Großherzoglich Hessische Staatseisenbahnen

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Großherzoglich Hessische Staatseisenbahnen
Commons-Coat of arms of Hessen (1905).png
Land Duitsland.gif: Duitsland
Opgericht 1896
Opgeheven 1920
Hoofdkantoor Darmstadt ?
Spoor lengte ? km

Großherzoglich Hessische Staatseisenbahnen

De Groothertogelijke Hessische Staatsspoorwegen behoorden tot de "Lānderbahnen" in de tijd van het "Bismarck-rijk". Het Groothertogdom Hessen bestond in de negentiende eeuw uit drie provincies. Tussen de Rijn, Main en de Neckar omvatte de provincie Starkenburg het Odenwald en de Hessische Ried. Hier was ook de koninklijke hoofdstad Darmstadt. Aan de linkerkant van de Rijn was de provincie Rheinhessen met Mainz, Worms en Bingen. Zonder directe verbinding met dit gebied, omsloot de provincie Oberhessen de Vogelsberg en de Wetterau.

Vanwege de territoriale fragmentatie bouwde Hessen aanvankelijk geen eigen staatsspoorweg. Integendeel, Hessen nam, samen met de buurlanden, deel aan de openbare spoorwegen. Dat waren de:

  • Main-Neckar-Eisenbahn - met de steden Frankfurt en Baden
  • Main-Weser-Bahn - met de steden Frankfurt en Kurhessen
  • Frankfurt-Offenbacher Eisenbahn - met de stad Frankfurt.

Daarnaast promootte ze omvangrijke projecten van de particuliere Hessische Ludwigs-Eisenbahn-Gesellschaft (700 km). Deze kleine beursgenoteerde onderneming werd genationaliseerd door een Staatsverdrag van 23 juni 1896 en werd een deel van de Groothertogelijke Hessische Staatsspoorwegen.

Het was pas in 1876 dat het Groothertogdom Hessen-Darmstadt zijn eigen staatsspoor oprichtte. Deze bestond uit de overname van de Oberhessische Eisenbahn-Gesellschaft. Van 1869 tot 1871 had de laatstgenoemde de Vogelsbergbahn en de Lahn-Kinzig-Bahn vanaf Gießen geopend en geëxploiteerd. Van een totaal van 175,8 km route (1880) waren 147,2 km in Hessen-Darmstadt en 28,0 km in Pruisen.

Na de overgang naar het staatsbestuur, werd vervolgens het spoorwegennet volgens een wet van 29 mei 1884, uitgebreid met drie zijlijnen, die uit de lijn Gießen-Gelnhausen in de Vogelsberg leidden:

  • Nidda–Schotten : vanaf 26 Mei 1888
  • Stockheim–Gedern : vanaf 1 Oktober 1888
  • Hungen–Laubach : vanaf 1 Juni 1890

Een andere deelstaat spoorlijn werd op 20 december 1886 tussen Eberstadt en Pfungstadt geopend. Het was slechts 1,9 km lang en werd geëxploiteerd door de "Main Neckar Eisenbahn", maar had zijn eigen personeel, locomotieven en personenrijtuigen.

Hierna volgde ten zuiden van Offenbach am Main de:

  • Weschnitztalbahn (1895), die vervolgens door de Main-Neckar-Bahn geëxploiteerd werd
  • Rodgaubahn (1896) en het traject Offenbach-Bieber–Dietzenbach (1898)
  • Lumdatalbahn von Grünberg : vanaf 1 Augustus 1896 tot Londorf, vanaf 1902 tot aan Lollar

Als laatste traject van de Großherzoglich Hessischen Staatseisenbahnen werd in 1897 het traject ten oosten van Darmstadt gerealiseerd:

  • Traject Darmstadt Ost–Groß-Zimmern.

Door het besluit van 17 maart 1897 nam het bestuur van de Pruisische Staatsspoorwegen de exploitatie over van de Staatsspoorwegen van het Groothertogdom Hessen onder de gemeenschappelijke naam Pruisische Hessische spoorwegoperatie- en financiële gemeenschap, kortweg aangeduid als de "Preußisch-Hessische Eisenbahngemeinschaft". Het gemeenschappelijke "Königlich Preußische und Großherzoglich Hessische Eisenbahndirection" kreeg zijn zetel in Mainz.

In 1920 gingen de nu Hessische Staatsspoorwegen, net als de andere spoorwegen, over naar de Deutsche Reichsbahn.


Bronnen:wikipedia[1]

Verwijzingen

Intern

Extern


Bronnen, Referenties en/of Voetnoten


Spoorwegmaatschappijen Duitse Keizerrijk
Baden (Bad.StB.) - Beieren (K.Bay.Sts.B.) - Elzas-Lotharingen - Hessen en Pruisen/Hessen (K.P.u.G.H.StE.) - Mecklenburg (M.F.F.E.) - Oldenburg (G.O.E.)
Pruisen (K.P.St.E.) - Saksen (K.Sächs.Sts.E.B.) - Württemberg (K.W.St.E.)