Analoge Blokbesturing

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Bloksysteem

Voor het beveiligen van de treinenloop wordt op de vrije baan een zg. bloksysteem gebruikt. Bij dit systeem mag een trein een volgend blok niet inrijden zolang hiervoor geen toestemming is gegeven. Dat kan door een treindienstleider, maar ook door seinen. Het principeschema staat hieronder:

Principe bloksysteem


In dit schema zijn de terugmelders weergegeven als K1, K2 en K3.

Analoge blokbesturing

Bij analoge blokbesturing worden de treinen bestuurd door de baanspanning af te schakelen. Zonder spanning rijdt de trein niet. Deze methode is zelfs toepasbaar bij digitale banen. Echter is het niet de meest elegante oplossing:

  • De trein stopt abrupt (dus zonder geleidelijk af te remmen).
  • De verlichting van de loc dooft als de loc voor een rood sein staat.

In onderstaand schema zijn deze schakelkontakten weergegeven als A1, A2 en A3.

Principe bloksysteem met stopsecties


Overigens maakt Märklin in haar voorbeelden ook nog steeds gebruik van deze vorm van analoog bloksysteem, ook al wordt er digitaal gereden.

Relais

Het schakelen gaat vaak met behulp van relais. Dit zijn elektrisch bediende schakelaars. De oudste modellen werken met elektromagneten. Er zijn tegenwoordig ook elektronische varianten. Marklin relais hebben 2 standen, die zonder spanning stabiel zijn. Dit heet bi-stabiel. Voor het omschakelen heeft een relais twee blauwe schakeldraden. Een korte puls op een schakeldraad, schakelt het relais naar de desbetreffende stand. Als het relais al in deze stand staat, gebeurt er niets. Als er langdurig spanning op de schakeldraad staat, wordt de relaisspoel heet en brandt door.

Marklin heeft 3 universele relais in het assortiment (gehad):

Art.nr. Uitvoering
7045 2 maakcontacten
7244 4 enkelpolige wisselcontacten
7245 1 enkelpolig wisselcontact en 2 maakcontacten (oud)

Alternatief kan ook gebruik worden gemaakt van een de decoders K84 en M84 die Märklin in het assortiment heeft. Van andere fabrikanten bestaan hiervan verschillende varianten.

Analoge seinen

Märklin 7188 analoog lichtsein

De analoge seinen van Märklin hebben schakelcontacten voor het schakelen van de middenleider en de bovenleiding. Dit zijn 2 sets maakcontacten. Behalve hoofdseinen, levert Marklin ook voorseinen. Voorseinen geven de machinist het seinbeeld door van het volgende hoofdsein. Een voorsein heeft geen schakelaars voor de middenleider of bovenleiding.

Art.nr. Uitvoering
7039 armsein met één arm: Hp0 (stop) en Hp1 (doorrijden)
7040 armsein met 2 armen: Hp0 (stop) en Hp2 (langzaam doorrijden)
7041 armsein met 2 armen en 3 seinbeelden: Hp0 (stop), Hp1 (doorrijden) en Hp2 (langzaam doorrijden)
7042 rangeersein met Sh0 (stop) en Sh1 (doorrijden)
7188 hobby lichtsein met rood (stop) en groen (doorrijden)
7239 licht hoofdsein Hp0 (stop) en Hp1 (doorrijden)
7240 licht hoofdsein Hp0 (stop) en Hp2 (langzaam doorrijden)
7241 licht hoofdsein met 3 seinbeelden: Hp0 (stop), Hp1 (doorrijden) en Hp2 (langzaam doorrijden)
7242 licht rangeersein met Sh0 (stop) en Sh1 (doorrijden)


Elektrisch aansluiten van een analoog sein

Aansluitschema analoog Märklin sein

In het voorbeeld een aansluiting van een analoog Märklin sein (voorbeeld 7039) .

Het schakelen van seinen / relais met de hand

Märklin 7072 handschakelaars

Het schakelen van seinen/relais gaat door een korte puls aan massa op een van de schakeldraden te zetten. Marklin levert Schakelkastjes met rode en groene knopjes waarmee dit kan. (Märklin 7072, 7272).
Het is echter ook mogelijk om zelf een schakelbord te maken met losse (1 polige) pulsschakelaars of door 1 polige wisselschakelaars ( AAN-UIT-AAN ).

Art.nr. Uitvoering
7072 blauwe kast met rode en groene knopjes (oud)
7272 witte kast met rode en groene knopjes
7271 witte kast met rode en groene knopjes met 8 LEDs. DEZE IS NIET BRUIKBAAR VOOR SEINEN


Schakelen van analoge seinen / relais door de trein (d.m.v. sleepcontact en schakelrails)

De trein kan een sein schakelen door een schakelrail (GEEN Kontaktrail gebruiken want dan brandt het sein door!). Houd wel rekening met het volgende:

  • Iedere sleper in de trein geeft een puls.
  • Pas op met het schakelen van meerdere relais op één schakelrail. Het schakelen kost stroom en als er teveel relais geschakeld moeten worden, kan het onbetrouwbaar worden. In de praktijk is 2 relais op één schakelrail mogelijk.

Deze methode is met name toepasbaar bij analoog rijden én schakelen.

Schakelen met behulp van contactrail en bezetmelders

Wanneer we digitaal schakelen, kan de schakeling kan ook plaats vinden met behulp van bezetmelders via contactrail en S88-modules. In het hierboven aangegeven schema zijn dit de kontakten K1, K2 en K3. De contactrail geeft via de S88 een signaal aan de Central Station, die vervolgens een K83/M83-decoder of een K84/M84-decoder aanstuurt. De K83/M83 wordt daarbij weer gekoppeld aan een bestaand fysiek sein, waarvan de rijstroom aansluitingen weer het spoor stroomloos schakelen. Met de K84/M84 kan ook als een dergelijke schakelaar worden ingezet, echter is hierbij een zichtbare terugkoppeling op de baan aanwezig.

Eenvoudig bloksysteem

Een heel eenvoudig bloksysteem bestaat uit blokken met daarin per blok een hoofdsein/relais en een schakelrail. De schakelrail ligt na het sein. De schakelrail schakelt het zojuist gepasseerde sein op rood en het er achter liggende sein op groen.

  • Dit systeem werkt alleen als alleen de loc één sleper heeft. Dus een treinstel met 2 slepers kan problemen opleveren.
  • Het maximaal aantal treinen is één minder dan het aanwezige aantal blokken.

De oplossing voor het dubbele sleperprobleem is over te gaan tot massadetectie. Hierbij is geen schakelrail nodig maar wel geïsoleerde railstaven. Zodra een wagon, rijtuig, lok met niet-geïsoleerde wielen zich bevindt in de sectie achter het sein zal dit sein via een eenvoudige relaisschakeling op rood worden gezet en hiermee de volgende trein worden tegengehouden.