Bouwserie V 36

Uit 3rail Wiki
Versie door Jos (overleg | bijdragen) op 2 okt 2012 om 20:01 (Baureihe V 36 hernoemd naar Bouwserie V 36)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
WR 360 C 14 (V36)
Specificaties Dieselloc. V36
Nummering div. Spoorweg Mij's
 DRG: V 36
 DB : 236
 DR: 103
 ÖBB: 2065
 FS: D 236 
Fabrikanten
 O&K:
 BMAG:
 Deutz:
 Jung:
 Henschel:
 DWK:
 Krupp:
 Holmag:
 MAK:
Bouwjaren 1937–1950
Aantal gebouwd
Opschriften
 DB: tot 1981
 DR: tot 1985
 FS: tot 1971
Uitdienst
Asvorm C
Lengte over de buffers 9200 mm
Dienstgewicht 39 tot 43 t
Max.snelheid 55 tot 60 km/h
Vermogen 265 kW
Aanvangskracht 127 - 140 kN
Maximumsnelheid 140 km/h
Diameter aandrijfwielen 1100 mm
Bouwwijze motor 1 x 6-cylinder (rij)dieselmotor
Overdracht vermogen Hydraulisch
Brandstof-tankinhoud 1500 ltr.
Remmen Luchtdrukremmen

Diesellocomotief Baureihe V 36

Ontwikkeling

Deze V 36 diesellocomotieven werden eind jaren '30 gebouwd in opdracht van het Duitse leger. De oorspronkelijke aanduiding was WR 360 C 14, wat stond voor Wehrmachtlocomotief voor Regelspoor met 360 Pk, Asvolgorde C (drie gekoppelde drijfassen) en een aslast van (ca.) 14ton.

De locomotieven werden gebouwd voor plaatsen met een verhoogd explosiegevaar, bijvoorbeeld bij raffinaderijen, opslagtanks en munitiedepots. Maar ze werden ook ingezet in havens, op vliegvelden, etc. waar de rookpluim van een stoomlocomotief de locatie van zou kunnen verraden. De locs hadden een topsnelheid van 55 tot 60 km/h.

Bedrijf

Na de oorlog werden de locs over een groot deel van Europa verspreid. Ze vonden een onderkomen in Oostenrijk, Italië, Frankrijk, Hongarije en de Benelux. De meeste locs bleven echter in Duitsland en zowel de Deutsche Bundesbahn als de Deutsche Reichsbahn namen de locs in gebruik. Ze kregen de typeaanduiding V 36. In 1968 nummerde de DB ze om naar Baureihe 236. Ze werden nog tot 1981 ingezet. Bij de DR kregen ze in 1970 de aanduiding 103 en werden ze pas in 1985 buitendienst gesteld.

Bij de DB werden de V 36's van type 1, 2 en 4 veel ingezet voor en achter reizigerstreinen op lokale lijnen. Omdat deze treinen in pendeldienst reden, duwde de locomotief de trein op de terugweg. Om dit mogelijk te maken werden vierassige rijtuigen, maar ook een aantal donderbussen, omgebouwd als "stuurstandrijtuig". Dit kwam er op neer dat de machinist in het voorste rijtuig stond en dat de locomotief, die met de neus naar de rijtuigen was gericht, bediend werd door een zogenaamde "machinetechnische begeleider". De machinist bediende de remmen en de commando's naar de loc werden met een zogenaamde „Maschinen-Telegraph“ verstuurd. In feite was dit een bel aan een touwtje. De locbestuurder kon de trein vanuit z'n cabine overzien zoals een kapitein op de brug van een schip.

Met de komst van sterkere locs, zoals de V 60 werden de V 36's onder andere nog ingezet voor licht rangeerwerk. Een aantal locs doet tegenwoordig nog dienst bij museumspoorlijnen.

Literatuur


Externe verwijzingen in dit Artikel

Grootspoor Afbeeldingen

Modellen

Alle Modellen in deze bouwreeks