Bouwserie E 40/140: verschil tussen versies

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Aangepast nieuw sjabloon.)
Regel 1: Regel 1:
==Algemeen==
+
<small>
[[File:BR 140 01.jpg]]
+
{| class="wikitable" style="float:right; width:40%;border color#4682B4"
 
+
! colspan="2" style= "background: skyblue" | E 40/140
Foto: ''Rutger Janssen''
 
 
 
==Ontwikkeling en Bedrijf==
 
In de jaren vijftig van de vorige eeuw besloot de Deutsche Bundesbahn om een tweetal standaard-locs te laten ontwikkelen: een zes-assige goederenloc en een vier-assige multifunctionele loc. Omdat men aan een tweetal types toch niet genoeg bleek te hebben, werden het er tenslotte vier: de E 10 als multifunctionele sneltreinloc, de E 40 als goederenloc, de E 41 als loc voor het buurtverkeer en de E 50 als zware goederenloc.
 
 
 
Op 21 maart 1957 werd de eerste E 40 afgeleverd. In augustus 1973 zag de laatste in een indrukwekkende rij van 879 exemplaren het eerste daglicht. Op het geboortekaartje stond toen al lang niet meer de naam E 40 vermeld. Vanaf 1 januari 1968 was dit type namelijk tot Baureihe 140 hernoemd. Aan de bouw van de locs werkten zes firma’s mee: voor het elektrische gedeelte waren dat Siemens Schuckert Werke (SSW), AEG en Brown Boveri & Cie (BBC, nu ABB), terwijl het mechanische deel door Kraus-Maffei, Henschel en Krupp verzorgd werd.
 
 
 
Qua uiterlijk zijn er flinke verschillen tussen de diverse exemplaren van deze locserie. Uiteraard zijn de locs in de loop der jaren in verschillende kleuren gespoten. Oorspronkelijk werden de E 40 modellen in het groen afgeleverd met een grijs dak en een zwarte onderzijde. Later werd ook het dak groen geschilderd en vanaf 1974 doken de eerste BR 140's met het blauw/beige kleurenschema op. In 1987 volgde het oriëntrode kleurtje met het witte 'slabbetje' en vanaf 1996 het huidige verkeersrood. De locs zijn verder uitgeleverd met drie of met vijf lampen per zijde. De ventilatieroosters hadden eerst afgeronde hoeken en horizontale lamellen, later werden dat verticale lamellen en tenslotte rechthoekige roosters met verticale lamellen. Ook zijn er verschillende pantografen gebruikt. Aanvankelijk was dat de schaar-pantograaf van het type DBS 54, maar tegenwoordig kun je ook 140's aantreffen met eenbenige pantografen (type SBS 65 of DSA 200.08.) Verdere zichtbare verschillen omvatten de regengoten, de handgrepen aan de voorzijdes, de buffers en de bufferbalk.
 
 
 
De Baureihe E 40/140 is voor zo'n beetje alle soorten, middelzware goederentreinen ingezet.
 
 
 
Technisch gezien zijn de series E 10/110 en de E 40/140 vrijwel identiek. De overbrenging van de E 40 is anders en dit type beschikt ook niet over een electrische rem. Bij 31 locs van de E 40 serie werd deze electrische rem achteraf alsnog aangebracht. Deze locs waren bedoeld voor de Steilstrecken „Erkrath-Hochdahl”, „Altenhundem - Welschen-Ennest” en de „Höllentalbahn”. Om deze locs te kenmerken werd er eenvoudig een extra „1” aangebracht voor het locnummer (E 40 1131–1137, 1163–1166, 1309–1316 en 1552–1563.) In 1968 kregen deze locs een eigen Baureihe-nummer en werden omgedoopt tot BR 139 waarbij die extra „1” weer verdween.
 
 
 
 
 
==Technische gegevens==
 
 
 
{| class="wikitable" style="float:center; width:50%;"
 
! colspan="2" | Geef hier type loc
 
 
|-
 
|-
| colspan="2" | [[Bestand:foto bestandsnaam|thumb|center|420px|]]
+
| colspan="2" | [[Bestand:BR 140 01.jpg|thumb|center|360px|<center>tekst</center>]]
 
|-
 
|-
| Nummering diverse Spoorweg Mij's ||  
+
| Fabrikanten ||
   Bijv.  
+
   SSW: Electr.
   DRG: V 36
+
  AEG: Electr.
   DB : 236
+
  Brown Boveri:Electr.
   DR: 103
+
   Kraus-Maffei:Mech.
 +
   Henschel:Mech.
 +
   Krupp:Mech.
 
|-
 
|-
| Fabrikanten ||
+
| Bouwjaren || 1957 - 1973
  Bijv.
 
  Siemens:
 
  O&K:
 
  BMAG:
 
 
|-
 
|-
| Bouwjaren || 1957 - 1973
+
| Bedrijfsnummering ||  
 
|-
 
|-
 
| Opschriften ||
 
| Opschriften ||
Regel 65: Regel 45:
 
|-
 
|-
 
| Remmen || Luchtdruk
 
| Remmen || Luchtdruk
 +
|-
 +
| Uit dienst || -
 
|}
 
|}
 +
</small>
 +
 +
==Electrische locomotief E 40/140==
 +
 +
 +
==Ontwikkeling en Bedrijf==
 +
In de jaren vijftig van de vorige eeuw besloot de Deutsche Bundesbahn om een tweetal standaard-locs te laten ontwikkelen: een zes-assige goederenloc en een vier-assige multifunctionele loc. Omdat men aan een tweetal types toch niet genoeg bleek te hebben, werden het er tenslotte vier: de E 10 als multifunctionele sneltreinloc, de E 40 als goederenloc, de E 41 als loc voor het buurtverkeer en de E 50 als zware goederenloc.
 +
 +
Op 21 maart 1957 werd de eerste E 40 afgeleverd. In augustus 1973 zag de laatste in een indrukwekkende rij van 879 exemplaren het eerste daglicht. Op het geboortekaartje stond toen al lang niet meer de naam E 40 vermeld. Vanaf 1 januari 1968 was dit type namelijk tot Baureihe 140 hernoemd. Aan de bouw van de locs werkten zes firma’s mee: voor het elektrische gedeelte waren dat Siemens Schuckert Werke (SSW), AEG en Brown Boveri & Cie (BBC, nu ABB), terwijl het mechanische deel door Kraus-Maffei, Henschel en Krupp verzorgd werd.
 +
 +
Qua uiterlijk zijn er flinke verschillen tussen de diverse exemplaren van deze locserie. Uiteraard zijn de locs in de loop der jaren in verschillende kleuren gespoten. Oorspronkelijk werden de E 40 modellen in het groen afgeleverd met een grijs dak en een zwarte onderzijde. Later werd ook het dak groen geschilderd en vanaf 1974 doken de eerste BR 140's met het blauw/beige kleurenschema op. In 1987 volgde het oriëntrode kleurtje met het witte 'slabbetje' en vanaf 1996 het huidige verkeersrood. De locs zijn verder uitgeleverd met drie of met vijf lampen per zijde. De ventilatieroosters hadden eerst afgeronde hoeken en horizontale lamellen, later werden dat verticale lamellen en tenslotte rechthoekige roosters met verticale lamellen. Ook zijn er verschillende pantografen gebruikt. Aanvankelijk was dat de schaar-pantograaf van het type DBS 54, maar tegenwoordig kun je ook 140's aantreffen met eenbenige pantografen (type SBS 65 of DSA 200.08.) Verdere zichtbare verschillen omvatten de regengoten, de handgrepen aan de voorzijdes, de buffers en de bufferbalk.
 +
 +
De Baureihe E 40/140 is voor zo'n beetje alle soorten, middelzware goederentreinen ingezet.
 +
 +
Technisch gezien zijn de series E 10/110 en de E 40/140 vrijwel identiek. De overbrenging van de E 40 is anders en dit type beschikt ook niet over een electrische rem. Bij 31 locs van de E 40 serie werd deze electrische rem achteraf alsnog aangebracht. Deze locs waren bedoeld voor de Steilstrecken „Erkrath-Hochdahl”, „Altenhundem - Welschen-Ennest” en de „Höllentalbahn”. Om deze locs te kenmerken werd er eenvoudig een extra „1” aangebracht voor het locnummer (E 40 1131–1137, 1163–1166, 1309–1316 en 1552–1563.) In 1968 kregen deze locs een eigen Baureihe-nummer en werden omgedoopt tot BR 139 waarbij die extra „1” weer verdween.
 +
<br style="clear:both" />
 +
  
 
==Bijzonderheden/Opmerkingen==
 
==Bijzonderheden/Opmerkingen==
Regel 74: Regel 73:
  
 
====Märklin====
 
====Märklin====
 
+
<small>
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
 
! colspan="5" | Märklin Modellen
 
! colspan="5" | Märklin Modellen
Regel 106: Regel 105:
 
|}
 
|}
  
{{Revisiegeschiedenis}}
+
{| border="1"
 +
| [[Bestand:Jos.png|60px]]
 +
|''Tabel Revisiegeschiedenis dient bij het overzetten van Wiki 1 naar Wiki II één keer meegenomen te worden. Daarna kan deze "geveegd" worden en wordt dan automatisch opgenomen in de vervolg-geschiedenis van het artikel.zie "Geschiedenis bekijken" in de bovenbalk.
 +
''Werkwijze; na één keer "bewerken" en "opslaan" opnieuw "bewerken" en onder "samenvatting" (onder in dit artikel) het volgende typen; tabel oude revisiegeschiedenis verwijderd.''
 +
|}
  
 +
{| class="toccolours" align="center" style="border:1px solid;"
 +
!style="border-bottom:1px solid; background:skyblue; font-size:small;"|In Bewerking !''
 +
|-
 +
| <center>{{REVISIONUSER}}</center>
 +
|}
 +
</small>
 
----
 
----
  
 
[[Categorie:Grootspoor]][[Categorie:Duitsland]]
 
[[Categorie:Grootspoor]][[Categorie:Duitsland]]

Versie van 15 feb 2012 01:05

E 40/140
tekst
Fabrikanten
 SSW: Electr.
 AEG: Electr.
 Brown Boveri:Electr.
 Kraus-Maffei:Mech. 
 Henschel:Mech.
 Krupp:Mech. 
Bouwjaren 1957 - 1973
Bedrijfsnummering
Opschriften
 bijv.
 DB: tot 1981
 DR: tot 1985
Asvorm -
Lengte over de buffers 16.490 mm
Dienstgewicht 83 t
Max.snelheid xx tot xx km/h
Vermogen 3700 kW
Aanvangskracht xxx - xxx kN
Maximumsnelheid 100 km/h, later 110 km/h
Diameter aandrijfwielen xxxx mm
Bouwwijze motor soort xxxxx
Overdracht vermogen bijv. Hydraulisch
Brandstof-tankinhoud -
Remmen Luchtdruk
Uit dienst -

Electrische locomotief E 40/140

Ontwikkeling en Bedrijf

In de jaren vijftig van de vorige eeuw besloot de Deutsche Bundesbahn om een tweetal standaard-locs te laten ontwikkelen: een zes-assige goederenloc en een vier-assige multifunctionele loc. Omdat men aan een tweetal types toch niet genoeg bleek te hebben, werden het er tenslotte vier: de E 10 als multifunctionele sneltreinloc, de E 40 als goederenloc, de E 41 als loc voor het buurtverkeer en de E 50 als zware goederenloc.

Op 21 maart 1957 werd de eerste E 40 afgeleverd. In augustus 1973 zag de laatste in een indrukwekkende rij van 879 exemplaren het eerste daglicht. Op het geboortekaartje stond toen al lang niet meer de naam E 40 vermeld. Vanaf 1 januari 1968 was dit type namelijk tot Baureihe 140 hernoemd. Aan de bouw van de locs werkten zes firma’s mee: voor het elektrische gedeelte waren dat Siemens Schuckert Werke (SSW), AEG en Brown Boveri & Cie (BBC, nu ABB), terwijl het mechanische deel door Kraus-Maffei, Henschel en Krupp verzorgd werd.

Qua uiterlijk zijn er flinke verschillen tussen de diverse exemplaren van deze locserie. Uiteraard zijn de locs in de loop der jaren in verschillende kleuren gespoten. Oorspronkelijk werden de E 40 modellen in het groen afgeleverd met een grijs dak en een zwarte onderzijde. Later werd ook het dak groen geschilderd en vanaf 1974 doken de eerste BR 140's met het blauw/beige kleurenschema op. In 1987 volgde het oriëntrode kleurtje met het witte 'slabbetje' en vanaf 1996 het huidige verkeersrood. De locs zijn verder uitgeleverd met drie of met vijf lampen per zijde. De ventilatieroosters hadden eerst afgeronde hoeken en horizontale lamellen, later werden dat verticale lamellen en tenslotte rechthoekige roosters met verticale lamellen. Ook zijn er verschillende pantografen gebruikt. Aanvankelijk was dat de schaar-pantograaf van het type DBS 54, maar tegenwoordig kun je ook 140's aantreffen met eenbenige pantografen (type SBS 65 of DSA 200.08.) Verdere zichtbare verschillen omvatten de regengoten, de handgrepen aan de voorzijdes, de buffers en de bufferbalk.

De Baureihe E 40/140 is voor zo'n beetje alle soorten, middelzware goederentreinen ingezet.

Technisch gezien zijn de series E 10/110 en de E 40/140 vrijwel identiek. De overbrenging van de E 40 is anders en dit type beschikt ook niet over een electrische rem. Bij 31 locs van de E 40 serie werd deze electrische rem achteraf alsnog aangebracht. Deze locs waren bedoeld voor de Steilstrecken „Erkrath-Hochdahl”, „Altenhundem - Welschen-Ennest” en de „Höllentalbahn”. Om deze locs te kenmerken werd er eenvoudig een extra „1” aangebracht voor het locnummer (E 40 1131–1137, 1163–1166, 1309–1316 en 1552–1563.) In 1968 kregen deze locs een eigen Baureihe-nummer en werden omgedoopt tot BR 139 waarbij die extra „1” weer verdween.


Bijzonderheden/Opmerkingen

Verwijzingen

Modellen

Märklin

Märklin Modellen
Art.nr. Bouwjaar Bedrijf Bedrijfsnr. Tijdperk
xxxxx xxxx xx xxxx xx
xxxxx xxxx xx xxxx xx

Andere Merken

Revisiegeschiedenis

Datum Auteur Aanpassing
14 januari 2011 10103 Pagina aangemaakt
28 januari 2011 Dylan (Minitreintje) Controle copyright
4 november 2011 10103 Pagina overgezet
Jos.png Tabel Revisiegeschiedenis dient bij het overzetten van Wiki 1 naar Wiki II één keer meegenomen te worden. Daarna kan deze "geveegd" worden en wordt dan automatisch opgenomen in de vervolg-geschiedenis van het artikel.zie "Geschiedenis bekijken" in de bovenbalk.

Werkwijze; na één keer "bewerken" en "opslaan" opnieuw "bewerken" en onder "samenvatting" (onder in dit artikel) het volgende typen; tabel oude revisiegeschiedenis verwijderd.

In Bewerking !
Jos