Bouwserie 185

Baureihe 185
Baureihe 185
Spoorwegmij's	DB SBB BLS CFL
Bedrijfsnummers	185 001 - 185 406
Fabrikanten	Bombardier
Aantal gebouwd	406
Bouwjaren	1999-2009
Asvorm	Bo’ Bo’
Lengte over de buffers	18.900 mm
Max.snelheid	140 km/h
Vermogen	4200 kW (F140 AC) 5600 kW (F140 AC2)
Dienstgewicht	85 t
Aanvangskracht	300 kN
Stroomsysteem	~ 15.000 volt 16 2/3 Hz ~ 25.000 volt 50 Hz
Remmen	mechanisch, elektrisch
Uit dienst	-

Elektrische locomotief Baureihe 185

In het Duitse goederenverkeer kwam steeds meer vraag naar een meerspanning locomotief die naast 15.000 Volt Wisselspanning, ook op 25.000 Volt wisselspanning kon rijden, in verband met grensoverschrijdend goederenverkeer naar Luxemburg, Denemarken en Frankrijk. Dit is voor Bombardier aanleiding geweest tot de ontwikkeling van de F140AC (Freight 140 km/h Alternative Current), welke het Baureihe nummer 185 kreeg. De eerste klant bij Bombardier was dan ook de DB, welke er in eerste instantie alleen maar 15.000 Volt locomotieven bestelde.

Ontwikkeling en Bedrijf

De Duitse spoorwegen lieten de locomotieven van de Baureihe 185, aanvankelijk alleen uitrusten met de 15.000 Volts voltage systemen voor Duitsland en Oostenrijk, waar deze gelijk aan elkaar zijn. Het waren de Zwitserse spoorwegen (SBB) die voor het eerst de Duitsland-Zwitserland configuratie toepasten en voor Zwitserland homologeerden. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een DACH configuratie, de nu meest toegepaste configuratie op TRAXX1 locomotieven. DACH staat voor Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland en de locomotieven zijn uitgerust met elektrische installaties voor 15.000 Volt wisselspanning en treinbeveiligingen ZUB 121 en LZB/Indusi. Tegenwoordig wordt de DACH configuratie toegepast op locomotieven van DB Schenker(Vroeger: Railion), MRCE Dispolok, BLS Cargo, Angel Trains Cargo en SBB Cargo. Kenmerkend voor een grote groep DACH geconfigureerde locomotieven is de aanwezigheid van vier stroomafnemers, alhoewel men alleen op 15.000 Volt wisselspanning rijdt. Dit is nodig omdat de Zwitserse regelgeving bepaald dat er voor dienst in Zwitserland stroomafnemers met een smal sleepstuk aanwezig moeten zijn, in verband met de vele tunnels op de Zwitserse trajecten. De stroomafnemers met een smal sleepstuk zijn aan de buitenzijde van het locomotiefdak geplaatst.

Rond 2001 is de DFLU configuratie onstaan. Deze configuratie is geschikt en wordt gebruikt voor diensten op Duitsland, Frankrijk en Luxemburg. Een 20tal locomotieven van DB werd omgebouwd tot deze configuratie. De DFLU configuratie houdt het volgende in: twee stroomafnemers met breed sleepstuk, aan de binnenzijde, gezien van het midden van het dak, gebruikt voor 15.000 Volt wisselspanning en twee stroomafnemers met een smal sleepstuk, geplaatst aan de buitenzijdes van het dak, gebruikt voor 25.000 Volt wisselspanning. Aan beveiliging is er in de locomotieven LZB/Indusi voor Duitsland en Crocodile voor Frankrijk en Luxemburg. Een aantal locs van de verleasemaatschappij Angel Trains Cargo is omgebouwd van D(ACH) configuratie naar D(F)LU configuratie, in verband met verhuur aan de CFL. Na de huurperiode zijn de locs weer deels terugverbouwd, dit maal naar een DA(CH) configuratie. Dit betekend dat de locomotieven geleverd zijn met slechts twee stroomafnemers, omgebouwd zijn naar vier stroomafnemers en twee spanningen (15 kV en 25 kV) om vervolgens weer teruggebouwd te worden naar twee stroomafnemers en een spanning (15 kV). Gebruikers van de DFLU configuratie zijn DB Schenker(vroeger Railion), MRCE Dispolok en CFL. Angel Trains Cargo heeft de configuratie gebruikt, maar heeft alle locomotieven weer teruggebouwd naar DA(CH) configuratie.

Bij Deutsche Bahn AG rijden inmiddels 232 locomotieven TRAXX1 rond. De eerste 200 locomotieven zijn TRAXX F140AC1, ingedeeld als serie 185.1 en genummerd van Br 185 001-5 tot Br 185 200-3. 32 Locomotieven zijn uitgerust een passengers package, dit bevat atributen om structureel met personenrijtuigen te rijden, zoals een koersdisplay op de front. Deze locomotieven zijn TRAXX P160AC1, ingedeeld als serie 146.1 en genummerd van 146 101-1 tot 146 132-6. De topsnelheid van deze locomotieven ligt ook 20 km/h hoger, namelijk op 160 km/h. Voor concurrent Metronom rijden er ook 10 rond als ME 146 01 tot ME 146 10. De locomotieven Br 185 van DB AG zijn er in verschillende configuraties. Zo hebben wel locs die naar Frankrijk en Luxemburg rijden, zijn er locs die dienst doen tussen Duitsland en Oostenrijk, zijn er loks die dienstdoen tussen Duitsland en Zwitserland (dan al niet in multitractie met identieke BLS 485 zusjes) en zijn er locs die alleen in Duitsland rijden. Erg tegenstrijdig is het feit dat de beveiliging en spanning in Oostenrijk en Duitsland identiek zijn, maar lang niet alle locomotieven onbeperkte toegang hebben tot Oostenrijk. Locs 185 040 tot en met 059 hebben onbeperkte toegang en mogen heel Oostenrijk, locs 185 080 tot en met 094 hebben slechts beperkte toegang. Dat wil zeggen, ze mogen alleen op bepaalde lijnen dienst doen. Locs 185 020 tot en met 185 039 doen dienst op Frankrijk, locs 185 085 tot en met 185 149 doen dienst op Zwitserland.

MRCE Dispolok heeft twee bestellingen gedaan bij Bombardier. Dit betreft een bestelling van vier locomotieven met de DA(CH) configuratie en toelating in Duitsland en Oostenrijk en een bestelling van zeven locomotieven met de DF(LU) configuratie. De locomotieven zijn geleverd in 2005 en 2006. Ons Märklin model 36832, de 185 544-4, is de enige locomotief uit de DACH serie van MRCE Dispoloc die daadwerkelijk is uitgerust met de systemen (extra stroomafnemers en treinbeveiliging) voor de diensten op Zwitserland. De overige drie locomotieven doen alleen dienst op Duitsland en Oostenrijk.

Bronnen:

• wikipedia

Diverse E-locs Baureihe 185

• Diverse Grootspoor afbeeldingen E-loc Baureihe 185
• 

  2x BR 185 en 2x Re 485
• 

  De 185 563-4 staat opgesteld te Bottrop
• 

  Baureihe 185 van de EVB
• 

  De 185 600-4 van CrossRail staat opgesteld te Krefeld Hbf

Modellen

• Alle in deze wiki aanwezige modellen in deze bouwserie zijn terug te vinden onder genoemde link.

Alle Modellen in de Baureihe 185

---