Bouwserie 01: verschil tussen versies

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k (→‎Ontwikkeling en Bedrijf: Aanvulling Edwin Borgers)
Regel 57: Regel 57:
  
 
== Ontwikkeling en Bedrijf ==
 
== Ontwikkeling en Bedrijf ==
Sneltreinlocomotieven van het type Br 01 werden vanaf 1925 gebruikt door de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG). Er werden er uiteindelijk 231 gebouwd; 11 hiervan overleefden de oorlog niet, de meeste anderen werden na de oorlog ondergebracht bij de Deutsche Bundesbahn (DB) en een aantal bij de DDR (DR). Zowel de DB als de DR bouwden een aantal machines compleet om en plaatsten ondermeer nieuwe ketels, cabines en cilinders.
+
Sneltreinlocomotieven van het type Br 01 werden vanaf 1925 gebruikt door de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG). De eerste 10 locomotieven van de Br 01 werden met Kurz tenders afgeleverd ( 2'2 T 30 ). Ook hadden deze korte Wagner windleiplaten.
 +
Vanaf de 01-012 tot de 01-101 kregen 2'2 T 32 tenders. Ook kreeg de 01-077 voor het eerst grote Wagner windleiplaten en werden tot de laatste bouwserie gebruikt (01-232).
 +
 
 +
De eerste 100 locomotieven hadden kleine loopwielen in het voorste draaistel en hadden een diameter van 850 mm , de latere hadden een diameter van 1000 mm.
 +
 
 +
Er werden uiteindelijk 231 locomotieven van de bouwserie 01 gebouwd; 11 hiervan overleefden de oorlog niet, de meeste anderen werden na de oorlog ondergebracht bij de Deutsche Bundesbahn (DB) en een aantal bij de DDR (DR). Zowel de DB als de DR bouwden een aantal machines compleet om en plaatsten ondermeer nieuwe ketels, cabines en cilinders.
 
De meeste locs behielden echter hun oude type ketel. Deze kregen de bekende kleine "Witte" windleibladen, evenals een 3e frontsein en zonnekleppen in de cabine. Tevens werd de kolenkast in de tender verhoogd om meer kolen te kunnen vervoeren en werden de pompen naar het midden van de ketel verplaatst.   
 
De meeste locs behielden echter hun oude type ketel. Deze kregen de bekende kleine "Witte" windleibladen, evenals een 3e frontsein en zonnekleppen in de cabine. Tevens werd de kolenkast in de tender verhoogd om meer kolen te kunnen vervoeren en werden de pompen naar het midden van de ketel verplaatst.   
 
De laatste 01-locs werden omstreeks 1973 buiten dienst gesteld.
 
De laatste 01-locs werden omstreeks 1973 buiten dienst gesteld.

Versie van 3 okt 2013 21:11

DRG Baureihe 01
BR01° 1075 van de SSN
Spoorwegmij's

DRG:

Bedrijfsnummers 01 001 t/m 01 241
Fabrikanten

Borsig:18 st.
AEG:12 st.
Henschel:120
Hohenzollern:12 st.
Schwarzkopff:29 st.
Krupp:38 st.
Raw Meiningen:10 st.

Aantal gebouwd Totaal 241 st.

waarvan 10 st. omgebouwd
BR 02 001/02 008 (Henschel)
BR 02 009/010 (Maffei)

Bouwjaren 1925 - 1938
Asvorm 2'C1'h2
Wiel-diameters:

Drijfwielen:∅200cm.
Voorloop:∅85cm,
later 100cm
Achterste:∅125cm

Lengte loc.excl tender

14 950mm (1925)
af 2e serie 15135mm
Rekoloc DR 15545mm

Keteldruk 16 kg/cm2
Verdampingsoppervlak

13,36/14,88/14,72 m2

Dienstgewicht 108,9/11,1 t
Vermogen: 1647 kW/2240 pk
Max.snelheid 120/130 km/h
Uitdienst 1973
Loc. 01 005 dwarsdoorsnede met maatgegevens.(klik voor vergroting)

Stoomlocomotief Baureihe 01

Ontwikkeling en Bedrijf

Sneltreinlocomotieven van het type Br 01 werden vanaf 1925 gebruikt door de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG). De eerste 10 locomotieven van de Br 01 werden met Kurz tenders afgeleverd ( 2'2 T 30 ). Ook hadden deze korte Wagner windleiplaten. Vanaf de 01-012 tot de 01-101 kregen 2'2 T 32 tenders. Ook kreeg de 01-077 voor het eerst grote Wagner windleiplaten en werden tot de laatste bouwserie gebruikt (01-232).

De eerste 100 locomotieven hadden kleine loopwielen in het voorste draaistel en hadden een diameter van 850 mm , de latere hadden een diameter van 1000 mm.

Er werden uiteindelijk 231 locomotieven van de bouwserie 01 gebouwd; 11 hiervan overleefden de oorlog niet, de meeste anderen werden na de oorlog ondergebracht bij de Deutsche Bundesbahn (DB) en een aantal bij de DDR (DR). Zowel de DB als de DR bouwden een aantal machines compleet om en plaatsten ondermeer nieuwe ketels, cabines en cilinders. De meeste locs behielden echter hun oude type ketel. Deze kregen de bekende kleine "Witte" windleibladen, evenals een 3e frontsein en zonnekleppen in de cabine. Tevens werd de kolenkast in de tender verhoogd om meer kolen te kunnen vervoeren en werden de pompen naar het midden van de ketel verplaatst. De laatste 01-locs werden omstreeks 1973 buiten dienst gesteld.

Bronnen:

Baureihe 01.10 (011/012)

Dit is de driecilindervariant van de 01. Hiervan zijn vanaf 1937 55 exemplaren gebouwd. Vanwege de oorlog is er van de oorspronkelijke planning van 250 stuks weinig terecht gekomen. Enkele locs werden afgeleverd met een stroomlijnbekleding, die in de praktijk weinig beviel. Alle locs hebben de oorlog overleefd, en zijn toen bij de DB in dienst gekomen. De ketels waren inmiddels zo slecht, dat ze vanaf 1953 alle zijn vervangen door nieuwe. Begin jaren zestig zijn 34 locs omgebouwd op oliestook. Bij de hernummering in 1968 werden de oliestokers ondergebracht in de serie 012, en de kolenstokers in de serie 011 (bijv. 01 1075 werd 012 075, 01 1091 werd 011 091).

De locs werden vooral in het noorden van Duitsland ingezet, op het laatst uitsluitend nog vanuit depot Rheine. De locs reden met gemak 120 kilometer per uur, en hadden daarbij dankzij de drie cilinders een zeer rustige loop, zoals ik tijdens een voetplaatrit op de Emslandstrecke mocht ondervinden.

Een groot probleem bij deze locs is het doorslippen van de aangedreven assen bij het optrekken. Dit komt doordat de buitenste twee cilinders de tweede koppelas aandrijven, terwijl de binnenliggende cilinder via een krukas de voorste gekoppelde as aandrijft. Hierdoor was het drijfwerk uit balans, wat geregeld leidde tot gebroken aandrijfstangen en andere ernstige schade. Een voorbeeld hiervan is de in 2004 in Nederland gestrande stroomlijnloc.

Diverse locs zijn bewaard gebleven, waaronder de bekende 01 1075 van de SSN.

brontekst: Nico Spilt]

Waar zijn deze locomotieven nog te zien?

De laatste loc uit de Baureihe 01 werd in 1973 buiten dienst gesteld. Op dit moment zijn nog enkele BR 01's in bedrijf bij museumlijnen, zoals;

  • Bedrijfsnr. 01 118 is eigendom van de Historische Eisenbahn Frankfurt (HEF)
  • Bedrijfsnr. 01 066 is te bezichtigen in het Bayerische Eisenbahnmuseum (BEM)] in Nördlingen.
  • Bedrijfsnr. 01 1075 is te bezichtigen in bij de Stoomstichting Nederland (SSN)] in Rotterdam.


Bijzonderheden/Opmerkingen

  • De DRG beschikte indertijd over een aantal stoomloc-revisie werkplaatsen. Locomotieven kregen van tijd tot tijd een grote beurt waarbij in één à twee weken de loc geheel gedemonteerd werd en vervolgens weer in elkaar gezet en uitgetest.
  • Een mooi verslag met foto's over de revisie van een BR 01 vind U Hier.

Literatuur

  • Baureihe 01 Geschichte, Bau und Bewährung einer deutschen Schnellzuglokomotive. Manfred Weisbrod/Wolfgang Petznick. Hermann Merker Verlag.
  • Die Baureihe 01 Hansjürgen Wenzel. Eisenbahn-Kurier Verlag. ISBN 3-88255-101-1. 3e oplage, Okt.1977

Externe Verwijzingen

Diverse Stoomlocs Baureihe 01

Modellen

Modellen in de Bouwserie 01