Bouwserie V 60
| Baureihe V60 Baureihe 260 / 261 Baureihe 360 - 365 | |
|---|---|
| Spoorwegmij's | DB |
| Bedrijfsnummers | V 60 001–1241 |
| Fabrikanten |
Gmeinder : 3 stuks |
| Aantal gebouwd | 942 stuks |
| Bouwjaren | 1956–1964 |
| Uitdienst | - |
| Asvorm | C |
| Lengte over de buffers | 10.450 mm |
| Dienstgewicht | 48,3–49,5 t |
| Max.snelheid | 60 km/h |
| Vermogen | 480 kW |
| Aanvangskracht | 117,6 kN |
| Diameter aandrijfwielen | 1.250 mm |
| Bouwwijze motor | MTU GTO 6 oder GTO 6A |
| Overdracht vermogen | Hydrodynamisch en mechanisch |
| Brandstof-tankinhoud | 1500 / 1800 ltr. |
| Remmen | Druklucht |
Diesellocomotief Baureihe V60
Ontwikkeling en Bedrijf
Na WOII had de DB een grote verscheidenheid aan kleine rangeerlocomotieven in gebruik. Om wat meer eenheid te scheppen (en omdat veel locs te oud werden), begon in 1951 de ontwikkeling van de V60. Veel grote Duitse locomotieffabrieken deden hieraan mee en in 1955 werden de prototypes V60 001 t/m V60 004 door Krupp, Krauss-Maffei, Mak en Henschel geleverd. Alle vier beschikten ze over een ander type motor, zodat een goede keuze gemaakt kon worden. Al in 1955 begon de seriematige productie van de V60, uitgerust met Maybach GTO 6 of GTO 6A motoren. Hiermee kon een maximum snelheid van 60 km/h gehaald worden. Er werden tussen 1955 en 1964 in totaal 942 stuks gebouwd, waarvan 319 van een zwaarder type (53 i.p.v. 49 ton). Ze werden naast het rangeerwerk ingezet in het lichte personen- en goederenvervoer. Volgens internationale afspraken werden vanaf 1968 ook de V60's omgenummerd en kregen ze een „computernummer”. De lichte uitvoeringen kregen het typenummer 260; de zwaardere 261. In 1982 testte de DB enkele nieuwe rangeerlocs (die nummer 259 zouden krijgen) als opvolger voor de V60's. Het kwam echter niet tot een besluit, dus werden de V60's op een aantal punten aangepast om langer in dienst te kunnen blijven.
Baureihe 360 / 361
Vanaf 1987 zijn de V60's gekwalificeerd als „Kleinlok”. Dat houdt in dat er geen „echte” machinist meer voor ingezet hoeft te worden, maar een „Kleinlokbediener” volstaat. Deze hoeft dan niet de volledige machinistenopleiding te volgen en dat bespaart de DB veel geld. De locs kregen hiervoor de typenummers 360 (licht) en 361 (zwaar).
Baureihe 362 / 363
De originele Maybach-Motoren werden vanaf 1997 door Caterpillar-twaalfcilindermotoren van 632pk vervangen. Bij deze ombouw werden alle locs uitgerust met afstandsbesturing en kregen ze wederom nieuwe typenummers: De lichte 362 en de zware 363.
Baureihe 364 / 365
Een aantal locs werd omgebouwd voor afstandsbesturing en kregen de typenummers 364 (licht) en 365 (zwaar).
Baureihe 760
In 2001 werd een loc met een Caterpillar V8-Motor uitgerust, die op aardgas liep. Deze loc kreeg typenummer 760 en werd getest op het emplacement van München. Inmiddels is de loc gesloopt.
Bronnen:
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Van de 942 gebouwde locs zijn er nog vele in actieve dienst. De locs die nog niet zijn omgebouwd (dus geen afstandsbesturing hebben) werden tot 2003 bij de DB buitendienst gesteld. Van de omgebouwde had de DB er in 2004 nog ca. 400 in dienst. Sindsdien vinden ze langzaam hun weg naar het buitenland of naar private spoorwegondernemingen. In 2008 waren er in Duitsland ca. 70 in dienst bij private ondernemingen als werklok of bij locaal goederenverkeer.
Bijzonderheden/Opmerkingen
De loc met nummer 362 362 was de eerste V60 die 50 jaar bij DB in dienst was. Het is de op twee na oudste loc van de DB en rijdt al sinds 12 april 1957.
Literatuur
Externe verwijzingen
Diverse Diesellocs Baureihe V 60
- Diverse Grootspoor afbeeldingen Dieselloc. Baureihe V 60
V 60 – De V60 366 
BR 260 : De 260 109-4 te Lintdorf (29-7-2011) 
BR 360 – De 360 152 Depot Duisportrail in Duisburg 
BR 360 – De 360 159 EFW Emmerich 
BR 362 : De 362 756
_EFW_Emmerich.jpg)
Modellen
|