Bouwserie EMD GP7

Uit 3rail Wiki
Versie door F.P.Vonk (overleg | bijdragen) op 26 apr 2012 om 18:15 (Toevoeging Grootspoor diesellokomotief USA de EMD GP7)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Class EMD GP7
‘’’EMD GP7Algoma Central Railway AC 168’’’.
Spoorwegmij's (zie ondedrstaande tabel)
Opschriften (zie ondedrstaande tabel)
Bedrijfsnummers (zie ondedrstaande tabel)
Fabrikant General Motors Electro-Motive Division.
Aantal gebouwd 2729.
Bouwjaren 1949 – 1954.
Bouwwijze B-B (Bo′Bo′).
Lengte over de buffers 17120 mm.
Dienstgewicht 123 ton.
Vermogen: 1120 kW/1500 pk.
Bouwwijze motor 2-takt V16.
Max.snelheid 105 km/h .
Overdracht vermogen Elektrisch .
Brandstof-tankinhoud 6100 ltr.
Remmen Lucht remmen .
Uit dienst

Diesellocomotief Class EMD GP7

Ontwikkeling en Bedrijf

Deze EMD GP7 is een 4-assige dieselelektrische locomotief welke door General Motors Electro-Motive Division (Amerika) gebouwd is tussen Oktober 1949 en Mei 1954. Het vermogen dat door de 16 cilinder EMD 567B 2- takt diesel motor geleverd wordt bedraagt 1500 PK (1,12 MW). Deze locs werden zowel met als zonder cabine (GP7B) gebouwd. Totaal werden er van dit type locomotief door EMD 2729 stuks (inclusief de 5 van het type GP7B voor Atchison, Topeka and Santa Fe Railway) gebouwd, waarvan 2615 stuks voor de Amerikaanse, 112 voor de Canadese en 2 voor de Mexicaanse spoorwegen. Het wielarrangement van het type EMD GP7 is B-B, en heeft een lengte van iets meer als 17,12 meter. De locs waren leverbaar met een lage korte neus (Low Hood) maar ook met een hoge korte neus (High Hood). Ze waren gebouwd voor zowel passagiers als goederen vervoer en waren de meest succes volle diesel locomotieven die ooit gebouwd werden. Een jaar voordat de GP7 gebouwd werden had EMD de BL2 geïntroduceerd, maar deze loc kon niet concurreren tegen de modellen van Baldwin, Fairbanks Morse en Alco te meer omdat deze al langer hun modellen bouwden als EMD. Echter EMD leerde van zijn fouten en de verkoop van de GP7 was een enorm succes. Het ontwerp van deze loc is zeer betrouwbaar en zo goed gebouwd dat het tegenwoordig nog dienst doet op korte lijnen. Zoals al eerder genoemd begon EMD in 1948 met ontwerp van de BL2. De bouwer was echter zo gefrustreerd dat het ze niet alleen achter lag op de concurrenten maar ook dat Alco de markt beheerste wat betreft de rangeer locomotief met hun RS1 en RS2. Met het ontwerp van de GP7 zorgde EMD voor een makkelijk te onderhouden en te bedienen locomotief die bijna alle types vracht vervoer kon verwerken met hun 1500 PK motor. Ook het ontwerp van het chassis met de behuizing was zeer aantrekkelijk om gebruikt te kunnen worden voor passagiers diensten, terwijl het model eigenlijk geen stroomlijn had. Dank zij de Styling afdeling van EMD welke geleid werd door John Markestein samen met zijn helper Dilworth werd dit klassieke uiterlijk ontworpen. EMD gebruikte voor de voortstuwing van de GP7 de 567B motor en bijna alle onderdelen gebouwd door General Motors die voor alle modellen standaard was. Hierbij hoorden onder meer de hoofd generator van het type D12, tractie motoren type D27B en dynamo type D14. Het remsysteem werd geleverd door Westinghouse met een compressor van Gardner uit Denver. Veel spoorweg maatschappijen verbouwden hun GP7’s naar een korte lage neus (short hood) terwijl anderen nog verder gingen. De Missouri Pacific Railroad deden een motor upgrade naar de 567BC motor en vervingen de standaard EMD 2-stack uitlaat met een 4-stack "vrije" uitlaat, waardoor het vermogen verhoogt werd naar 1.600 pk (1190 KW). De GP7 diesellocomotieven zijn nog te vinden in spoorweg maatschappijen die korte lijnen onderhouden en in museums. Een van de grootste bewaard gebleven collectie kan men vinden in Portola, California, bij de Western Pacific Railroad Museum. Dit museum is de thuis haven van Western Pacific (WP)units 705,707 en 708 maar ook van de Sacramento Northern unit 712. De WP 707 is volledig gerestaureerd en wordt gehandhaafd in hoofdlijn gereed status. De United Railways Historical Society is eigenaar van twee vroegere NJT, ex CR, bekend als Central Railroad van New Jersey GP7Ps, # 1523 en 1524. De Tennessee Valley Railroad Museum in Chattanooga, Tennessee, Verenigde Staten, heeft ook een aantal operationele GP7s. Bezoekers kunnen één van deze locomotieven charteren voor een uur om zelf te exploiteren, uiteraard onder toeziend oog van de TVRM machinist, overeen 3 km traject van hun lijn. TVRM gebruikt zijn GP7s ook voor het trekken van excursie treinen en tijdens het onderhoud van haar eigen materieel. Een andere museum lijn is het Minnesota Transportation Museum welke een GP7 bedrijft op hun Osceola and St Croix Valley Railway. Geverfd in de kleuren van SOO Line 559. Werd deze loc gebouwd als Rock Island 1223, herbouwd als de 4505, en later verkocht aan de Chicago & North West als hun 4159, die ontstaan is uit de Fox River Valley en vervolgens samen ging met de Wisconsin Central spoorweg Railroad. De locomotief werd aangekocht door het museum van de Wisconsin Central. De eerste productie GP7, Chicago en North Western Railway 1518, samen met de Illinois Terminal GP7 1605 en Chicago & North West 4160 - de voormalige Rock Island 1266, en de vervolgens 4506 - worden bewaard in het Illinois Railway Museum in Union, Illinois.


Spoorweg maatschappijen EMD GP7
Maatschappij Aantal locs Bedrijfsnummers Opmerkingen
Electro-Motive Division (demonstrator) 1 525 1350 hp GP7m; naar Atchison, Topeka and Santa Fe 99, omgenummerd 2899
3 100 (ex 852), 200, 300 naar Chicago & North Western 1518–1520
Aberdeen and Rockfish Railroad 1 205
Atchison, Topeka and Santa Fe Railway 244 2650–2893
5 2788A–2792A GP7B;
Atlanta and St. Andrews Bay 2 501–502
Atlanta and West Point Rail Road 5 571–575
Atlantic and East Carolina Railway 1 501
Atlantic Coast Line Railroad 154 100–253
Baltimore and Ohio Railroad 33 720–731, 740–746, 910–922, 6405
Bangor and Aroostook Railroad 16 560–575
Belt Railway of Chicago 8 470–477
Boston and Maine Railroad 23 1555–1577
Butte, Anaconda and Pacific Railway 3 101–103
Central of Georgia Railway 15 106–107, 120–132
Central Railroad of New Jersey 13 1520–1532
Charleston and Western Carolina Railway 21 200–220
Chesapeake and Ohio Railway 180 5700–5719, 5739–5797, 5800–5900 5720–5738 gebouwd door GMD
Chicago and Eastern Illinois Railroad 30 203–232
Chicago and North Western Railway 109 1518–1550, 1556–1559, 1562–1599, 1601–1603, 1625–1659
Chicago and North Western (Chicago, St. Paul, Minneapolis and Omaha Railway—“Omaha Road”) 12 151–161
Chicago, Burlington and Quincy Railroad 68 200–267
Chicago Great Western Railway 2 120–121
Chicago, Rock Island and Pacific Railroad 113 430–441, 1200–1237, 1250–1311, 1308 (2ᵉ)
Clinchfield Railroad 17 900–916
Colorado and Wyoming Railway 2 103–104
Colorado Fuel and Iron 2 101–102
Columbia, Newberry and Laurens Railroad 5 100–104
Delaware, Lackawanna and Western Railroad 20 951–970
Denver and Rio Grande Western Railroad 14 5100–5113
Detroit and Toledo Shore Line Railroad 10 41–50
Detroit, Toledo and Ironton Railroad 24 950–973
Erie Railroad 52 1200–1246, 1400–1404
Florida East Coast Railway 15 607–621
Georgia and Florida Railroad (1926-1971) 6 701–706
Georgia Railroad 16 1021–1036
Great Northern Railway (U.S.A.) 56 600–655
Illinois Central Railroad 48 8800–8801, 8850–8851, 8900–8911, 8950–8981 8800–8801, 8900–8911 uitgerust met stoom heaters
Illinois Terminal Railroad 6 1600–1605
Kansas City Southern Railway 8 155–162
Kansas City Southern (Louisiana and Arkansas Railway) 5 150–154
Kansas, Oklahoma and Gulf Railway 9 801–809
Louisville and Nashville Railroad 61 400–440, 500–514, 501–502 (2ᵉ), 550–552
Maine Central Railroad 19 561–569, 571–580
Meridian and Bigbee Railroad 1 1
Midland Valley Railroad 4 151–154
Minneapolis, St. Paul and Sault Ste. Marie Railroad (“Soo Line”) 7 375–378, 381–383
Missouri Pacific Railroad 208 4116–4194, 4197–4325 29 units waren van International-Great Northern Railroad, 28 waren van St. Louis, Brownsville and Mexico Railway
Missouri-Kansas-Texas Railroad 33 1501–1529, 1761–1764 1700’s waren uitgerust met stoom heaters. Hernummerd naar 91–123
Nashville, Chattanooga and St. Louis Railway 37 700–731, 750–754
Ferrocarriles Nacionales de México 2 6600–6601
New York Central Railroad 218 5600–5817 35 units waren van Pittsburgh and Lake Erie Railroad (5676–5685, 5713–5737); 14 waren van Peoria and Eastern Railway (5612–5625)
New York, Chicago and St. Louis Railroad (“Nickel Plate Road”) 48 400–447
Northern Pacific Railway 20 550–569 naar Burlington Northern Railroad 1624–1643[1]
Pennsylvania Railroad 66 8500–8512, 8545–8587, 8797–8806
Phelps Dodge “Phelps Dodge Corporation” 7 1–2, 7–8, 27–29
Portland Terminal Company [Maine] 1 1081
Reading Company 44 600–636, 660–666
Richmond, Fredericksburg and Potomac Railroad 4 101–104
Seaboard Air Line Railroad 123 1700–1822
Southern Railway (U.S.A.) 57 2063–2077, 2156–2197
Southern Railway (Cincinnati, New Orleans and Texas Pacific Railway) 11 6200–6205, 6240–6244
Southern Railway (Alabama Great Southern Railroad) 5 6540–6544
Southern Railway (Georgia Southern and Florida Railway) 4 8210–8213
St. Louis Southwestern Railway 1 320
St. Louis-San Francisco Railway 129 500–549, 555–632, 615 (2ᵉ)
Tennessee, Alabama and Georgia Railway 3 707–709
Texas and Pacific Railway 21 1110–1130
Texas Mexican Railway 3 850–852
Toledo, Peoria and Western Railway 2 102–103
Union Pacific Railroad 30 700–729
United States Army 20 1821–1840
Wabash Railroad 33 450–452, 454–483 453 gebouwd door GMD
Western Maryland Railway 4 20–23
Western Pacific Railroad 13 701–713
Western Railway of Alabama 6 521–526

Locomotieven gebouwd door General Motors Diesel, Canada

Maatschappij Aantal locs Bedrijfsnummers Opmerkingen
Algoma Central and Hudson Bay Railway 21 150–170
Canadian National Railways 25 4824, 7555–7578 4824 werd herbouwd
Canadian Pacific Railway 17 8409–8425
Chesapeake and Ohio Railway 19 5720–5738
Quebec North Shore and Labrador Railway 22 100–101, 104–123
Toronto, Hamilton and Buffalo Railway 7 71–77
Wabash Railroad 1 453

Bijzonderheden/Opmerkingen

Literatuur

Externe Verwijzingen

Modellen

Alle Modellen in deze bouwreeks

Grootspoor Afbeeldingen


  1. Schren & Frey (1988). p.162