Blokken

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Blokken

Bij geautomatiseerd rijden wordt de baan in blokken of baanvakken verdeeld, met als doel om elk blok/baanvak te kunnen beveiligen zodat er met meer treinen tegelijk gereden kan worden zonder dat deze op elkaar botsen. In ieder blok mag zich maar 1 trein bevinden. Door middel van terugmelding naar de computer of centrale weet deze of er zich een trein in een bepaald blok bevindt en zal zolang het sein in het voorgaande baanvak op rood (onveilig) zetten ten teken dat er zich nog een trein in het volgende baanvak bevindt.

Baanvak-bloksein.png

Om te voorkomen dat twee treinen achter op elkaar botsen, wordt het spoor in blokken ingedeeld. Elk blok wordt beveiligd met een sein. Een trein mag een blok pas inrijden als het niet bezet is.

Blokgestuurd rijden kan zowel analoog als digitaal. Bij het analoog blokgestuurd rijden wordt gebruik gemaakt van relais voor het schakelen van de seinbeelden en het stroomloos schakelen van een stopsectie in een blok als het volgende blok onveilig is. De detectie van een trein in een blok wordt middels bezetmelding gerealiseerd. Een terugmelder is een elektronische module die detecteert of een bepaald gedeelte van de baan bezet is door een trein, of vrij is. Er zijn verschillende manieren om treindetectie en het doormelden daarvan te realiseren. Een bezetmelding is geen terugmelder, maar geeft alleen een signaal "bezet" of "vrij" af. De bezetmelding kan niet met de centrale communiceren, daarom wordt er een terugmelder tussen geschakeld. Zie Bezetmelding voor de diverse mogelijkheden van bezetmelding.

Secties

Een blok of baanvak wordt minimaal in 2 secties (aanmeldsectie en stopsectie), meestal in 3 secties verdeeld.

Overgangs- of Aanmeldsectie

De overgangs- of aanmeldsectie dient ervoor om te detecteren dat een trein het blok binnenrijdt.

Afremsectie

De afremsectie dient ervoor om de trein bij een onveilig sein te laten afremmen zodat deze op tijd stil komt te staan voor het sein dat rood (onveilig) staat ten teken dat het volgende baanvak nog niet vrij (veilig) is. Om de trein te laten afremmen worden afremmodules gebruikt zoals bijvoorbeeld de Märklin 72442 afremmodule of wordt dit via een computerprogramma zoals bijvoorbeeld Koploper software-matig kenbaar gemaakt aan de decoder in de trein. Tevens verdient het aanbeveling om de Optrek- en Afremvertraging van de decoders van de treinen dusdanig in te stellen dat de trein mooi en gelijdelijk afremt en aan het eind van de afremsectie tot stilstand komt indien het sein rood aangeeft.

Stopsectie

De stopsectie is de sectie die bij vaak spanningsloos wordt geschakeld als het sein rood (onveilig) staat, of bij computergestuurd rijden ervoor zorgt dat de trein tijdig afremt zodat deze in de stopsectie tot stilstand komt. De stopsectie voorkomt dan ook dat een trein het volgende baanvak inrijdt, zolang daar nog een trein in aanwezig is. De stopsectie zorgt ervoor dat een trein niet kan doorschieten naar het onveilige volgende blok. De stopsectie is doorgaans 2 tot 3 raillengtes lang. Het sein wordt naast deze stopsectie geplaatst.


Bloklengte

De lengte van een blok/baanvak dient langer te zijn dat de lengte van de langste trein waarmee je wilt gaan rijden. Een trein moet immers binnen het blok passen en kunnen afremmen binnen het blok om op tijd tot stilstand te komen bij een bezetmelding van het volgende baanvak.


Verwijzingen

Intern

Extern