Märklin 6600 electronische rijregelaar: verschil tussen versies
k |
(Voorbeeld Märklin 6600 met 2 pendeltreinen) |
||
(7 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | |||
{| class="wikitable" style="float:right; width:35%;" | {| class="wikitable" style="float:right; width:35%;" | ||
! colspan="2" style= "background:#2E9AFE; color:black;"| '''Märklin 6600 electronische rijregelaar''' | ! colspan="2" style= "background:#2E9AFE; color:black;"| '''Märklin 6600 electronische rijregelaar''' | ||
Regel 22: | Regel 21: | ||
{{Opgelet|De Märklin 6600 werkt alleen voor analoog bedrijf. Locomotieven met een decoder kunnen niet gebruikt worden in combinatie met de Märklin 6600. Decoders gaan onherroepelijk kapot!!}} | {{Opgelet|De Märklin 6600 werkt alleen voor analoog bedrijf. Locomotieven met een decoder kunnen niet gebruikt worden in combinatie met de Märklin 6600. Decoders gaan onherroepelijk kapot!!}} | ||
+ | |||
+ | De Märklin 6600 is beveiligd tegen kortsluiting of overbelasting en zal zichzelf uitschakelen als er kortsluiting of overbelasting plaatsvindt. Het regelapparaat schakelt automatisch weer in werking zodra de kortsluiting of overbelasting is verholpen. | ||
<br style="clear:both" /> | <br style="clear:both" /> | ||
== Aansluiten Märklin 6600 == | == Aansluiten Märklin 6600 == | ||
+ | Als stroombron voor het regelapparaat 6600 is een Märklin-transÍormator met minimaal 30 VA vermogen benodigd. Hiervoor kan een [[Märklin 6631]] of [[Märklin 6611]] transformator gebruikt worden. Beter is het om een transformator te gebruiken die aan de huidige veiligheidsnormen voldoet en geschikt is voor 230 Volt netspanning zoals b.v. de [[Märklin 66470 Transformator]]. | ||
+ | De aansluitdraden worden op de lichtstroom aansluitingen L en 0 van de transformator aangesloten. De aansluitdraden van de rails worden op de rijstroom aansluitingen B en 0 van het regelapparaat 6600 aangesloten. | ||
+ | Afhankelijk van het beschikbare vermogen, kunnen tot maximaal 3 Märklin 6600 rijregelapparaten in één stroomkring worden aangesloten. | ||
+ | Bij een rijtransformator blijven de rijstroomaansluitingen B en 0 beschikbaar voor een eventuele extra gescheiden stroomkring. | ||
<gallery caption="Aansluiten Märklin 6600" widths="220px" heights="140px" perrow="4"> | <gallery caption="Aansluiten Märklin 6600" widths="220px" heights="140px" perrow="4"> | ||
Regel 35: | Regel 40: | ||
== Werking == | == Werking == | ||
+ | === Rijden met de regelknop === | ||
+ | Met de grote regel draaiknop (7) kan de rijsnelheid van de locomotief geregeld worden. Door de knop rechtsom te draaien zal de locomotief harder gaan rijden. Door de knop linksom te draaien zal de locomotief langzamer gaan rijden. | ||
+ | Om de rijrichting van de locomotief te veranderen dient de draaiknop behoedzaam door de nulstand heen gedraaid te worden waardoor een elektronische omschakelpuls wordt gegeven die de rijrichtingsschakelaar of relais in de locomotief activeert waardoor de rijrichting wordt omgeschakeld. | ||
+ | |||
+ | === Optrekvertraging en afremvertraging instellen === | ||
+ | De optrek en afrem-automaat wordt middels druktoets 4 (groene aanduiding) ingeschakeld. Nu kan de optrekvertraging en de afremvertraging beiden afzonderlijk ingesteld worden. | ||
+ | |||
+ | Draaiknop 1: Gelijkmatig optrekken | ||
+ | *knop naar links - snel optrekken/korte optrekafstand | ||
+ | *knop naar rechts - langzaam optrekken / lange optrekafstand | ||
+ | |||
+ | Draaiknop 2: Remvertraging | ||
+ | *knop naar links - sterk afremmen / korte remweg | ||
+ | *knop naar rechts - licht afremmen / lange remweg | ||
+ | |||
+ | Na het instellen, kan de druktoets 4 (groene aanduiding) weer uitgeschakeld worden en wordt de ingestelde optrekafstand en ingestelde remweg onthouden. | ||
+ | Met het instellen van de optrek en afremvertraging is meteen de automatische trekkracht ingesteld. De 6600 houdt de snelheid regelt automatisch snelheid van de locomotief (houdt deze vrijwel constant) als deze bijvoorbeeld een helling of afdaling neemt. Dit is vergelijkwaardig met automatische lastregeling. | ||
+ | |||
+ | === Automatische wachttijd instellen === | ||
+ | Er kan een automatische wachttijd worden ingesteld door de druktoets 5 (groene aanduiding) in te schakelen en vervolgens met de regelaar 3 de wachttijd instellen. | ||
+ | Zo kan op elke plaats van de baan, een wachttijd worden ingesteld. De maximaal in te stellen wachttijd is 30 seconden en treed in werking als de contactbus I van de Märklin 6600 door een momentschakelaar (seinplaat of schakelrail), een schakel impuls krijgt. Zodra de puls is gegeven, treedt de ingestelde wachttijd in, ongeacht of de locomotief nog bezig is met afremmen (ingestelde afremvertaging). | ||
+ | Na het verlopen van de wachttijd zal de locomotief weer optrekken met de ingestelde optrekvertraging. | ||
+ | |||
+ | === Automatisch pendelverkeer === | ||
+ | Indien de druktoets 5 (groene aanduiding) is ingedrukt, kan tevens door een momentschakelpuls op aansluitbus II te geven (middels seinplaat of schakelrail), op afstand een omschakelpuls naar de locomotief worden gegeven. Bijvoorbeeld: De loc stopt, staat de ingestelde wachttijd stil en zet zich vervolgens in tegengestelde richting in beweging met de ingestelde optrekvertraging. Hiermee kan de Märklin 6600 een volautomatisch pendelverkeer sturen. | ||
+ | |||
+ | De op afstand geschakelde omschakelpuls kan bij analoge locomotieven met een TELEX, gebruikt worden om automatisch afstoten bij een rangeerheuvel in te stellen. | ||
+ | |||
+ | NB. Bij uitgeschakelde wachtautomaat (druktoets 5 uit) hebben de op de contactbussen I en II aangesloten schakelaars geen invloed op het regelapparaat. | ||
+ | |||
+ | === Nood-Stop === | ||
+ | Met de stoptoets 6 (rode aanduiding) kan de trein onmiddelijk tot stilstand worden gezet (noodstop). Na het weer indrukken van de stoptoets 6 (lichtaanduiding gaat weer uit), vervolgt de trein zijn rit met de ingestelde snelheid of optrek- of afremweg. | ||
+ | |||
+ | == Voorbeeld Märklin 6600 met 2 pendeltreinen == | ||
+ | Als voorbeeld een toepassing van de 6600 voor het rijden met 2 verschillende treinen. In een schaduwstation zijn 2 sporen aangelegd. Aan het andere eind is een enkelsporig perronspoor. Als een trein het schaduwstation inrijdt komt de andere trein tevoorschijn. De schakeling is opgebouwd met 3 schakelrails en 1 relais 7045. | ||
+ | |||
+ | Uiteraard kan ook het enkelspoor vervangen worden door een dubbelspoor. In dat geval is een afwisselend treinverkeer met 3 treinen mogelijk. De schakelingen van het dubbelspoor dienen dan gekopieerd te worden. In dit geval zijn 4 schakelrails en 2 relais 7045 nodig. De 2 relais 7045 kunnen ook vervangen worden door 1 relais Viessmann 5552 | ||
+ | |||
+ | <gallery caption="aansluitschema" widths="220px" heights="140px" perrow="4"> | ||
+ | Bestand:schakel 6600.png|<center>''Voorbeeld Märklin 6600 met 2 pendeltreinen''</center> | ||
+ | </gallery> | ||
+ | |||
== Verwijzingen (links) == | == Verwijzingen (links) == | ||
=== Intern === | === Intern === | ||
− | * | + | *[[Märklin transformatoren]] |
=== Extern === | === Extern === |
Huidige versie van 12 apr 2022 om 15:25
Märklin 6600 electronische rijregelaar | |
---|---|
Type: | Besturingsunit |
Kleur: | Lichblauw |
Behuizing: | Kunststof |
Afmetingen : | 125 x 137 x 65 mm. |
Bijzonderheden: | Alleen voor gebruik binnenshuis (droge ruimtes) |
Märklin 6600 electronische rijregelaar
De Märklin 6600 is een electronische regelaar voor analoog bedrijf welke in combinatie met een analoge transformator zoals de Märklin 6611 of Märklin 6631 ingezet wordt. Met deze regelaar kunnen analoge treinen vertraagd optrekken en afremmen en tevens kan een wachttijd ingesteld worden (pendelautomaat). Met de 6600 regelaar zijn de vertraging, stop- en optrektijden zelf in te stellen.
De Märklin 6600 werkt alleen voor analoog bedrijf. Locomotieven met een decoder kunnen niet gebruikt worden in combinatie met de Märklin 6600. Decoders gaan onherroepelijk kapot!! |
De Märklin 6600 is beveiligd tegen kortsluiting of overbelasting en zal zichzelf uitschakelen als er kortsluiting of overbelasting plaatsvindt. Het regelapparaat schakelt automatisch weer in werking zodra de kortsluiting of overbelasting is verholpen.
Aansluiten Märklin 6600
Als stroombron voor het regelapparaat 6600 is een Märklin-transÍormator met minimaal 30 VA vermogen benodigd. Hiervoor kan een Märklin 6631 of Märklin 6611 transformator gebruikt worden. Beter is het om een transformator te gebruiken die aan de huidige veiligheidsnormen voldoet en geschikt is voor 230 Volt netspanning zoals b.v. de Märklin 66470 Transformator. De aansluitdraden worden op de lichtstroom aansluitingen L en 0 van de transformator aangesloten. De aansluitdraden van de rails worden op de rijstroom aansluitingen B en 0 van het regelapparaat 6600 aangesloten.
Afhankelijk van het beschikbare vermogen, kunnen tot maximaal 3 Märklin 6600 rijregelapparaten in één stroomkring worden aangesloten. Bij een rijtransformator blijven de rijstroomaansluitingen B en 0 beschikbaar voor een eventuele extra gescheiden stroomkring.
Werking
Rijden met de regelknop
Met de grote regel draaiknop (7) kan de rijsnelheid van de locomotief geregeld worden. Door de knop rechtsom te draaien zal de locomotief harder gaan rijden. Door de knop linksom te draaien zal de locomotief langzamer gaan rijden. Om de rijrichting van de locomotief te veranderen dient de draaiknop behoedzaam door de nulstand heen gedraaid te worden waardoor een elektronische omschakelpuls wordt gegeven die de rijrichtingsschakelaar of relais in de locomotief activeert waardoor de rijrichting wordt omgeschakeld.
Optrekvertraging en afremvertraging instellen
De optrek en afrem-automaat wordt middels druktoets 4 (groene aanduiding) ingeschakeld. Nu kan de optrekvertraging en de afremvertraging beiden afzonderlijk ingesteld worden.
Draaiknop 1: Gelijkmatig optrekken
- knop naar links - snel optrekken/korte optrekafstand
- knop naar rechts - langzaam optrekken / lange optrekafstand
Draaiknop 2: Remvertraging
- knop naar links - sterk afremmen / korte remweg
- knop naar rechts - licht afremmen / lange remweg
Na het instellen, kan de druktoets 4 (groene aanduiding) weer uitgeschakeld worden en wordt de ingestelde optrekafstand en ingestelde remweg onthouden. Met het instellen van de optrek en afremvertraging is meteen de automatische trekkracht ingesteld. De 6600 houdt de snelheid regelt automatisch snelheid van de locomotief (houdt deze vrijwel constant) als deze bijvoorbeeld een helling of afdaling neemt. Dit is vergelijkwaardig met automatische lastregeling.
Automatische wachttijd instellen
Er kan een automatische wachttijd worden ingesteld door de druktoets 5 (groene aanduiding) in te schakelen en vervolgens met de regelaar 3 de wachttijd instellen. Zo kan op elke plaats van de baan, een wachttijd worden ingesteld. De maximaal in te stellen wachttijd is 30 seconden en treed in werking als de contactbus I van de Märklin 6600 door een momentschakelaar (seinplaat of schakelrail), een schakel impuls krijgt. Zodra de puls is gegeven, treedt de ingestelde wachttijd in, ongeacht of de locomotief nog bezig is met afremmen (ingestelde afremvertaging). Na het verlopen van de wachttijd zal de locomotief weer optrekken met de ingestelde optrekvertraging.
Automatisch pendelverkeer
Indien de druktoets 5 (groene aanduiding) is ingedrukt, kan tevens door een momentschakelpuls op aansluitbus II te geven (middels seinplaat of schakelrail), op afstand een omschakelpuls naar de locomotief worden gegeven. Bijvoorbeeld: De loc stopt, staat de ingestelde wachttijd stil en zet zich vervolgens in tegengestelde richting in beweging met de ingestelde optrekvertraging. Hiermee kan de Märklin 6600 een volautomatisch pendelverkeer sturen.
De op afstand geschakelde omschakelpuls kan bij analoge locomotieven met een TELEX, gebruikt worden om automatisch afstoten bij een rangeerheuvel in te stellen.
NB. Bij uitgeschakelde wachtautomaat (druktoets 5 uit) hebben de op de contactbussen I en II aangesloten schakelaars geen invloed op het regelapparaat.
Nood-Stop
Met de stoptoets 6 (rode aanduiding) kan de trein onmiddelijk tot stilstand worden gezet (noodstop). Na het weer indrukken van de stoptoets 6 (lichtaanduiding gaat weer uit), vervolgt de trein zijn rit met de ingestelde snelheid of optrek- of afremweg.
Voorbeeld Märklin 6600 met 2 pendeltreinen
Als voorbeeld een toepassing van de 6600 voor het rijden met 2 verschillende treinen. In een schaduwstation zijn 2 sporen aangelegd. Aan het andere eind is een enkelsporig perronspoor. Als een trein het schaduwstation inrijdt komt de andere trein tevoorschijn. De schakeling is opgebouwd met 3 schakelrails en 1 relais 7045.
Uiteraard kan ook het enkelspoor vervangen worden door een dubbelspoor. In dat geval is een afwisselend treinverkeer met 3 treinen mogelijk. De schakelingen van het dubbelspoor dienen dan gekopieerd te worden. In dit geval zijn 4 schakelrails en 2 relais 7045 nodig. De 2 relais 7045 kunnen ook vervangen worden door 1 relais Viessmann 5552
Verwijzingen (links)
Intern
Extern
Bronnen, referenties en/of voetnoten
|