Bouwserie Ae 3/6 III

Uit 3rail Wiki
Versie door Treinsmurf (overleg | bijdragen) op 23 mei 2015 om 20:23 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{| class="wikitable" style="float:right; width:30%;border color#4682B4" ! colspan="2" style= "background:#ff9e23" | Ae 3/6 III |- | colspan="2" | Bestand:Commons-...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Ae 3/6 III
Ae 3/6 III - 10264
Spoorwegmij's SBB
Bedrijfsnummers 10261 – 10271
Fabrikanten SLM Wintherthur, SAAS
Aantal gebouwd 11 stuks
Bouwjaren 1925–1926
Asvorm 2'Co1'
Lengte over de buffers 13760 mm
Max.snelheid 90 km/h
Vermogen 1150 kW
Aanvangskracht 137 kN
Dienstgewicht 89 t
Stroomsysteem ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz
Remmen Automatische, Westinghouse
Uit dienst 1970–1980

Bouwserie Ae 3/6 III

De locomotieven van de bouwserie Ae 3/6 III zijn electrische locomotieven welke een doorontwikkeling waren van de Bouwserie Ae 3/5. Ze werden voornamelijk ingezet op de Regionale diensten in het westen van Zwitserland. In de jaren 60 en 70 waren ze vooral toegewezen aan het depot Bern.

Ontwikkeling en bedrijf

Hoewel de Bouwserie Ae 3/5 in de periode 1922-1925 gebouwd werd, hadden deze geen goede rijeigenschappen in de bochten. Dit was te wijten aan het feit dat de locomotief extreem kort was uitgevallen. Om dit te verhelpen, werd een uitgebreide variant geleverd als Ae 3/6 III welke twee weken na de laatste Ae 3/5 werd geleverd. In plaats van nog meer locomotieven van de bouwserie Ae 3/5 te bestellen, werden nog tien locomotieven van de bouwserie Ae 3/6 III aangeschaft.

Het mechanische gedeelte komt van SLM, de elektrische uitrusting van SAAS. De locomotieven komen in grote lijnen overeen met de eerder geleverde locomotieven van de bouwserie Ae 3/5. De bouwserie Ae 3/6 III werd een stuk langer dan de Ae 3/5 en kreeg een gesynchroniseerd as-type. Ook werden de transformatoren verplaatst waardoor in de machineruimte de ruimtecondities verbeterden. Door inbouw van een draaistel verwachtte men dat de aandrijving beter zou zijn dan die van de Ae 3/5. Door aanpassingen aan de loopas in 1935, kon de maximumsnelheid van de locomotief verhoogd worden van max. 90 km/h naar 100 km/h.

Tegen het einde van de tweede wereldoorlog werd de maximumsnelheid verlaagd naar 75 km/h. vanwege de slechte staat van de aandrijfvering. Nadat herstelwerkzaamheden hadden plaatsgevonden werd de maximumsnelheid weer opgehoogd naar 90 km/h. De locomotieven kenden geen meertreinenbesturing en waren nog niet uitgerust met elektrische remmen.

Bij aflevering waren de locomotieven Bruin. Later kregen ze de SBB-groene kleur.

De eerste locomotief, de 10261 werd na een ongeval, afgedankt in november 1968. Tussen 1970 en 1972 werd de volgende gesloopt. In 1976 gevolgd door nog drie locomotieven. De laatste machine werd gesloopt in 1980.

Bronnen:[1][2]


Waar zijn deze locomotieven nog te zien?

Er is nog 1 Museum locomotief van de Ae3/6 III bewaard gebleven.
Bedrijfsnummer Eigenaar Standplaats Toestand Kleur Opmerking
10264 SBB Historic Depot Lausanne (Zwitserland) - Bruin website SBB Historic

Bijzonderheden/Opmerkingen

Externe Verwijzingen

Diverse E-locs Bouwserie Ae 3/6 III


Bronnen, Referenties en/of Voetnoten


Modellen

  • Geen modellen bekend van de Ae 3/6 III
Stoomlocomotieven: A 2/4 - A 3/5 - B 2/3 - B 3/4 - C 3/3C 5/6 - SNB D 1/3 - Eb 3/5 - Ec 3/5 (BLS) - E 3/3CZm 1/2
Diesellocomotieven: Am 4/4 - Am 4/4 (V200) - Am 4/6 - Am 6/6 - Bm 4/4 - Bm 4/4 II - Bm 6/6 - Em 3/3 - Am 840 - Am 841 - Am 842 - Am 843 - Am 845
Elektrische locomotieven: Ae 3/5 - Ae 3/6 I - Ae 3/6 II - Ae 3/6 III - Ae 4/4 (BLS) - Ae 4/6 - Ae 4/6 III - Ae 4/7 - Ae 4/8 - Ae 6/6 – Ae610 - Ae 6/8 (BLS) - Ae 8/8 (BLS) - Ae 8/14 - Be 2/5 - Be 3/5 - Be 4/4 - Be 4/6 - Be 4/7 - Be 6/8 - Ce 4/4 (BLS) - Ce 4/6 (BLS) - Ce 6/6 - Ce 6/8 I - Ce 6/8 II - Ce 6/8 III - De 4/4De 6/6Ee 3/3 - Ee 6/6 - Eem 923 - Ge 4/4 - Re 4/4 - Re 425 (BLS) - Re 4/4 I - Re 4/4 II – Re 420 - Re 4/4 III – Re 430 - Re 4/4 IV - Re 446(SOB) - Re 4/4 V – Re 450 - Re 456 - Re 460 - Re 465 - Re 474 - Re 481 - Re 482 - Re 484 - Re 485 (BLS) - Re 486 (BLS) - Re 6/6 – Re 620 - HGe 4/4 II
Treinstellen (Diesel): RCm 2/4 - BDm 2/4 - CFm 2/4 - Dm 2/4 - RAm TEE - RAm 501 - RAm 502
Treinstellen (Elektr): ABe 4/16 - BDe 4/4 - BDe 4/4II - Ce 2/4 - Ce 4/4 - Ce 4/6 - CLe 2/4 (rode pijl) - RABDe 500 - RABe 501 - RABDe 502 - RABDe 8/16 - RABe EC - RABe 511 - RABe 514 - RABe 515 (BLS) - RABe 520 - RABe 521 - RABe 522 - RABe 523 - RABe 524 - RABe 525 (BLS) - RABe 526 (BLS) - RABe 526.6 - RABe 526.7 - RABe 535 (BLS) - RAe 4/8 (Churchill pijl) - RAe TEE II - RBDe 560 - RBDe 566 - RBDe 4/4 - RBe 4/4 - RBe 540