Bouwserie 50: verschil tussen versies

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
k
Regel 50: Regel 50:
 
|-
 
|-
 
| Uitdienst || 19..
 
| Uitdienst || 19..
 +
|-
 +
| colspan="2" |[[Bestand:4903 zwolle.png|thumb|260px|center|Afbeelding van de stoomlocomotief nr. 4903 (serie 4900) van de N.S. afkomstig van de D.R.B. (Deutsche Reichsbahn, voorheen genummerd als nr. 50 1680) met windleiplaten, op het emplacement te Zwolle gedateerd 01/01/1946 - 31/12/1946. Foto: Bron catalogusnr.163560 van; Utrechts Archief.]]
 
|}
 
|}
 
[[Bestand:4903 zwolle.png|thumb|280px|right|Afbeelding van de stoomlocomotief nr. 4903 (serie 4900) van de N.S. afkomstig van de D.R.B. (Deutsche Reichsbahn, voorheen genummerd als nr. 50 1680) met windleiplaten, op het emplacement te Zwolle gedateerd 01/01/1946 - 31/12/1946. Foto: Bron catalogusnr.163560 van; Utrechts Archief.]]
 
  
 
== Ontwikkeling en Bedrijf ==
 
== Ontwikkeling en Bedrijf ==
Regel 62: Regel 62:
 
   
 
   
 
Gezien de goede rijeigenschappen steeg de vraag naar deze machine en gingen meerdere stoomloc fabrikanten deze loc produceren, namelijk: Krupp, Kraus-Maffei en Floridsdorf. Eind 1939 waren er al 219 Locs in bedrijf! Uiteindelijk werden deze locs door vrijwel alle Europese locomotieffabrieken gebouwd, zoals Borsig, Orenstein & Koppel, Schichau and Schwartzkopff. Tot en met 1943 werden door alle fabrikanten tesamen 3164 machines gebouwd. De laatste BR50 werd in 1987 buiten dienst gesteld.
 
Gezien de goede rijeigenschappen steeg de vraag naar deze machine en gingen meerdere stoomloc fabrikanten deze loc produceren, namelijk: Krupp, Kraus-Maffei en Floridsdorf. Eind 1939 waren er al 219 Locs in bedrijf! Uiteindelijk werden deze locs door vrijwel alle Europese locomotieffabrieken gebouwd, zoals Borsig, Orenstein & Koppel, Schichau and Schwartzkopff. Tot en met 1943 werden door alle fabrikanten tesamen 3164 machines gebouwd. De laatste BR50 werd in 1987 buiten dienst gesteld.
<br/><br/>
+
 
 
De BR51 is eigenlijk gewoon een BR50 locomotief, er bestaat simpelweg officieel geen Baureihe 51. De reden dat het bedrijfsnummer van de locomotief met 51 begint komt omdat men vanaf 1968 besloot om het bedrijfsvolgnummer nog maar uit 3 cijfer posities te laten bestaan. Gezien het enorme aantal locomotieven dat er van deze serie gebouwd is, trad er dus een probleem op met omnummeren.
 
De BR51 is eigenlijk gewoon een BR50 locomotief, er bestaat simpelweg officieel geen Baureihe 51. De reden dat het bedrijfsnummer van de locomotief met 51 begint komt omdat men vanaf 1968 besloot om het bedrijfsvolgnummer nog maar uit 3 cijfer posities te laten bestaan. Gezien het enorme aantal locomotieven dat er van deze serie gebouwd is, trad er dus een probleem op met omnummeren.
 
Men loste dit op door bedrijfsnummers voor locomotieven met een volgnummer boven de 1000 om te nummeren en de 1 op de eerste positie te verplaatsen naar het Baureihe-nummer. Zo ontstonden locomotieven met bedrijfsnummer 51 xxx. Hetzelfde voor locomotieven met een volgnummer vanaf 2000. Deze locomotieven kregen de bedrijfsnummers 52 xxx. Idem voor boven de 3000, deze kregen bedrijfsnummers 53 xxx.
 
Men loste dit op door bedrijfsnummers voor locomotieven met een volgnummer boven de 1000 om te nummeren en de 1 op de eerste positie te verplaatsen naar het Baureihe-nummer. Zo ontstonden locomotieven met bedrijfsnummer 51 xxx. Hetzelfde voor locomotieven met een volgnummer vanaf 2000. Deze locomotieven kregen de bedrijfsnummers 52 xxx. Idem voor boven de 3000, deze kregen bedrijfsnummers 53 xxx.
Regel 83: Regel 83:
  
 
; Zusterlocs resp;
 
; Zusterlocs resp;
 
  
 
* Bedrijfsnr. 4901. Fabrikant: Henschell. jaar 1942. Bedr.nr. 50 5086. Uit dienst: Scheinfurt 1965  
 
* Bedrijfsnr. 4901. Fabrikant: Henschell. jaar 1942. Bedr.nr. 50 5086. Uit dienst: Scheinfurt 1965  
Regel 94: Regel 93:
  
 
=== Bundesbahn Österreich (ÖBB) ===
 
=== Bundesbahn Österreich (ÖBB) ===
[[Bestand:Br50 oebb-501805 dia0419 groot.jpg|thumb|280px|right|Linz, 19 september 1971. Loc 50.1805 was een van de twaalf 50'ers van de ÖBB. Fotograaf;Nico Spilt]]
+
[[Bestand:Br50 oebb-501805 dia0419 groot.jpg|thumb|260px|right|Linz, 19 september 1971. Loc 50.1805 was een van de twaalf 50'ers van de ÖBB. Fotograaf;Nico Spilt]]
  
 
* ''Tekst/beschrijving gewenst.''
 
* ''Tekst/beschrijving gewenst.''

Versie van 7 jan 2013 09:04

Baureihe 50
Neuenmarkt-Wirsberg, 17 augustus 2005. Loc 50 3690 van het Deutsches Dampflokomotiv-Museum. Dit is een „Reko-lok” uit de DDR, oorspronkelijk 50 1465. Van de ongeveer 350 locs van de Baureihe 50 die na de oorlog in de DDR verbleven, zijn er vanaf 1957 ruim 200 gemoderniseerd. Ze kregen een nieuwe ketel en de bekende trapeziumvormige voorverwarmer op de rookkast. Deze locs werden hernummerd in de serie 50.35. Op 29 oktober 1988 was loc 50 3559 de laatste Oost-Duitse stoomloc die een reguliere trein trok. Een groot deel van deze locomotieven is bewaard gebleven, waaronder 50 3654 bij de VSM. Fotograaf; Nico Spilt
Spoorwegmij's DRG:
Bedrijfsnummers 00 001 t/m 01 000
Fabrikanten

Henschel
Krupp
Kraus-Maffei
Floridsdorf
Borsig
Orenstein&Koppel
Schichau
Schwartzkopff

Aantal gebouwd 3164 st.
Bouwjaren 1939 - 1943
Bouwwijze 1'Eh2
Wiel-diameters:

Drijfwielen:∅140cm.
Loopwiel∅ 85cm
Achterste:∅ ...cm

Lengte loc.incl tender 22,94mtr.
Tendertype 2'2'T26
Laadvermogen tender 8 ton
Stoomdruk 18 bar
Vuuroppervlak 3,9m2
Verwarmingsoppervlak 64,1m2
Dienstgewicht 88,5 ton
Vermogen: 1600 pk
Max.snelheid V/A 80/50km/h
Service classificatie G56.15
Uitdienst 19..
Afbeelding van de stoomlocomotief nr. 4903 (serie 4900) van de N.S. afkomstig van de D.R.B. (Deutsche Reichsbahn, voorheen genummerd als nr. 50 1680) met windleiplaten, op het emplacement te Zwolle gedateerd 01/01/1946 - 31/12/1946. Foto: Bron catalogusnr.163560 van; Utrechts Archief.

Ontwikkeling en Bedrijf

De Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG) zocht in het midden van de jaren '30 naar een opvolger voor de inmiddels verouderde G10 stoomloc (BR 5710.) Deze sterk verouderde loc was al sinds de Eerste Wereldoorlog in bedrijf en voldeed niet meer aan de eisen des tijds.

Op basis van het eisen pakket van de DRG ontwikkelde Henschell een nieuwe loc waarvan later zou blijken dat deze zich in héél Europa een enorme populariteit zou verwerven en waarvan er tenslotte totaal 3141 stuks werden gebouwd.

De eerste twaalf locomotieven van de Baureihe 50 werden in 1939 door Henschel geleverd bedoeld als goederenloc. Al snel werd deze loc gezien als multi-inzetbaar voor zowel een goederen- als reizigerstrein. Met hun geringe asdruk van 15 ton en hun max. snelheid van 80 km/u in beide rijrichtingen, werd deze de universele locomotief voor verkeer op hoofd- en zijlijnen.

Gezien de goede rijeigenschappen steeg de vraag naar deze machine en gingen meerdere stoomloc fabrikanten deze loc produceren, namelijk: Krupp, Kraus-Maffei en Floridsdorf. Eind 1939 waren er al 219 Locs in bedrijf! Uiteindelijk werden deze locs door vrijwel alle Europese locomotieffabrieken gebouwd, zoals Borsig, Orenstein & Koppel, Schichau and Schwartzkopff. Tot en met 1943 werden door alle fabrikanten tesamen 3164 machines gebouwd. De laatste BR50 werd in 1987 buiten dienst gesteld.

De BR51 is eigenlijk gewoon een BR50 locomotief, er bestaat simpelweg officieel geen Baureihe 51. De reden dat het bedrijfsnummer van de locomotief met 51 begint komt omdat men vanaf 1968 besloot om het bedrijfsvolgnummer nog maar uit 3 cijfer posities te laten bestaan. Gezien het enorme aantal locomotieven dat er van deze serie gebouwd is, trad er dus een probleem op met omnummeren. Men loste dit op door bedrijfsnummers voor locomotieven met een volgnummer boven de 1000 om te nummeren en de 1 op de eerste positie te verplaatsen naar het Baureihe-nummer. Zo ontstonden locomotieven met bedrijfsnummer 51 xxx. Hetzelfde voor locomotieven met een volgnummer vanaf 2000. Deze locomotieven kregen de bedrijfsnummers 52 xxx. Idem voor boven de 3000, deze kregen bedrijfsnummers 53 xxx.

Waar reden deze Locomotieven

In 1939 werden de eerste 12 BR50 door de DRG in dienst gesteld voor goederen vervoer. Na WO II werden bij de inmiddels opgerichte DB deze machines met zowel conducteurscompartiment in de tender als met een kuiptender van de BR52 uitgerust. Tijdens en na de oorlog werden eveneens een aantal machines, al of niet onder regie van de Duitse bezetter, door spoorwegdirecties, van diverse Europese landen overgenomen,zoals NS, ÖBB, NMBS en SNCF.

Nederlandse Spoorwegen (serie NS-4901 - 4906)

In 1925 was in Duitsland bij wet vastgegelegd dat er er alleen nog maar “Einheitslokomotieven” gebouwd mochten worden om de grote verscheidenheid aan reserveonderdelen te beperken. Zo ook de BR50.

Bij het uitbreken van de oorlog (WOII) steeg de vraag naar deze locomotieven enorm en werd ten opzichte van het oorspronkelijke type BR50 bezuinigd op de productietijd en materiaalkosten. Onder meer werden veel non-ferro onderdelen vervangen door minder hoogwaardig materiaal.

Tijdens de Duitse bezetting werden een aantal locs van dit sterk vereenvoudigde type BR50 in Nederland geplaatst. De locs 4903, 4905 en 4906 waren van het zogenaamde Ük-type (Übergangskriegsbauart). Deze waren makkelijk te herkennen doordat achter het nummer de letters Ük werd geschilderd.

De loc 4903 werd door Krauss-Maffei in 1942 gebouwd en door de “bezetter” in Nederland ingezet.

Ter dekking van geleden oorlogsschade werden door de Ned. Autoriteiten diverse van deze machines in '45 geconfisqueerd. De 4901 en de 4904 werden in Oktober 1944 door de NS in bevrijd gebied ingezet. De zwaar beschadigde 4902 die in NL nog geen dienst had gedaan werd als plukloc gebruikt om daarmee de eveneens beschadigde 4903 te herstellen. De overige 5 machines hebben enige tijd dienst gedaan vanuit depot Eindhoven. Van daar uit deden zij dienst in het kolenvervoer vanuit Zuid Limburg via Hasselt in België en via Eindhoven naar Nijmegen. De locs 4903 en 4904 deden actief dienst in het vervoer van goederen tussen Zwolle en Onnen (Gr).

Omstreeks eind '47 werden deze locs weer geretourneerd naar Duitsland. Bij hun terugkeer in “die Heimat” werden ,behalve de 4902, alle locs weer in dienst gesteld. De locs van het type BR50 bleven na hun vertrek een vertrouwd beeld in de Nederlandse grensstreek, waar zij bij alle Nederlands-Duitse grensstations vanaf Simpelveld tot aan Nieuweschans een dagelijkse verschijning waren en pas verdwenen in 1973.

Zusterlocs resp;
  • Bedrijfsnr. 4901. Fabrikant: Henschell. jaar 1942. Bedr.nr. 50 5086. Uit dienst: Scheinfurt 1965
  • Bedrijfsnr. 4902. Fabrikant: Jung. jaar 1941. Bedr.nr. 50 1613. Uit dienst: Gronau 1952
  • Bedrijfsnr. 4903. Fabrikant: Krauss Maffei. jaar 1942. Bedr.nr. 50 1680ÜK. Uit dienst: Dortmund Rbf Mei 1966
  • Bedrijfsnr. 4904. Fabrikant: DMW Posen. jaar 1942. Bedr.nr. 15 1964. Uit dienst: Hamburg Jan. 1953
  • Bedrijfsnr. 4905. Fabrikant: Ostrowiec Polen. jaar 1944. Bedr.nr. 50 2662ÜK. Uit dienst: Osterfeld Süd Jan.1953
  • Bedrijfsnr. 4906. Fabrikant: Krupp. jaar 1942. Bedr.nr. 50 2447ÜK. Uit dienst: Neus 1974 als loc.052 447-0


Bundesbahn Österreich (ÖBB)

Linz, 19 september 1971. Loc 50.1805 was een van de twaalf 50'ers van de ÖBB. Fotograaf;Nico Spilt
  • Tekst/beschrijving gewenst.


Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS/SNCB)

Wie is in het bezit van de loc. bedrijfsnummer 25004 en/of 25016 ?

(Hier komt Grootspoor foto met de kenmerken van een (NMBS/SNCB) 25xxx)


Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF)

Wie is in het bezit van een foto van deze bedrijfsnummer 150Z 2217 ?

(Hier komt Grootspoor foto met de kenmerken van een SNCF 150 Z xxxx)


Bijzonderheden/Opmerkingen

Literatuur

  • bijv. boekwerken enz.

Externe Verwijzingen


Grootspoor Afbeeldingen

Modellen

HO-Modellen in deze Bouwserie 50 Stoomlocs