Preußisch-Hessische Eisenbahngemeinschaft
Land | : Duitsland |
Opgericht | 1897 |
Opgeheven | 1920 |
Hoofdkantoor | Mainz |
Spoor lengte | ? km |
Preußisch-Hessische Eisenbahngemeinschaft
De Pruisisch-Hessische spoorweggemeenschap met volledige naam: Königlich Preußische und Großherzoglich Hessische Staatseisenbahnen. (K.P. u. G.H. StE.) was de gezamenlijke operatie van de Koninklijke Pruisische en Groothertogelijke Hessische Staatsspoorwegen. Het Hessische deel van de onderneming werd geëxploiteerd door het directoraat van de spoorwegen te Mainz.
De reden voor deze fusie was enerzijds de geografische locatie van het tweedelige Groothertogdom Hessen, dat nauw verweven was met Pruisische gebieden. Aan de andere kant hadden beide staten het doel om de laatste grote particuliere spoorweg in Duitsland, de Hessische Ludwigs Eisenbahngesellschaft (HLB), te nationaliseren. De twee staten sloten op 23 juni 1896 met dit voornemen, een staatsverdrag.
Op 1 april 1897 nam de leiding van de Pruisische staatsspoorwegen het bestuur van de staatsspoorwegen van het Groothertogdom Hessen over en ging onder de gezamenlijke naam Königlich Preußische und Großherzoglich Hessische Staatseisenbahnen. (K.P. u. G.H. StE.) verder. Eigendom en soevereine rechten evenals de evenredige opbrengsten bleven onder het Staatsverdrag met het Groothertogdom Hessen. Voor het beheer werd het Directoraat Mainz van de Koninklijke Pruisische en de Groothertogse Hessische Bahn, opgericht met Paul von Breitenbach, als president. Op 8 april 1899 mochten werknemers de uniformen van de HLB niet meer dragen.
Op 14 december 1901, sloten het Koninkrijk van Pruisen, het Groothertogdom Hessen en het Groothertogdom Baden een verdrag waarbij de eerder door de drie landen Main-Neckar Eisenbahn ook in de Pruisisch-Hessische spoorweggemeenschap werd opgenomen.
Er werd ook afgesproken dat Hessen het beroep van hoge ambtenaren zou kunnen beïnvloeden. Daarentegen kwamen technologie en werking alleen overeen met de Pruisische voorschriften. Alle functionarissen droegen het Pruisische uniform, maar de Hessische functionarissen mochten bovendien een Hessische badge bijvoegen. Pruisisch was ook de spelling van de stationsnamen. Dit is nog steeds merkbaar vandaag de dag, omdat de twee staten verschillende spellingsregels toepasten. In het koninkrijk Pruisen werden plaats- en provincienamen met een onderscheidend voorvoegsel zoals „Alt“, „Neu“, „Groß“, „Klein“, „Bergisch“, „Deutsch" enz. zonder verbindingsstreepje toegepast, tenzij ze in één woord geschreven waren. Plaatsnamen die bestaan uit twee of meer hoofdnamen, zoals Sleeswijk-Holstein, Beeskow-Storkow, enz. werden geschreven met een koppelteken. In Hessen-Darmstadt daarentegen werd in het eerste geval een koppelteken gebruikt, in het tweede geval werden de woordcomponenten samen geschreven. Het resultaat is dat de spelling van de plaatsnaam en de stationsnamen van de de overeenkomstige plaatsen van elkaar afwijken, zoals bijvoorbeeld Groß Gerau / Groß-Gerau of Hohensülzen / Hohen-Sülzen.
Het einde van de Preußisch-Hessische Eisenbahngemeinschaft kwam met de overname van de Länderbahnen door de Deutsche Reichseisenbahnen op 1 April 1920.
Bronnen:wikipedia[1]
Verwijzingen
Intern
Extern
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Spoorwegmaatschappijen Duitse Keizerrijk
|