maatschappij | Bedrijfsnummers | Opschriften | Aantal locs |
Electro Motive Division | 5629 en 5639 | - | 2 |
Alaska Railroad | 2000 | ARR | 1 |
Atchison, Topeka and Santa Fe Railway | 1200-1284 | ATSF, Santa Fe | 85 |
Atlantic Coast Line Railroad | 900-908 | ACL | 9 |
Baltimore and Ohio Railroad | 6900-6976 | B&O, BO | 77 |
Chesapeake and Ohio Railway | 3000-3047 | C&O, CO | 48 |
Chikago, Burlington and Quincy Railroad | 940-977 | CBQ | 38 |
Chikago and Eastern Illinois Railroad | 239-241 | CEI | 3 |
Chicago Great Western Railway | 201-208 | CGW | 8 |
Chicago, Milwaukee, St. Paul and Pacific Railroad | 340-355 | MILW | 16 |
Chicago and North Western Railway | 810-832 | CNW | 14 |
Canadian Pacific Railway | 8200-8201 | CP Rail | 2 |
Denver and Rio Grande Western Railroad | 3001-3028 | DRGW | 28 |
Gulf, Mobile and Ohio Railroad | 500-530 | GMO | 31 |
Great Northern Railway | 3000-3016 | GN | 17 |
Kansas City Southern Railway | 100-119 | KCS | 20 |
Louisville and Nashville Railroad | 1000-1057 | LN | 58 |
New York Central Railroad | 6115-6124 | NYC | 10 |
New York, Chicago and St. Louis Railroad | 900-909 | NKP | 10 |
Norfolk and Western Railway | 522-565 | NW | 44 |
Pennsylvania Railroad | 2200-2251 | PRR | 52 |
Reading Railroad | 5501-5520 | Reading Lines | 20 |
Phelps Dodge Corporation | 24-32 | PD | 9 |
Seaboard Air Line Railroad | 500-533 | SAL | 34 |
Soo Line Railroad | 700-721 | SOO | 22 |
Southern Pacific Railroad | 7400-7407 | SP | 8 |
Southern Railway | 2525-2644 | SOU | 12 0 |
St. Louis Southwestern Railway | 750-759 | SSW | 10 |
Toledo, Peoria and Western Railway | 700 | TPW | 1 |
Union Pacific Railroad | 700-735, 800-874 | UP | 111 |
Bijzonderheden/Opmerkingen
Er werden in het midden van de zestiger jaren ook zogenaamde B units gebouwd, dit waren units zonder cabine de 40B, de enige afnemer hiervan is de UP (Union Pacific) die er een gewoonte van maakten om de locomotieven in gelijkende tractie te laten rijden. Er werden 8 van deze units uitgerust met verwarming ketel voor het verwarmen van de passagier rijtuigen via warmwater leidingsysteem. Er zijn nog ongeveer 17 EMD GP30 locomotieven behouden gebleven in museums en toeristische spoormaatschappijen.
Literatuur
- Eck H. C. (1977). The Modern Locomotive Handbook. The Railway Fuel and Operating Officers Assoc.
- Hayden, Bob (Ed.) (1980). Model Railroader Cyclopedia-Volume 2: Diesel Locomotives. Kalmbach Books. ISBN 0-89024-547-9.
- Pinkepank, Jerry A. (1973). The Second Diesel Spotter's Guide. Kalmbach Publishing Co., Milwaukee, WI. ISBN 0-89024-026-4.
Externe Verwijzingen
- "The History of EMD Diesel Engines" Pacific Southwest Railway Museum
- Goodman, Eric. ATSF GP30u Project
- Komanesky, John. Preserved EMD Locomotives: All except Cab Units and Switchers
- Sarberenyi, Robert. EMD GP30 Original Owners
- [The EMD GP30 Story - Part 1]
- [The EMD GP30 Story - Part 2]
- [The EMD GP30 - Part 3]
Modellen
Alle Modellen in deze bouwreeks