CS3/CS3plus - Basiswerkwijze van Gebeurtenissen: verschil tussen versies
Regel 106: | Regel 106: | ||
---- | ---- | ||
− | [[ | + | [[Categorie:Märklin Besturingsunits]] |
Huidige versie van 13 feb 2019 om 11:36
Mee bezig Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt. Toelichting: VT601 Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen. |
Intoductie
Dit wiki-artikel is bedoeld om uitleg te geven over de werkwijze van Gebeurtenissen op de Märklin_60216-60226_Central_Station_3 van Märklin.
Het bevat aanwijzingen over de normale werking van gebeurtenissen.
Basiswerkwijze van Gebeurtenissen
Om beter te begrijpen hoe bepaalde commando's geinterpreteerd worden is deze pagina als vertaling van de Duitse versie opgezet.
De werking heeft betrekking of normale en uitgebreide gebeurtenissen.
Starten van Gebeurtenissen
Gebeurtenissen worden in hun aard uitsluitend door contacten gestart. Bij het Instellingen van de Gebeurtenis kan ingesteld worden op het Bezet melden dan wel het Vrijmelden de Gebeurtenis start. De controle van de voortgang wordt door Stuurkontakten gerealiseerd. Deze Stuurkontakten staan het starten van de Gebeurtenissen toe of voorkomen dat de Gebeurtenis start.
Acties in een Gebeurtenis
De Acties in Gebeurtenissen zijn beperkt tot het starten van een Actie. Dit kan dus zijn: het schakelen van toebehoren, het aansturen van locs dan wel de start van andere Gebeurtenissen. Contacten kunnen niet gewijzigd worden.
Voorwaarden in Gebeurtenissen
Kontakten kunnen in Gebeurtenissen het verloop van de Gebeurtenis beïnvloeden. Een lopende Gebeurtenis kan tijdelijk of geheel gestopt worden.
Werkwijze Uitgebreide Gebeurtenissen
Deze wezenlijke uitbreiding is in algemene zin beschreven. Elke Actie in de CS3 kan een Gebeurtenis starten. In een Gebeurtenis kan elk element ook veranderd worden of als Voorwaarde dienen. Deze in de basis eenvoudige veralgemenisering van de systematiek realiseert een verstrekkende uitbreiding van de mogelijkheden van gebeurtenissen.
Starten van gebeurtenissen
Voor het starten van een Gebeurtenis kunnen, m.u.v. stuurkontakten, alle elementen bruikbaar. Stuurkontakten zijn een bijzondere vorm van contacten en zijn voor expliciete toepassingen bedoeld.
Acties in een gebeurtenis
Een Actie in een gebeurtenis kan nu ook het bewerken van contacten zijn. Daarmee kan een contact nu een Vlag worden en een tussengebeurtenis bevatten. De waarde van deze Vlag is andere Gebeurtenissen beïnvloedt dan het verloop van de gerealiseerde sturing.
Nieuwe Elementen
Voor bijzondere omstandigheden zijn extra elementen beschikbaar:
- CS3-Stop gebeurtenissen Halt
Dit kan worden gebruikt wanneer een Besturingselement van de Gebeurtenis een Foutmelding geeft.
Voor de besturing van Gebeurtenissen zijn de volgende “starters” toegevoegd:
- System-Start
- CS3-Go
- Gebeurtenis-Go
Deze “starters” kunnen gebruikt worden om de besturing in een gewenste Start-toestand te brengen.
Enkele toepassingen
In het volgende deel een paar toepassingen, hoe de uitgebreide Gebeurtenissen gebruikt kunnen worden.
Voorwaardelijk schakelen van wissels
De Gebeurtenis realiseert een voorwaardelijk schakelen van wissel. De eerste stap stelt de vraag naar de actuele stand van het wissel. Dit is herkenbaar aan het vraagteken linksboven in het symbool. De instelling is “doorgaan met gebeurtenis, wanneer de wisselstand ‘Groen’ is”. Wanneer dat het geval is dan wordt het tweede bevel uitgevoerd en het wissel (afbuigend) geschakeld.
Belangrijk: Bij het aanmaken van Gebeurtenissen kan hetzelfde element niet direct na elkaar worden opgenomen. Ofwel er moet een tussenelement worden toegevoegd, dat daarna weer wordt gewist ofwel men kiest een ander artikel en kiest vervolgens het juiste artikel met de gewenste toestand. Omdat het in het algemeen is het niet zinvol is om hetzelfde artikel tweemaal te bedienen, is deze beperking aanwezig.
Toetsen van voorwaarden
Met de mogelijkheid om kontakten te bewerken en de Gebeurtenis daarna te toetsen, ontstaat de mogelijkheid gemeenschappelijk bruikbare voorwaarden in Gebeurtenissen op te nemen. Een gebeurtenis toetst of aan de voorwaarde wordt voldaan en zet bij een positief resultaat een Vlag.
Deze Vlag wordt vervolgens in de bovenliggende gebeurtenis gebruikt om het verloop van de Gebeurtenis verder te beïnvloeden. Op die manier kunnen meervoudig geneste toetsingen uitgevoerd worden en daarmee bijv. alternatieve rijwegen worden bepaald en ingesteld.
Hierbij kent de toetsing twee waarden;
- Symbool "Wachten" (aangeduid met een oranje "w").
Hiermee wacht de voortgang totdat aan de toetswaarde is voldaan.
- Symbool "Vraagteken"
Hiermee stop de voortgang zodra niet aan de toetswaarde is voldaan. Deze stop is zichtbaar doordat het hoofdsymbool rood kleurt en een rode cirkel met uitroepteken verschijnt in de gebeurtenis. Afbeelding invoegen
Verwijzingen (links)
Intern
- Märklin_60216-60226_Central_Station_3
- CS3/CS3plus - Gebeurtenissen aanmaken
- CS3/C3plus - Uitgebreide Gebeurtenissen
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van de door Märklin zelf uitgegeven informatie en informatie van forumlid Reneels.
Extern
Bronnen, Referenties en/of VoetnotenVoor dit artikel is gebruik gemaakt van de door Märklin zelf uitgegeven informatie en informatie van forumlid Reneels. |