Starten met een treinbaan: verschil tussen versies
(lf) |
|||
Regel 19: | Regel 19: | ||
* 2. Schaalkeuze | * 2. Schaalkeuze | ||
* 3. Keuze Systeem : 3-rail Wisselstroom of 2-rail Gelijkstroom | * 3. Keuze Systeem : 3-rail Wisselstroom of 2-rail Gelijkstroom | ||
− | * 4. Keuze Besturing (Analoog of | + | * 4. Keuze Besturing (Analoog of digitaal) |
* 5. Keuze Thema en/of Tijdperk | * 5. Keuze Thema en/of Tijdperk | ||
* 6. Budget | * 6. Budget | ||
Regel 79: | Regel 79: | ||
* Märklin is één van de weinige leveranciers van 3-rail rails | * Märklin is één van de weinige leveranciers van 3-rail rails | ||
− | == Analoog of | + | == Analoog of digitaal == |
Naast de keuze voor 2-rail of 3-rail, moet er nog een keuze worden gemaakt tussen analoog of digitaal. Een analoog systeem is meestal opgebouwd met een rij-transformator die de netstroom omzet naar een lagere zwakstroom, zodat we een veilige stroom op de treinbaan krijgen en we geen schokken kunnen oplopen. De [[Transformator]] is er voor gelijkstroom (bij 2-rail banen) en voor wisselstroom (bij 3-rail banen). | Naast de keuze voor 2-rail of 3-rail, moet er nog een keuze worden gemaakt tussen analoog of digitaal. Een analoog systeem is meestal opgebouwd met een rij-transformator die de netstroom omzet naar een lagere zwakstroom, zodat we een veilige stroom op de treinbaan krijgen en we geen schokken kunnen oplopen. De [[Transformator]] is er voor gelijkstroom (bij 2-rail banen) en voor wisselstroom (bij 3-rail banen). | ||
Een analoge modelspoorbaan wordt aangestuurd met een rijtransformator waar een rijregelaar op aanwezig is en waarmee we de hoeveelheid stroom op de baan kunnen regelen. Door de rijregelaar open te draaien, zal er meer stroom op de baan komen en zal een locomotief gaan rijden. Bij analoge banen is het lastiger om met meerdere locomotieven tegelijkertijd te rijden aangezien de rijtransformator de stroom op de hele spoorbaan regelt. Hierdoor zal een 2e locomotief op de baan hetzelfde en tegelijkertijd reageren als de 1e locomotief en zullen beiden tegelijkertijd reageren op de rijregelaar van de transformator. | Een analoge modelspoorbaan wordt aangestuurd met een rijtransformator waar een rijregelaar op aanwezig is en waarmee we de hoeveelheid stroom op de baan kunnen regelen. Door de rijregelaar open te draaien, zal er meer stroom op de baan komen en zal een locomotief gaan rijden. Bij analoge banen is het lastiger om met meerdere locomotieven tegelijkertijd te rijden aangezien de rijtransformator de stroom op de hele spoorbaan regelt. Hierdoor zal een 2e locomotief op de baan hetzelfde en tegelijkertijd reageren als de 1e locomotief en zullen beiden tegelijkertijd reageren op de rijregelaar van de transformator. | ||
Regel 93: | Regel 93: | ||
Meer informatie over de keuze van de besturing van de modelspoorbaan vind je in het artikel [[Modelbaanbesturing]]. | Meer informatie over de keuze van de besturing van de modelspoorbaan vind je in het artikel [[Modelbaanbesturing]]. | ||
− | == Thema of | + | == Thema of tijdperk == |
Rondjes rijden op een railovaal zal snel gaan vervelen. Natuurlijk kun je aanvullende rails en wissels kopen om het wat afwisselender te maken, maar de modelspoor hobby kent natuurlijk meer aspecten dan alleen rondjes rijden. Ook de willekeurige aanschaf van meerdere locomotieven zal op een gegeven moment tot teleurstelling kunnen leiden aangezien een stoomlocomotief uit tijdperk I niet goed past bij hypermoderne elektrische locomotief van heden. Beter is het om van tevoren een thema te kiezen of een bepaald tijdperk na te bootsen en daar de modelspoorbaan op te baseren. Dat zorgt voor minder impuls aankopen en geeft meer voldoening op termijn. Ontdek eerst eens welk thema of modellen uit welke periode je aanspreken voor je tot aanschaf overgaat. Om een idee te geven van thema’s: | Rondjes rijden op een railovaal zal snel gaan vervelen. Natuurlijk kun je aanvullende rails en wissels kopen om het wat afwisselender te maken, maar de modelspoor hobby kent natuurlijk meer aspecten dan alleen rondjes rijden. Ook de willekeurige aanschaf van meerdere locomotieven zal op een gegeven moment tot teleurstelling kunnen leiden aangezien een stoomlocomotief uit tijdperk I niet goed past bij hypermoderne elektrische locomotief van heden. Beter is het om van tevoren een thema te kiezen of een bepaald tijdperk na te bootsen en daar de modelspoorbaan op te baseren. Dat zorgt voor minder impuls aankopen en geeft meer voldoening op termijn. Ontdek eerst eens welk thema of modellen uit welke periode je aanspreken voor je tot aanschaf overgaat. Om een idee te geven van thema’s: | ||
* Een berglandschap | * Een berglandschap | ||
Regel 126: | Regel 126: | ||
*[[M-rail Baanplannen Beginners]] | *[[M-rail Baanplannen Beginners]] | ||
*[[Het railplanboek]] | *[[Het railplanboek]] | ||
− | *[[Das | + | *[[Das Gleisplanbuch]] |
Als je een definitief ontwerp hebt gemaakt wordt het tijd om deze te verwezenlijken in een modelspoorbaan. Informatie over de bouw van de modelspoorbaan vindt je in de [[:Categorie:Baanbouw]]. | Als je een definitief ontwerp hebt gemaakt wordt het tijd om deze te verwezenlijken in een modelspoorbaan. Informatie over de bouw van de modelspoorbaan vindt je in de [[:Categorie:Baanbouw]]. | ||
− | == | + | == Beginnersvragen == |
{{meebezig}} | {{meebezig}} | ||
Hieronder vind je antwoorden op standaard vragen, waar je tegenaanloopt als je een modelspoorbaan wilt gaan opbouwen/aanleggen. | Hieronder vind je antwoorden op standaard vragen, waar je tegenaanloopt als je een modelspoorbaan wilt gaan opbouwen/aanleggen. |
Huidige versie van 26 jun 2020 om 21:12
Starten met een treinbaan
Dit artikel is geschreven voor diegene die wil gaan starten met een treinbaan of net is begonnen. Wie nieuw instapt of wil starten met de modelspoor hobby zal al snel tegen een aantal vragen aanlopen en naar aanvullende informatie op zoek zijn die helpt bij het opstarten en helpt om bepaalde keuzes te maken. De 3railwiki bevat een schat aan informatie, maar veel artikelen zijn technisch van aard of gaan meteen de diepte in. Vaak net niet hetgeen waar de startende modelspoor hobbyist naar op zoek is. Op het 3railforum zoeken biedt soms de antwoorden die je zoekt. Ook kun je daar vragen stellen en zal er doorgaans snel een reactie op je vraag gegeven worden. Vaak helpen de antwoorden je op weg, maar soms zijn de reacties ook verschillend. Dat is niet vreemd, aangezien voor veel onderwerpen er meerdere mogelijkheden/keuzes/oplossingen zijn. Ook speelt bij het maken van keuzes vaak persoonlijke voorkeur of smaak een grote rol. Overweeg daarom de verschillende opties en adviezen en maak uiteindelijk de keuze waar je zelf het beste gevoel bij hebt. Dit artikel zal de belangrijkste punten behandelen waar je doorgaans mee te maken krijgt als beginnende trein liefhebber en helpt je op weg bij het maken van voor jou passende keuzes en geeft mogelijk de antwoorden die je zoekt.
Voordat je een keuze maakt
Als eerste is het belangrijk om te weten wat je aanspreekt in modelspoor om een goede keuze en een goede start te kunnen maken. Wat spreekt je in deze hobby aan en wat vindt je leuk. Wat is hetgeen je wilt bereiken en hoeveel tijd en geld kun/wil je er aan besteden. Om te kunnen bepalen wat je aanspreekt is het handig om te weten welke mogelijkheden er allemaal zijn.
Grofweg vallen deze in te delen in de volgende 4 hoofdonderdelen:
- Spelen/Rijden
- Landschaps- en modelbouw
- Techniek
- Verzamelen
Meestal komt dat vroeg of laat in basis op het volgende neer:
- 1. Beschikbare ruimte (hoeveel ruimte heb ik beschikbaar)
- 2. Schaalkeuze
- 3. Keuze Systeem : 3-rail Wisselstroom of 2-rail Gelijkstroom
- 4. Keuze Besturing (Analoog of digitaal)
- 5. Keuze Thema en/of Tijdperk
- 6. Budget
- 7. Ontwerp maken
Meestal begint het met de aanschaf van een Startset met een railovaal, eenvoudige locomotief, enkele wagons en een transformator met rijregelaar. Leuk om vooral samen met kinderen mee te spelen, maar qua mogelijkheden beperkt. Natuurlijk kan men door aanschaf van wat extra rails en wissels de baan groter en daarmee aantrekkelijk maken. Indien men plezier beleeft aan deze hobby, breekt vaak het moment aan om een grotere baan met een wat definitievere opstelling te gaan bouwen. De interesse is gewekt voor andere onderdelen van modelspoor en er ontstaan al snel plannen voor het bouwen van een echte modelspoorbaan.
Beschikbare ruimte
Belangrijke keuze voor een definitievere opstelling van de modelspoorbaan is afhankelijk van de beschikbare ruimte. De grootte van de ruimte zal namelijk bepalend zijn voor de grootte van de modelspoorbaan. Als je beperkt ruimte hebt maar toch een flinke treinbaan wilt maken, dan is de overweging om te kiezen voor een kleinere Schaal een optie waardoor je meer rails zult kunnen leggen op de baan. Ook de overweging om een baan in meerdere niveaus te bouwen kan een oplossing zijn om meer rails en langere trajecten op de modelspoorbaan kwijt te kunnen.
Ook zijn er andere zaken waar je rekening mee dient te houden bij de ruimte waarin de modelspoorbaan gepland is zoals:
- Temperatuur en luchtvochtigheid
- Stofvrije ruimte
- Schuine muren/dakbeschotten
- Vloer
De hobby zal meestal in de wintermaanden het meest actief beoefend worden, dus een ruimte waar het gedurende de koude winterperiode behaaglijk is, is belangrijk. De luchtvochtigheid is tevens van belang, aangezien vochtige lucht zal leiden tot het vormen van roest/aanslag op de metalen verbindingen. De rails zal sneller met een filmpje (laagje) bedekt raken waardoor contact problemen kunnen ontstaan door vervuilde rails. Veel modelspoorbanen worden op een zolder gebouwd, waar vaak ook de wasmachine en wasdroger of condensdroger staan opgesteld. Een slechte combinatie omdat dit gegarandeerd zal leiden tot een verhoogde concentratie van vocht en stof. Ook stof kan zorgen voor contact problemen op de modelspoorbaan en dienen we zo veel mogelijk te vermijden. Regelmatig stofzuigen van de treinkamer voorkomt stofvorming op de modelspoorbaan. Als vloer kunnen we het beste een gladde vloer aanhouden, zoals laminaat, linoleum of tegels. Tapijt is minder geschikt aangezien hier het afvalmateriaal van het opbouwen van de modelbaan te veel in blijft zitten. (denk aan Gipspoeder, strooimateriaal, en reststukjes van afgeknipte bedrading etc.) Indien we de modelspoorbaan verrijdbaar willen maken door er poten met wielen onder aan te brengen, zal een gladde vloer de treintafel zich makkelijker laten verplaatsen. Denk tevens aan een goede bereikbaarheid van de treintafel en houdt rekening met schuine kanten van het dakbeschot en ramen, om teleurstellingen tijdens het opbouwen te voorkomen. Op een moeilijk bereikbare plek zal het lastig zijn om detaillering aan te brengen. Daarnaast kunnen treinen ontsporen en als dat steeds gebeurt op een moeilijk bereikbare plek, zal dat het plezier in de hobby als snel bederven. Menig hobbyist heeft zijn baan in ver gevorderd stadium moeten afbreken en is weer helemaal opnieuw begonnen vanwege dergelijke fouten.
Schaalkeuze
Modeltreinen zijn er in diverse schalen. De keuze van de schaalgrootte zal meestal afhangen van persoonlijke voorkeur, verkrijgbaarheid, budget en de beschikbare ruimte die we hebben. Hebben we maar enkele meters tot onze beschikking, dan kan beter voor een kleine schaal gekozen worden indien men meer als alleen een rondje wil kunnen rijden. Ook persoonlijke voorkeur speelt natuurlijk mee. De keuze voor een kleinere schaal zal doorgaans inhouden dat de modellen ook minder gedetailleerd zijn. Schaal H0 is verreweg de meest gekozen schaal en is met een spoorbreedte van 16,5 mm. tevens de meest voorkomende schaal. Op deze wiki en het 3railforum zul je dan ook de meeste artikelen en topics tegenkomen over onderwerpen gebaseerd op deze schaal.
Systeem keuze
Een andere belangrijke keuze is de keuze voor 2-rail gelijkstroom of 3-rail wisselstroom. De keuze is vaak persoonlijk en elk systeem kent voor- en nadelen. Enkele punten die je in overweging kan nemen worden hieronder opgesomd.
2rail gelijkstroom
Bij 2-rail gelijkstroom systemen wordt de stroom via beide railstaven afgenomen en is de ene railstaaf de plus pool en de andere railstaaf de min pool. Wiel-assen van locomotieven en wagons zijn geïsoleerd zodat er geen verbinding tussen de + positieve en - negatieve spanning ontstaat. Digitale gelijkstroombanen werken meestal met het Digital Command Control DCC protocol.
Voor/nadelen 2-rail systeem:
- Keuze uit diverse schaalgroottes
- Rails meer conform werkelijkheid doordat puco’s (puntcontacten) in het midden ontbreken
- Voor een keerlus is een relais of electronische schakeling nodig om de spanning om te polen
- Rails iets storingsgevoeliger
- Enorme keuze in materieel doordat 2-rail het grootste marktaandeel kent
- Terugmelding minder eenvoudig te realiseren
3rail wisselstroom
Bij 3-rail wisselstroom systemen wordt de stroom via de rails afgenomen middels beide spoorstaven en via de middenrail die bestaat uit zogenaamde punt-contacten (ook wel puco’s genoemd ). Wiel-assen zijn niet geïsoleerd omdat beide railstaven met massa verbonden zijn. Via een sleper onder de locomotief, wordt de stroom van de punt-contacten afgenomen. Digitale 3-rail banen werken meestal met het Märklin Motorola (MM) protocol.
Voor/nadelen 3-rail systeem:
- 3-rail is automatisch kiezen voor schaal H0.
- Sommigen ervaren de middenrail-contacten (puco’s) als storend
- Keerlussen zijn geen probleem, er zijn geen aanvullende componenten nodig
- Rails zijn minder storingsgevoelig door gebruik wisselstroom en 2 massa-railstaven
- Behuizing locomotieven is soms van metaal (degelijk)
- Keuze aan materieel is uitgebreid, maar minder uitgebreid dan 2-rail
- Terugmelding via Massa detectie is eenvoudig te realiseren
- Märklin is één van de weinige leveranciers van 3-rail rails
Analoog of digitaal
Naast de keuze voor 2-rail of 3-rail, moet er nog een keuze worden gemaakt tussen analoog of digitaal. Een analoog systeem is meestal opgebouwd met een rij-transformator die de netstroom omzet naar een lagere zwakstroom, zodat we een veilige stroom op de treinbaan krijgen en we geen schokken kunnen oplopen. De Transformator is er voor gelijkstroom (bij 2-rail banen) en voor wisselstroom (bij 3-rail banen). Een analoge modelspoorbaan wordt aangestuurd met een rijtransformator waar een rijregelaar op aanwezig is en waarmee we de hoeveelheid stroom op de baan kunnen regelen. Door de rijregelaar open te draaien, zal er meer stroom op de baan komen en zal een locomotief gaan rijden. Bij analoge banen is het lastiger om met meerdere locomotieven tegelijkertijd te rijden aangezien de rijtransformator de stroom op de hele spoorbaan regelt. Hierdoor zal een 2e locomotief op de baan hetzelfde en tegelijkertijd reageren als de 1e locomotief en zullen beiden tegelijkertijd reageren op de rijregelaar van de transformator. Als we toch analoog willen rijden en meer treinen afzonderlijk willen bedienen, dan kan dat door de baan in afzonderlijke geïsoleerde secties op te delen en elke sectie van een eigen rijtransformator te voorzien. We noemen dit Analoge Blokbesturing.
Een digitaal systeem werkt anders. Hierbij zorgt de digitale centrale ervoor dat op de rails van een constante “digitale” blokvormige spanning wordt gezet. In deze blokvormige spanning kan de centrale of besturings-unit versleutelde informatie stoppen die opdrachten geeft aan de decoder in de locomotief. De decoder ontsleuteld deze informatie en kan hierdoor de opdracht van de centrale decoderen (ontcijferen) waarna hij deze opdracht verwerkt. Bij digitale opdrachten van de centrale, wordt gebruik gemaakt van digitale adressen. Door elke decoder van de locomotieven een eigen uniek adres te geven, kunnen opdrachten van de centrale specifiek gemaakt worden voor de locomotief waarvan het digitale adres overeenkomt. Dit zorgt ervoor dat bij digitale modelspoorbanen tegelijkertijd met meerdere locomotieven gereden kan worden doordat de centrale opdrachten per locomotief kan geven. (voorbeeld: Een locomotief met adres 02 zal niet luisteren naar een digitale opdracht bestemd voor locomotief met adres 01). Naast locomotieven kunnen ook andere componenten een opdracht krijgen van de centrale. Randvoorwaarde is dat betreffend component voorzien is van een decoder die de opdracht van de centrale kan begrijpen. Zo kunnen ook wissels en seinen door een centrale bediend worden mits ze van een decoder voorzien zijn.
Ook is er nog de mogelijkheid om de modelspoorbaan volledig geautomatiseerd te laten rijden. Hierbij wordt een pc gebruikt met een software-programma welke de treindiensten automatisch regelt. Deze software geeft de besturings-unit (centrale) commando’s via een interface en ontvangt informatie terug van de diverse melders en decoders van treinen, baanvakken , seinen en wisselstanden zodat het programma precies weet waar een trein zich bevindt, met welke snelheid die rijdt en weet of een trein moet stoppen voor een sein etc. Meer informatie over deze software matige baanbesturing via de pc kun je vinden in de Categorie:PC-Besturing 3rail
Een overstap van analoog naar digitaal kan ook in een later stadium plaatsvinden. Daarbij dienen analoge locomotieven wel nog van een digitale decoder voorzien te worden zodat ze de stuurinformatie van de digitale besturingsunit kunnen begrijpen. Meer informatie over de keuze van de besturing van de modelspoorbaan vind je in het artikel Modelbaanbesturing.
Thema of tijdperk
Rondjes rijden op een railovaal zal snel gaan vervelen. Natuurlijk kun je aanvullende rails en wissels kopen om het wat afwisselender te maken, maar de modelspoor hobby kent natuurlijk meer aspecten dan alleen rondjes rijden. Ook de willekeurige aanschaf van meerdere locomotieven zal op een gegeven moment tot teleurstelling kunnen leiden aangezien een stoomlocomotief uit tijdperk I niet goed past bij hypermoderne elektrische locomotief van heden. Beter is het om van tevoren een thema te kiezen of een bepaald tijdperk na te bootsen en daar de modelspoorbaan op te baseren. Dat zorgt voor minder impuls aankopen en geeft meer voldoening op termijn. Ontdek eerst eens welk thema of modellen uit welke periode je aanspreken voor je tot aanschaf overgaat. Om een idee te geven van thema’s:
- Een berglandschap
- Een stationsgebied
- Een hollands landschap of ander europees land
- Industrie gebied
- Een laad- en losperron
Ook kun je denken aan tunnels, viaducten, bruggen, sloten of rivieren of een draaischijf met bijpassende locloods, enkelsporige trajecten of dubbelsporig traject, wel of geen bovenleiding etc. Ontdek waar je interesse naar uitgaat en bepaal of je dit kunt realiseren met de beschikbare ruimte die je hebt.
Naast een thema is er ook nog de keuze voor een bepaald tijdperk mogelijk. Er zijn diverse tijdperken in de modelspoor hobby. Op de websites van de diverse leveranciers van modelspoortreinen wordt bij de modellen de periode of tijdperk waarin betreffend model rondrijdt of rond reed, weergegeven. Lees eens het artikel Tijdperk om meer te weten te komen over de diverse tijdperken.
Budget
Niet onbelangrijk is het budget wat je over hebt voor de modelspoor hobby. Elke hobby kost natuurlijk geld en je kunt het zo duur maken als je zelf wilt. Toch is het belangrijk om te weten hoeveel geld de hobby mag kosten om te kunnen bepalen welk systeem wordt aangeschaft en welke omvang de modeltreinbaan kan gaan aannemen. Verdiep je in de kosten van een startset, rails, wissels, locomotieven, decoders, besturings-units, huisjes etc. om te bepalen welk systeem, schaal en omvang je moet kiezen. De aanschaf van een startset is meestal de eerste stap die men maakt om met deze hobby te beginnen. Het is een goede manier om in aanraking te komen met de modelspoorhobby en te onderzoeken of deze je aanspreekt.
Een ontwerp maken
Als eenmaal de keuze voor een thema, tijdperk, systeem, railkeuze en analoog of digitaal, zijn gemaakt, wordt het tijd om een ontwerp te maken. Daarbij is natuurlijk van belang hoeveel ruimte je beschikbaar hebt voor een modelspoor treinbaan. Bij beperkte ruimte kun je kiezen om de baan in meerdere lagen te maken waardoor ruimte bespaard wordt. Een schaduwstation laat bijvoorbeeld de treinen tijdelijk op een onderliggend nivo “verdwijnen” en laat een andere trein weer tevoorschijn komen. Om een trein op een ander nivo van de modelspoorbaan te laten komen wordt gebruik gemaakt van een helling of Klimspiraal. Hierbij moet men rekening houden dat treinen niet te stijle hellingen kunnen nemen. Een stijging van 3% tot 5% wordt doorgaans aangehouden en hiermee dient men met het ontwerp van de modelspoorbaan rekening te houden.
Een ontwerp maken kan op diverse manieren. Je kunt dit met vulpotlood op papier uittekenen met een teken sjabloon, maar meestal wordt het met een software tekenprogramma op de pc gedaan. Er zijn veel software pakketten waarmee je een ontwerp van een modelspoorbaan op je pc kunt maken, voor zowel Linux, OSX (Apple) als windows systemen. Veel van deze software programma’s moet je aanschaffen (betaalde versies), maar enkele minder uitgebreide programma’s zijn gratis te downloaden en te gebruiken. Bij het ontwerpen helpt het om de geometrie van de rails te kennen. Daarnaast zijn er diverse deel-oplossingen waar je gebruik van kunt maken in je ontwerp. Deze kun je op deze wiki vinden voor de volgende rail-systemen:
- Märklin C-rails C-Rail Geometrie
- Märklin C-rails C-rail Deeloplossingen
- Märklin K-rails K-Rail Geometrie
- Märklin K-rails K-Rail Geometrie
- Märklin M-rails K-rail Deeloplossingen
- Märklin Z-rails Z-Rail Geometrie
Indien je liever een bestaand baanplan gebruikt kun je ideeën opdoen uit de volgende baanplannen of een boeken aan te schaffen met baanplannen:
- C-rail Baanplannen Beginners
- K-rail Baanplannen Beginners
- M-rail Baanplannen Beginners
- Het railplanboek
- Das Gleisplanbuch
Als je een definitief ontwerp hebt gemaakt wordt het tijd om deze te verwezenlijken in een modelspoorbaan. Informatie over de bouw van de modelspoorbaan vindt je in de Categorie:Baanbouw.
Beginnersvragen
Mee bezig Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt. Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen. |
Hieronder vind je antwoorden op standaard vragen, waar je tegenaanloopt als je een modelspoorbaan wilt gaan opbouwen/aanleggen. De meeste antwoorden hiervan zul je natuurlijk ook terug kunnen vinden in de diverse bijgeleverde handleidingen, maar mocht je die niet bij de hand hebben dan kunnen de artikelen in deze wiki je waarschijnlijk ook op het goede spoor brengen. De vragen zijn zoveel mogelijk opgedeeld in Analoog en Digitaal, omdat daar het grootste onderscheid in zit.
Analoog
- Hoe sluit ik een Rij-transformator aan? - Lees het artikel Märklin transformatoren en Märklin 6647 Transformator.
Delta
- Hoe sluit ik een Märklin Delta Control aan? - Lees het artikel Märklin Delta Control.
Digitaal
- Hoe sluit ik een Märklin Mobile Station (MS-1) 60651/60652 aan? - Lees het artikel Märklin 60651/60652 Mobile Station.
- Hoe sluit ik een Märklin Mobile Station (MS-2) 60653 aan? - Lees het artikel Märklin 60653 Mobile Station.
- Hoe sluit ik een Märklin Mobile Station (MS-2) 60657 aan? - Lees het artikel Märklin 60657 Mobile Station.
Baanbouw
- Welke onderbouw kan ik het beste gebruiken als 'treintafel'?
- Hoe kan ik het beste mijn rails bevestigen?
- Wat is een ringleiding en hoe leg ik deze aan? - Lees het artikel Ringleiding