Bouwserie 230

Uit 3rail Wiki
Versie door Treinsmurf (overleg | bijdragen) op 8 okt 2015 om 21:01 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{| class="wikitable" style="float:right; width:24%;border color#4682B4" ! colspan="2" style= "background:#ff9e23" | '''DR: Bouwserie 230<br/>DB: Bouwserie 180<br/>C...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
DR: Bouwserie 230
DB: Bouwserie 180
CSD: Bouwserie 371, 372
Bouwserie 230 (DR) / 180 (DB)
Spoorwegmij's DR
DB
CSD
Bedrijfsnummers DR: 230 001 – 230 020
DB: 180 001 – 180 020
CSD/CD: 372 001 – 372 015
Fabrikant Škoda Plzen
LEW Hennigsdorf
Aantal gebouwd DR: 20 stuks
CSD: 15 stuks
Bouwjaren 1988, 1991
Asindeling Bo’Bo’
Lengte over de buffers 16.800 mm
Maximum snelheid DB: 120 km/h
CD 372: 120 km/h
CD 371: 160 km/h
Vermogen 3.080 kW
Aanvangskracht 280 kN
Dienstgewicht 84,8 t
Stroomsysteem ~ 15000 volt 16 2/3 Hz
= 3000 volt
Remmen Klotz-rem,
Elektrische weerstandsrem
Uit dienst 2014

Elektrische locomotief bouwserie 230

De locomotieven van de bouwserie 230 (vanaf 1992 bij de DB als bouwserie 180), zijn elektrische meersysteem-locomotieven die vanaf 1991 werden ingezet door de Deutsche Reichsbahn (DR), voor het grensoverschrijdende verkeer tussen Duitsland, Polen en Tsjechië. De locomotieven hadden de bijnaam "Knödelpresse" omdat ze in Tsjechië gebouwd zijn.

Ontwikkeling en bedrijf

In de jaren tachtig ontstond er ook bij de Deutsche Reichsbahn (DR) behoefte aan een meersysteemlocomotief. Deze was vooral noodzakelijk om het toenemende, grensoverschrijdende verkeer tussen de DDR en Tsjechoslowakije sneller te kunnen laten verlopen. In de DDR had men echter geen ervaring met het bouwen van tweesysteemlocomotieven en bovendien had LEW Henningsdorf - de 'huisleverancier' van de DR - het midden jaren tachtig al veel te druk met de bouw van de Bouwserie 243. Daarom werd gekozen voor de Tsjechische treinfabrikant Skoda uit Pilsen. Skoda had namelijk al in de jaren zestig voor de verschillende stroomsystemen in Tsjechoslowakije tweesysteemlocomotieven ontworpen. Het Duitse wisselstroomsysteem van 15 kV /16 2/3 Hz was echter ook voor Skoda nieuw. De nieuwe locomotief moest geschikt zijn voor zowel zware sneltreinen (top 100 tot 120 km/h) als goederentreinen. Op 25 februari 1988 werd de voorserieloc 230 001 aan de DR overgedragen. Na bijna drie jaar testen werd eind 1990 gestart met de serieproductie en tussen februari en april 1991 (na de hereniging van West- en Oost-Duitsland), werden de locomotieven met de bedrijfsnummers 230 002 tot en met 230 020 afgeleverd. Oorspronkelijk zouden er veertig exemplaren besteld worden, maar het bleef bij twintig stuks omdat de CSD (de Tsjechische Staatsspoorwegen) ook vijftien, vrijwel identieke exemplaren kregen (Serie 372) die eveneens tussen de DDR en Tschechië moesten gaan rijden.

De locomotieven van de bouwserie 230 kregen een heel herkenbaar uiterlijk door de markante kopvorm, de grote ventilatieroosters op het dak en de asymmetrische zijkanten: de linkerzijde heeft vier vensters, terwijl aan de rechterzijde nog meer ventilatieroosters zitten. Ze werden in de karakteristieke bordeauxrode kleur van de DR en met een rondom lopende, witte bies afgeleverd. Op 1 juni 1991 begonnen de locs uit de serie 230 en 372 via de Elberoute te rijden tussen Praag en Dresden en later ook verder naar Leipzig en Berlijn. Vanwege de beperkte topsnelheid werden de Duitse locomotieven al in 1993 - intussen omgedoopt tot Baureihe 180 - niet meer ingezet voor de luxe reizigerstreinen tussen Dresden en Berlijn, maar vervangen door de snellere BR 112 (ex-DR 212). Daarvoor in de plaats mochten ze nu de EC-treinen tussen Berlijn en Warschau gaan trekken, aangezien in Polen hetzelfde gelijkstroomsysteem van 3kV gehanteerd werd. In het goederenverkeer bleven de locomotieven echter tussen Tsjechië, Polen en Duitsland pendelen. De reizigerstreinen tussen Dresden en Praag werden geheel overgenomen door de CSD Serie 372, die nu - na tot 160 km/h omgebouwd te zijn - officieel als Serie 371 te boek stond. Ook de DB had plannen om de locomotieven van de bouwserie 180 allemaal om te bouwen tot 160 km/h. De voorserieloc 001 werd daarvoor in 1993 naar Skoda gestuurd en kwam in juni 1994 terug. Er werd een omvangrijk testprogramma gestart maar de andere locomotieven werden nooit meer aangepast. De locomotief 001 werd zelfs aan de CD (de opvolger van de CSD) gegeven, als vervanging voor de 372 006 die in Dresden verongelukt was. De locomotief gaat sindsdien als 371 201 door het leven. De overgebleven negentien locomotieven zijn momenteel in handen van DB Schenker Rail. Ook nu nog kun je deze voor goederentreinen overal in Duitsland aantreffen, waarbij een paar locomotieven zelfs nog in de originele bordeauxrode kleur rondrijden.

Waar zijn deze locomotieven nog te zien?

Bronnen:[1][2][3][4]

Bijzonderheden/Opmerkingen

Externe Verwijzingen

Diverse E-loc's Bouwserie 230 / 180

Bronnen, Referenties en/of Voetnoten

  1. Bron:wikipedia DR-Baureihe 230
  2. Bron:forum topic:topic=27289
  3. Bron:Eisenbahn-Kurier Special 77: Die deutschen Mehrsystem-Lokomotiven, Freiburg 2005
  4. Klaus-Jürgen Kühne: Typenkompass. Loks der DDR 1949-1990, Stuttgart 2010


Modellen

  • Tabel Piko modellen volgt
Duitsland.gif
Grootspoor rijdend materieel Duitsland
Stoomlocomotieven: 01 - 01.10 - 02 - 03 - 03.10 - 05 - 10 - 15 Bayerische S 2/6 - 17 - 18.1 Württembergische C - 18.3 Badische IV h - 18.4 Bayerische S 3/6 - DR 18 201 - 19 - 23 - 24 - 34 (Reihe B VI) - 38 (P8) - 41 - 42 - 42.90 - 43 - 44 - 45 - 50 - 52 - 52.80 - 53 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 61 - 62 - 64 - 65 - 66 - 73 - 74 - 75 - 78 (T18) - 79 - 80 - 81 - 82 - 85 - 86 - 89 - 89.70-75 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 98 (PtL 2/2) - 98.7 (Bay.BB II) - 99 - Länderbahn
Diesellocomotieven: V36 (236) - V60 (260/360-365) - V65 - V80 (280) - V90 - V100 - V120 - V140 - V160 (210/216/218) - V162 (217) - V188 (288) - V200 (220/221) - 232 (DR V130/132) - 245 - 246 - 247 - 253/ER 20 - 285 - 323 (Köf II) - 331/335 (Köf III) - DH 500 Ca - DHG 500 - DHG 700 - MaK DE 1002 - MaK G 1203 - MaK G 1205 BB - MaK G 1206
Accumulator-locomotieven: Ka/Ks
Elektrische locomotieven: E03/103 - E04/104 - E10/110 - E11/211 (DR) - E17/117 - E18/118 - E19/119 - E32/132 - E36 / EP3/6 - E40.11/139 - E40/140 - E41/141 - E42/242 (DR) - E44/144 - E50/150 - E52 - E60/160 - E63/163 - E69/169 - E70/EG2 - E75/175 - E 80 (DR) - E91/191 - E93/193 - E94/194 - E410/184 - 101 - 111 - 120 - 128 - 143 - 146 - 151 - 152 - 180 - 182 - ES64U4 -185 - 186 - 187 - 189 - 193 - 230
Treinstellen (stoom): DW/CiDT
Treinstellen (accu): 515
Treinstellen (diesel): 601 (VT11.5) - 605 (ICE-TD) - 608.8 (VT08.8) - 610 (Pendolino) - 611 - 612 (Regio Swinger) - 613 (VT08.5-VT12.6) - 614 - 620 (LINT 81) - 622 (LINT 54) - 624/634 VT24 - 626 (NE81) - 627 - 628 - 640 (LINT 27) - 648 (LINT 41) - 642 (Siemens Desiro Classic) - 690-691 (Cargosprinter) - 701 (VT55) - 771-772 (VT2.09) - 795/798 (VT95/VT98) - VT04/SVT137 (Vliegende Hamburger) - VT10.5 - VT12.5 (BR 612) - VT89/VT133 (Wismarer Schienenbus) - VT 859 - Schienenzeppelin
Treinstellen (elektrisch): 401ICE1 - 402ICE2 - 403ICE3 - 403.0Donald Duck - 406ICE-3MF - 420 - 422 - 423 - 424 - 425 - 426 - 427 ET27 - 429 - 430 - 430.1 ET30 - 440 - 442Talent 2 - 475 ET 165/ET 275 -485 ET 85 - ET 87 - 491 ET91 - 517 ETA 176 - ET 194