Bouwserie EMD GP7
Class EMD GP7 | |
---|---|
Spoorwegmij's | (zie ondedrstaande tabel) |
Opschriften | (zie ondedrstaande tabel) |
Bedrijfsnummers | (zie ondedrstaande tabel) |
Fabrikant | General Motors Electro-Motive Division. |
Aantal gebouwd | 2729. |
Bouwjaren | 1949 – 1954. |
Bouwwijze | B-B (Bo′Bo′). |
Lengte over de buffers | 17120 mm. |
Dienstgewicht | 123 ton. |
Vermogen: | 1120 kW/1500 pk. |
Bouwwijze motor | 2-takt V16. |
Max.snelheid | 105 km/h . |
Overdracht vermogen | Elektrisch . |
Brandstof-tankinhoud | 6100 ltr. |
Remmen | Lucht remmen . |
Uit dienst |
Diesellocomotief Class EMD GP7
Ontwikkeling en Bedrijf
Deze EMD GP7 is een 4-assige dieselelektrische locomotief welke door General Motors Electro-Motive Division (Amerika) gebouwd is tussen Oktober 1949 en Mei 1954. Het vermogen dat door de 16 cilinder EMD 567B 2- takt diesel motor geleverd wordt bedraagt 1500 PK (1,12 MW). Deze locs werden zowel met als zonder cabine (GP7B) gebouwd. Totaal werden er van dit type locomotief door EMD 2729 stuks (inclusief de 5 van het type GP7B voor Atchison, Topeka and Santa Fe Railway) gebouwd, waarvan 2615 stuks voor de Amerikaanse, 112 voor de Canadese en 2 voor de Mexicaanse spoorwegen. Het wielarrangement van het type EMD GP7 is B-B, en heeft een lengte van iets meer als 17,12 meter. De locs waren leverbaar met een lage korte neus (Low Hood) maar ook met een hoge korte neus (High Hood). Ze waren gebouwd voor zowel passagiers als goederen vervoer en waren de meest succes volle diesel locomotieven die ooit gebouwd werden. Een jaar voordat de GP7 gebouwd werden had EMD de BL2 geïntroduceerd, maar deze loc kon niet concurreren tegen de modellen van Baldwin, Fairbanks Morse en Alco te meer omdat deze al langer hun modellen bouwden als EMD. Echter EMD leerde van zijn fouten en de verkoop van de GP7 was een enorm succes. Het ontwerp van deze loc is zeer betrouwbaar en zo goed gebouwd dat het tegenwoordig nog dienst doet op korte lijnen. Zoals al eerder genoemd begon EMD in 1948 met ontwerp van de BL2. De bouwer was echter zo gefrustreerd dat het ze niet alleen achter lag op de concurrenten maar ook dat Alco de markt beheerste wat betreft de rangeer locomotief met hun RS1 en RS2.
Met het ontwerp van de GP7 zorgde EMD voor een makkelijk te onderhouden en te bedienen locomotief die bijna alle types vracht vervoer kon verwerken met hun 1500 PK motor. Ook het ontwerp van het chassis met de behuizing was zeer aantrekkelijk om gebruikt te kunnen worden voor passagiers diensten, terwijl het model eigenlijk geen stroomlijn had. Dank zij de Styling afdeling van EMD welke geleid werd door John Markestein samen met zijn helper Dilworth werd dit klassieke uiterlijk ontworpen. EMD gebruikte voor de voortstuwing van de GP7 de 567B motor en bijna alle onderdelen gebouwd door General Motors die voor alle modellen standaard was. Hierbij hoorden onder meer de hoofd generator van het type D12, tractie motoren type D27B en dynamo type D14. Het remsysteem werd geleverd door Westinghouse met een compressor van Gardner uit Denver. Veel spoorweg maatschappijen verbouwden hun GP7’s naar een korte lage neus (short hood) terwijl anderen nog verder gingen. De Missouri Pacific Railroad deden een motor upgrade naar de 567BC motor en vervingen de standaard EMD 2-stack uitlaat met een 4-stack "vrije" uitlaat, waardoor het vermogen verhoogt werd naar 1.600 pk (1190 KW).
De GP7 diesellocomotieven zijn nog te vinden in spoorweg maatschappijen die korte lijnen onderhouden en in museums.
Een van de grootste bewaard gebleven collectie kan men vinden in Portola, California, bij de Western Pacific Railroad Museum. Dit museum is de thuis haven van Western Pacific (WP)units 705,707 en 708 maar ook van de Sacramento Northern unit 712. De WP 707 is volledig gerestaureerd en wordt gehandhaafd in hoofdlijn gereed status.
De United Railways Historical Society is eigenaar van twee vroegere NJT, ex CR, bekend als Central Railroad van New Jersey GP7Ps, # 1523 en 1524. De Tennessee Valley Railroad Museum in Chattanooga, Tennessee, Verenigde Staten, heeft ook een aantal operationele GP7s. Bezoekers kunnen één van deze locomotieven charteren voor een uur om zelf te exploiteren, uiteraard onder toeziend oog van de TVRM machinist, overeen 3 km traject van hun lijn. TVRM gebruikt zijn GP7s ook voor het trekken van excursie treinen en tijdens het onderhoud van haar eigen materieel.
Een andere museum lijn is het Minnesota Transportation Museum welke een GP7 bedrijft op hun Osceola and St Croix Valley Railway. Geverfd in de kleuren van SOO Line 559. Werd deze loc gebouwd als Rock Island 1223, herbouwd als de 4505, en later verkocht aan de Chicago & North West als hun 4159, die ontstaan is uit de Fox River Valley en vervolgens samen ging met de Wisconsin Central spoorweg Railroad. De locomotief werd aangekocht door het museum van de Wisconsin Central. De eerste productie GP7, Chicago en North Western Railway 1518, samen met de Illinois Terminal GP7 1605 en Chicago & North West 4160 - de voormalige Rock Island 1266, en de vervolgens 4506 - worden bewaard in het Illinois Railway Museum in Union, Illinois.
Spoorweg maatschappijen EMD GP7 | |||
---|---|---|---|
Maatschappij | Aantal locs | Bedrijfsnummers | Opmerkingen |
Electro-Motive Division (demonstrator) | 1 | 525 | 1350 hp GP7m; naar Atchison, Topeka and Santa Fe 99, omgenummerd 2899 |
3 | 100 (ex 852), 200, 300 | naar Chicago & North Western 1518–1520 | |
Aberdeen and Rockfish Railroad | 1 | 205 | |
Atchison, Topeka and Santa Fe Railway | 244 | 2650–2893 | |
5 | 2788A–2792A | GP7B; | |
Atlanta and St. Andrews Bay | 2 | 501–502 | |
Atlanta and West Point Rail Road | 5 | 571–575 | |
Atlantic and East Carolina Railway | 1 | 501 | |
Atlantic Coast Line Railroad | 154 | 100–253 | |
Baltimore and Ohio Railroad | 33 | 720–731, 740–746, 910–922, 6405 | |
Bangor and Aroostook Railroad | 16 | 560–575 | |
Belt Railway of Chicago | 8 | 470–477 | |
Boston and Maine Railroad | 23 | 1555–1577 | |
Butte, Anaconda and Pacific Railway | 3 | 101–103 | |
Central of Georgia Railway | 15 | 106–107, 120–132 | |
Central Railroad of New Jersey | 13 | 1520–1532 | |
Charleston and Western Carolina Railway | 21 | 200–220 | |
Chesapeake and Ohio Railway | 180 | 5700–5719, 5739–5797, 5800–5900 | 5720–5738 gebouwd door GMD |
Chicago and Eastern Illinois Railroad | 30 | 203–232 | |
Chicago and North Western Railway | 109 | 1518–1550, 1556–1559, 1562–1599, 1601–1603, 1625–1659 | |
Chicago and North Western (Chicago, St. Paul, Minneapolis and Omaha Railway—“Omaha Road”) | 12 | 151–161 | |
Chicago, Burlington and Quincy Railroad | 68 | 200–267 | |
Chicago Great Western Railway | 2 | 120–121 | |
Chicago, Rock Island and Pacific Railroad | 113 | 430–441, 1200–1237, 1250–1311, 1308 (2ᵉ) | |
Clinchfield Railroad | 17 | 900–916 | |
Colorado and Wyoming Railway | 2 | 103–104 | |
Colorado Fuel and Iron | 2 | 101–102 | |
Columbia, Newberry and Laurens Railroad | 5 | 100–104 | |
Delaware, Lackawanna and Western Railroad | 20 | 951–970 | |
Denver and Rio Grande Western Railroad | 14 | 5100–5113 | |
Detroit and Toledo Shore Line Railroad | 10 | 41–50 | |
Detroit, Toledo and Ironton Railroad | 24 | 950–973 | |
Erie Railroad | 52 | 1200–1246, 1400–1404 | |
Florida East Coast Railway | 15 | 607–621 | |
Georgia and Florida Railroad (1926-1971) | 6 | 701–706 | |
Georgia Railroad | 16 | 1021–1036 | |
Great Northern Railway (U.S.A.) | 56 | 600–655 | |
Illinois Central Railroad | 48 | 8800–8801, 8850–8851, 8900–8911, 8950–8981 | 8800–8801, 8900–8911 uitgerust met stoom heaters |
Illinois Terminal Railroad | 6 | 1600–1605 | |
Kansas City Southern Railway | 8 | 155–162 | |
Kansas City Southern (Louisiana and Arkansas Railway) | 5 | 150–154 | |
Kansas, Oklahoma and Gulf Railway | 9 | 801–809 | |
Louisville and Nashville Railroad | 61 | 400–440, 500–514, 501–502 (2ᵉ), 550–552 | |
Maine Central Railroad | 19 | 561–569, 571–580 | |
Meridian and Bigbee Railroad | 1 | 1 | |
Midland Valley Railroad | 4 | 151–154 | |
Minneapolis, St. Paul and Sault Ste. Marie Railroad (“Soo Line”) | 7 | 375–378, 381–383 | |
Missouri Pacific Railroad | 208 | 4116–4194, 4197–4325 | 29 units waren van International-Great Northern Railroad, 28 waren van St. Louis, Brownsville and Mexico Railway |
Missouri-Kansas-Texas Railroad | 33 | 1501–1529, 1761–1764 | 1700’s waren uitgerust met stoom heaters. Hernummerd naar 91–123 |
Nashville, Chattanooga and St. Louis Railway | 37 | 700–731, 750–754 | |
Ferrocarriles Nacionales de México | 2 | 6600–6601 | |
New York Central Railroad | 218 | 5600–5817 | 35 units waren van Pittsburgh and Lake Erie Railroad (5676–5685, 5713–5737); 14 waren van Peoria and Eastern Railway (5612–5625) |
New York, Chicago and St. Louis Railroad (“Nickel Plate Road”) | 48 | 400–447 | |
Northern Pacific Railway | 20 | 550–569 | naar Burlington Northern Railroad 1624–1643[1] |
Pennsylvania Railroad | 66 | 8500–8512, 8545–8587, 8797–8806 | |
Phelps Dodge “Phelps Dodge Corporation” | 7 | 1–2, 7–8, 27–29 | |
Portland Terminal Company [Maine] | 1 | 1081 | |
Reading Company | 44 | 600–636, 660–666 | |
Richmond, Fredericksburg and Potomac Railroad | 4 | 101–104 | |
Seaboard Air Line Railroad | 123 | 1700–1822 | |
Southern Railway (U.S.A.) | 57 | 2063–2077, 2156–2197 | |
Southern Railway (Cincinnati, New Orleans and Texas Pacific Railway) | 11 | 6200–6205, 6240–6244 | |
Southern Railway (Alabama Great Southern Railroad) | 5 | 6540–6544 | |
Southern Railway (Georgia Southern and Florida Railway) | 4 | 8210–8213 | |
St. Louis Southwestern Railway | 1 | 320 | |
St. Louis-San Francisco Railway | 129 | 500–549, 555–632, 615 (2ᵉ) | |
Tennessee, Alabama and Georgia Railway | 3 | 707–709 | |
Texas and Pacific Railway | 21 | 1110–1130 | |
Texas Mexican Railway | 3 | 850–852 | |
Toledo, Peoria and Western Railway | 2 | 102–103 | |
Union Pacific Railroad | 30 | 700–729 | |
United States Army | 20 | 1821–1840 | |
Wabash Railroad | 33 | 450–452, 454–483 | 453 gebouwd door GMD |
Western Maryland Railway | 4 | 20–23 | |
Western Pacific Railroad | 13 | 701–713 | |
Western Railway of Alabama | 6 | 521–526 |
Locomotieven gebouwd door General Motors Diesel, Canada
Maatschappij | Aantal locs | Bedrijfsnummers | Opmerkingen |
---|---|---|---|
Algoma Central and Hudson Bay Railway | 21 | 150–170 | |
Canadian National Railways | 25 | 4824, 7555–7578 | 4824 werd herbouwd |
Canadian Pacific Railway | 17 | 8409–8425 | |
Chesapeake and Ohio Railway | 19 | 5720–5738 | |
Quebec North Shore and Labrador Railway | 22 | 100–101, 104–123 | |
Toronto, Hamilton and Buffalo Railway | 7 | 71–77 | |
Wabash Railroad | 1 | 453 |
Bijzonderheden/Opmerkingen
Literatuur
- Marre, Louis A. & Pinkepank, Jerry A. (1989). The Contemporary Diesel Spotter's Guide. Waukesha, WI: Kalmbach Books.[ http://en.wikipedia.org/wiki/Special:BookSources/0-89024-088-4 ISBN 0-89024-088-4]
- Pinkepank, Jerry A. (1973). The Second Diesel Spotter's Guide. Kalmbach Publishing Co., Milwaukee, WI.[ http://en.wikipedia.org/wiki/Special:BookSources/0-89024-026-4 ISBN 0-89024-026-4]
Externe Verwijzingen
- The history van de EMD Diesel Locomotieven
- tekeningen Diesel locomotieven
- Video GP7 #12 & GP9 #72 At East Deerfield Yard
- Video Conway Scenic Railroad EMD GP7
- Video Maumee & Western Railroad GP7 #5
- lijst van General Motors EMD Locomotieven
- lijst van General Motors Diesel (GMD) locomotieven
Modellen
Alle Modellen in deze bouwreeks
Grootspoor Afbeeldingen
- ↑ Schren & Frey (1988). p.162