CS3/CS3plus - Update informatie 1.4.0.

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nieuwe Mogelijkheden en Bedieningsmogelijkheden van de CS3 en CS3+ met software update 1.4.0

De update van de software met versie 1.4.0. (februari 2019) voor de CS3/CS3+ houdt onder andere naast de uitbereidingen, die voor een probleemloos bedrijf van nieuwe geplande ontwikkelingen nodig zijn, ook enige aanvullingen en optimalisaties in. Dit zijn:

  • I. Gebruik van de MFX+ Speelwereld Lokcabines voor alle Locs
  • II. Nieuwe bedieningsmogelijkheden
  • III. Aanvullingen voor specialisten


I. Gebruik van de MFX+ Speelwereld Lokcabines voor alle Locs

In de CS3 worden steeds meer cabines voor locomotieven geïntegreerd. Door veel gebruikers werd verzocht deze cabines ook voor andere lok, dus ook niet-MFX+-modellen te kunnen gebruiken. Dat is vanaf deze software update mogelijk. Daarbij is het niet van belang of het gaat om een mfx-, DCC- of MM-decoders. Het spelen met verbruiksgegevens is echter alleen mogelijk bij locs met een MFX+-decoder.

Installeren van de Speelwereld cabine

In het menu “Lok-menu” vinden we nu onder de tab “Instellingen” een nieuw keuzeveld “Speelmodus voor alle modellen ook zonder mfx+-functionaliteit. Er kan gekozen worden voor verschillende loktypen, die in het bedieningspaneel kunnen worden opgeroepen.
De loc wordt onder de rechter dan wel linker rijregelaar geactiveerd. Wanneer het bedieningsveld nu over de gehele breedte van het scherm getrokken wordt, verschijnt de virtuele loc-cabine.
Er moet uiteraard wel rekening mee gehouden worden dat uitsluitend de in de decoder beschikbare functies beschikbaar zullen zijn.

Nieuwe cabinebeeld CS3/CS3+


II. Nieuwe bedieningsmogelijkheden

Als eerste wil Märklin de gebruikers danken voor alle verbeteringsvoorstellen die voor de verdere ontwikkeling van de CS3/CS3plus aangegeven zijn. Een deel daarvan is met deze update mogelijk gemaakt.

Raster voor het bewerken van het baanplan

In het bewerkingsscherm voor het baanplan kan nu gebruik gemaakt worden van een raster, waarmee artikelen gemakkelijker kunnen worden geplaatst. De gewenste rastermaat kan worden ingesteld. De beste resultaten bereikt men bij het volgen van de aangegeven aanbevelingen. Het instellen van het raster vindt plaats via het menupunt “Baanplan” in het hoofdmenu “Systeem”.
Bij het bewerken kan de rasterfunctie aan- en uitgezet worden. Let er op dat voor eerder gemaakte baanplannen deze rasterfunctie niet gebruikt kan worden. Bij ingeschakeld raster kan dit tot vreemde afbeeldingen komen, die helaas niet vermijdbaar zijn.
In het “bewerken-menu” is overigens de button voor het beëindigen vervallen. Dit gebeurt net als bij andere bewerken-functies via het startscherm van de bewerking.

Rasterinstelmenu CS3/CS3+


Instellen van verschillende snelheidsaanduidingen

De getoonde snelheid kan nu worden ingesteld in km/h, rijstappen of in procenten. De procent-aanduiding wordt ingesteld door het ingeven van de waarde 10 bij de instelling in de snelheidsmeter. Wanneer de rijstappen gewenst zijn, dan moet voor mfx-locs gekozen worden voor de waarde 126 en voor MM-locs de waarde 14. Bij DCC-locs moet de waarde gebruikt worden, die opgegeven is bij het aanmelden van de loc. Herkenbaar is deze instelling door een rode punt bij de snelheidsinstelling. In alle andere gevallen wordt de snelheid in km/h getoond.

Instellen van de ronde snelheidsmeter

Veel overstappers van de CS2 naar de CS3 misten de ronde snelheidsmeter. De CS3/CS3plus biedt vanaf nu ook deze mogelijkheid. Echter deze instelling kan alleen gebruikt worden op de beide hoofdregelaars onder de rode bedieningsknoppen.
Sleep om deze optie te gebruiken de rode punt van de rijregelaar naar het midden. Dan wordt automatisch naar deze instelling. Wanneer het hele scherm door deze regelaars wordt gebruikt, dan zijn de andere bedieningsschermen niet zichtbaar.

Snelheidsmeter CS3/CS3+


Nieuwe Loc-afbeeldingen

Met deze update is het aantal beschikbare loc-afbeeldingen intussen gegroeid naar meer dan 2000 stuks. In een aantal gevallen moet de nieuwe afbeelding handmatig worden toegevoegd bij de loc-instellingen.
Er blijken een aantal misverstanden te bestaan over de loc-afbeeldingen, waarmee rekening moet worden gehouden.

  • De afbeeldingsbestanden worden opgeslagen in de CS3/CS3+ en niet in de decoder. De decoder onthoudt uitsluitend de naam van de afbeelding. Bij het aanmelden van een loc zoekt de CS3/CS3+ naar de bijbehorende naam in haar eigen geheugen.
  • De CS2 en CS gebruiken hun eigen bestanden. Alleen wanneer de afbeelding dezelfde naam in beide centrales heeft, kan dezelfde afbeelding op beide centrales worden getoond.


Nieuwe mogelijkheden bij start en einde

De CS3/CS3+ kan via het Systeem-menu zo ingesteld worden dat bij het beëindigen van de sessie alle locs en gebeurtenissen gestopt worden en bij een herstart van het systeem weer opgestart vanaf de beëindiging. Daarvoor moet in het systeem-menu niet alleen de functie “locs opnieuw starten” aangevinkt worden, maar ook “gebeurtenissen opnieuw starten”. Bij het kiezen van deze opties zullen de locs ook opnieuw beginnen te rijden.

Instellingen Start en Einde CS3/CS3+


Hulpschermen via de webbrowser

De CS3/CS3+ biedt nu ook de mogelijkheid om de verschillende hulpschermen via de met ced CS3 verbonden router op PC, tablet of laptop te laten zien.

Hulpscherm via Browser


Gebruik van een videocamera als bewakingscamera

De CS3/CS3+ heeft nu ook de mogelijkheid om camerabeelden te laten zien, welk via een router en PC, laptop of tablet worden aangeboden. Hierbij kunnen zowel USB-camera’s als IP-camera’s worde gebruikt. Bij het gebruik van IP-camera’s wordt minder rekenkracht van de CS3 verlangt en kunnen meerdere camera’s gebruikt worden. Bij gebruik van een USB-camera slechts beelden van één camera.

Camerabeelden via Browser


III. Aanvullingen voor specialisten

De CS3 biedt aan de geschoolde specialisten nu een reeks van extra mogelijkheden, die extra mogelijkheden bieden bij het verwerken van gebeurtenissen. Hiervoor is wel aanzienlijke ervaring nodig met de inzet van dergelijke processen en algoritmes, alsook grondige kennis van hieraan ten grondslag liggende wiskunde en informatica. Er is geen eenvoudige opleiding die een langjarige studie op dit specifieke gebied kan vervangen.

Wie met deze techniek niet voldoende bekend is, zou zich daarom met deze technieken moeten beperken tot de aansturing van een schaduwstation of blokbeveiliging. Voor andere toepassingen is het absoluut noodzakelijk dat de gebruiker dergelijke complexe besturingen kan ontwerpen en realiseren. Ook hier kan de klantenservice van Märklin maar zeer beperkt ondersteuning bieden. Dergelijke (complexe) gebeurtenissen moeten zodanig gedetailleerd beschreven zijn, dat de experts van de serviceafdeling kunnen toetsen of e.e.a. correct kan werken. Dat is een intensief proces, waarvoor bijna geen enkele modelspoorder bereid zal zijn de kosten te dragen. Märklin vraagt er daarom begrip voor dat haar klantenservice hier maar beperkt kan ondersteunen.

Nieuw is nu de mogelijkheid om verschillend logische macro’s te definiëren en in de gebeurtenissen te integreren. De volgende basiselementen zijn nu beschikbaar:

  • 1. EN-macro (AND): Deze macro toets of aan alle voorwaarden voldaan wordt. Is dat het geval dan volgt te volgende processtap van de gebeurtenis (of macro). Naar keuze kan deze macro ook als negatieve eis geformuleerd worden (NAND). Dan geldt dat aan geen van de voorwaarden voldaan mag worden.
  • 2. OF-macro (OR): Deze macro toets of aan een (of meer) van de voorwaarden voldaan wordt. Is dat het geval dan loopt het proces verder. Ook hier is de “niet” variant (NOR) mogelijk.
  • 3. ALS-DAN-macro (IF THEN ELSE): Bij deze macro wordt getoetst aan het IF-statement. Is deze waar dan loopt het proces daar verder. Wanneer de IF-toets een “niet waar” resultaat geeft dan gaat het proces verder met de stappen van “ELSE”. Deze macro is ook zonder ELSE toepasbaar.
  • 4. LOOP-macro (LOOP): Deze macro voert een lus (loop) uit totdat aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt of zolang aan de voorwaarde voldaan wordt.
  • 5. RANDOM-macro (RANDOM): Bij deze macro wordt aan de gebeurtenis een toevalsfactor toegevoegd. De toevalsfactor is instelbaar.
  • 6. REM-macro (BRAKE): Met deze macro kan zonder gebruik te maken van een remmodule een loc afgeremd worden tot stilstand met de op de decoder ingestelde vertraging. Hiervoor zijn wel contacten (terugmelders) voor de Rem-sectie, Stop-sectie en Veiligheids-sectie nodig.



Märklin wenst de gebruikers veel succes met het ontdekken van de nieuwe mogelijkheden van de CS3.

Vertaald uit de Duitse update informatie van Märklin. Afbeeldingen komen eveneens uit deze publicatie. (VT601)