Atchison, Topeka and Santa Fe Railway: verschil tussen versies
(→Passagiers: Correctie in tabel) |
(→Inleiding: correctue) |
||
Regel 19: | Regel 19: | ||
|} | |} | ||
== Inleiding == | == Inleiding == | ||
− | [[Bestand:Santa_Fe_Route_Map_1891.jpg|thumb| | + | [[Bestand:Santa_Fe_Route_Map_1891.jpg|thumb|right|200px|<center>Een kaart van "The Santa Fé Route" en subsidiaire lijnen, die gepubliceerd werd in een uitgave van de Grain Dealers and Shippers Gazetteer in 1891.</center>]] |
De Atchison, Topeka en Santa Fe Railway (ook bekend als ATSF), en vaak afgekort als Santa Fe of AT & SF, was één van de grotere spoorwegmaatschappijen in de Verenigde Staten. De spoorwegmaatschappij werd op gericht in februari 1859, en bereikt de Kansas-Colorado grens in 1873 en Pueblo (Colorado), in 1876. De spoorwegmaatschappij stelde onroerend goed kantoren in om landbouwgrond te verkopen van grootgrondbezitters met de subsidies die het kreeg van het Congres. Ondanks zijn naam, deed de hoofdlijn nooit Santa Fe (New Mexico) aan, omdat het terrein daarvoor moeilijk begaanbaar was en deze stad werd uiteindelijk bereikt door een aftakking vanaf Lamy. | De Atchison, Topeka en Santa Fe Railway (ook bekend als ATSF), en vaak afgekort als Santa Fe of AT & SF, was één van de grotere spoorwegmaatschappijen in de Verenigde Staten. De spoorwegmaatschappij werd op gericht in februari 1859, en bereikt de Kansas-Colorado grens in 1873 en Pueblo (Colorado), in 1876. De spoorwegmaatschappij stelde onroerend goed kantoren in om landbouwgrond te verkopen van grootgrondbezitters met de subsidies die het kreeg van het Congres. Ondanks zijn naam, deed de hoofdlijn nooit Santa Fe (New Mexico) aan, omdat het terrein daarvoor moeilijk begaanbaar was en deze stad werd uiteindelijk bereikt door een aftakking vanaf Lamy. | ||
De Santa Fe was een pionier in het intermodale goederenvervoer, een onderneming die (op een of ander moment) een sleepboot vloot en een luchtvaartmaatschappij (de kortstondige Santa Fe Skyway) bezat. Hun buslijn verzorgde personenvervoer naar gebieden die niet toegankelijk waren per spoor, en veerboten die over de San Francisco Bay voeren stonden het toe dat de reizigers hun westwaartse reizen naar de Stille Oceaan konden voltooien. De ATSF was ook het onderwerp van een populair liedje van Harry Warren & Johnny Mercer’s met de titel "On the Atchison, Topeka and Santa Fe" wat geschreven werd voor de film The Harvey Girls (1946). | De Santa Fe was een pionier in het intermodale goederenvervoer, een onderneming die (op een of ander moment) een sleepboot vloot en een luchtvaartmaatschappij (de kortstondige Santa Fe Skyway) bezat. Hun buslijn verzorgde personenvervoer naar gebieden die niet toegankelijk waren per spoor, en veerboten die over de San Francisco Bay voeren stonden het toe dat de reizigers hun westwaartse reizen naar de Stille Oceaan konden voltooien. De ATSF was ook het onderwerp van een populair liedje van Harry Warren & Johnny Mercer’s met de titel "On the Atchison, Topeka and Santa Fe" wat geschreven werd voor de film The Harvey Girls (1946). | ||
Regel 25: | Regel 25: | ||
In dit artikel volgen we de geschiedenis van de Amerikaanse spoorwegen in vogel vlucht vanaf zijn vroegste debuut rond 1820. Het is eigenlijk een tijdschema over hoe de industrie van toen tot heden is verlopen. | In dit artikel volgen we de geschiedenis van de Amerikaanse spoorwegen in vogel vlucht vanaf zijn vroegste debuut rond 1820. Het is eigenlijk een tijdschema over hoe de industrie van toen tot heden is verlopen. | ||
<br style="clear:both" /> | <br style="clear:both" /> | ||
+ | |||
== Historie == | == Historie == | ||
[[bestand:Cyrus K Holliday.jpg|thumb|200px|right|<center>In 1859 richte Cyrus K. Holliday , de Atchison and Topeka Railroad Company op.</center>]] | [[bestand:Cyrus K Holliday.jpg|thumb|200px|right|<center>In 1859 richte Cyrus K. Holliday , de Atchison and Topeka Railroad Company op.</center>]] |
Versie van 11 dec 2016 10:35
Land | Verenigde staten |
Moederbedrijf | Atchison, Topeka and Santa Fe Railway Burlington Northern Railroad |
Opgericht | 1859 |
Opgeheven | 1996 |
Hoofdkantoor | Chicago, Illinois, United States |
Spoor lengte | In 1950: 21041 Km In 1995: 14687 Km |
Inleiding
De Atchison, Topeka en Santa Fe Railway (ook bekend als ATSF), en vaak afgekort als Santa Fe of AT & SF, was één van de grotere spoorwegmaatschappijen in de Verenigde Staten. De spoorwegmaatschappij werd op gericht in februari 1859, en bereikt de Kansas-Colorado grens in 1873 en Pueblo (Colorado), in 1876. De spoorwegmaatschappij stelde onroerend goed kantoren in om landbouwgrond te verkopen van grootgrondbezitters met de subsidies die het kreeg van het Congres. Ondanks zijn naam, deed de hoofdlijn nooit Santa Fe (New Mexico) aan, omdat het terrein daarvoor moeilijk begaanbaar was en deze stad werd uiteindelijk bereikt door een aftakking vanaf Lamy.
De Santa Fe was een pionier in het intermodale goederenvervoer, een onderneming die (op een of ander moment) een sleepboot vloot en een luchtvaartmaatschappij (de kortstondige Santa Fe Skyway) bezat. Hun buslijn verzorgde personenvervoer naar gebieden die niet toegankelijk waren per spoor, en veerboten die over de San Francisco Bay voeren stonden het toe dat de reizigers hun westwaartse reizen naar de Stille Oceaan konden voltooien. De ATSF was ook het onderwerp van een populair liedje van Harry Warren & Johnny Mercer’s met de titel "On the Atchison, Topeka and Santa Fe" wat geschreven werd voor de film The Harvey Girls (1946).
Op 31 December 1996 werd de spoorwegmaatschappij officieel opgeheven, toen het samengevoegd werd met de Burlington Northern Railroad en vormde zo de Burlington Northern & Santa Fe Railway.
In dit artikel volgen we de geschiedenis van de Amerikaanse spoorwegen in vogel vlucht vanaf zijn vroegste debuut rond 1820. Het is eigenlijk een tijdschema over hoe de industrie van toen tot heden is verlopen.
Historie
In 1859 richtte Cyrus Kurtz Holliday de Atchison and Topeka Railroad Company op met het doel een spoorlijn te bouwen van Topeka (Kansas) naar Santa Fe (New Mexico) en daarna door naar de Golf van Mexico. In 1863 veranderde de naam in Atchison, Topeka and Santa Fe Railroad omdat deze naam beter het doel van de maatschappij weergaf. In 1868 begon men met de bouw van de spoorlijn vanuit Topeka, in 1872 was men al tot de grens tussen Kansas en Colorado gevorderd. Ze gingen verder richting Pueblo (CO) en in 1879 bereikten ze de stad Leadville, dit was ten tijde van de Silver Rush. In 1880 bereikt de AT&SF uiteindelijk Albuquerque (New Mexico). De hoofdlijn van de AT&SF loopt overigens niet door Santa Fe maar door Lamy, een plaats gelegen ten zuiden van de stad Santa Fe: het was namelijk eenvoudiger de lijn door Lamy aan te leggen dan via het door heuvels omringde Santa Fe. Vanuit Lamy is later alsnog een spoorlijn aangelegd naar Santa Fe.
In Maart 1981 hebben de Atchison, Topeka and Santa Fe Railway (SF) en de Southern Pacific Transportation Company (SP) bij Deming, New Mexico, de tweede transcontinentale route gevormd. Hierna werd de spoorlijn verder zuidwaarts uitgebreid van Benson, Arizona, naar Nogales bij de Mexicaanse grens waar het gekoppeld werd met de Sonora Railway welke de AT&SF aangelegd had vanuit Guaymas naar het Noorden.
Atlantic and Pacific Railway
De Atlantische & Pacific Railroad (A&P) kreeg in 1866 de vraag om vanaf het westen vanuit Springfield, Missouri, om langs de 35e parallel op noorderbreedte (ongeveer via Amarillo (Texas), en Albuquerque, (New Mexico) naar een kruising met SP aan de Colorado rivier, te bouwen. De kleinere A & P had geen treinverbindingen. De lijn die zou uitgroeien tot de St. Louis – San Francisco Railway (Frisco) zou Springfield pas na 4 jaar bereiken, en de SP bouwde ten oosten van Mojave tot de Colorado rivier tot 1883. A & P begon met de bouw in 1868, er werd gebouwd naar het zuidwesten in wat later Oklahoma zou worden.
In 1879 maakte A&P een deal met de Santa Fe en Frisco spoorwegen voor de constructie van een spoorlijn voor elk. De spoorwegen zouden samen bouwen en eigenaar van de spoorlijn A&P ten westen van Albuquerque. In 1883 bereikte A & P Needles, Californië, waar het verbonden werd met een SP-lijn. A&P bouwde ook een lijn tussen Tulsa, Oklahoma en St. Louis, Missouri voor de Frisco, maar het gedeelte van de Tulsa-Albuquerque bleef ongebouwd.
Uitbreiding
In 1885 begon De Santa Fe uit te breiden met een lijn van Barstow, Californië, naar San Diego en in 1887 naar Los Angeles; kreeg het in 1886 de controle over de Gulf, Colorado & Santa Fe Railway (Galveston-Fort Worth) en een lijn tussen Wichita en Fort Worth in 1887; de lijnen van Kansas City naar Chicago, Kiowa, Kansas naar Amarillo, en Pueblo naar Denver (parallel aan de D&RGW) in 1888; en kocht het de Frisco en de Colorado Midland Railway in 1890. In januari 1890 bestond het hele systeem uit ongeveer 12070 Km Spoorlijn.
De crisis van 1893 had hetzelfde effect op de AT&SF die het had op vele andere spoorwegen; financiële problemen en de daaropvolgende reorganisatie. In 1895 verkocht de AT&SF de Frisco en de Colorado Midland en schreef de verliezen af, maar het behield nog wel de controle van de A&P. De Santa Fe Railway wilden nog steeds Californië bereiken op eigen rails (het verhuurd de SP lijn van Needles naar Barstow), en de staat Californië daagde de SP om hun monopolie te doorbreken. In 1897 verhandeld de spoorweg de Sonora-spoorlijn van Mexico aan de SP voor hun lijn tussen Needles en Barstow en gaf AT&SF zijn eigen lijn van Chicago tot de Pacific kust. Het was uniek in dat opzicht tot de Milwaukee Road de uitbreiding ervan tot de Puget Sound in 1909 voltooid. Latere uitbreiding van de Santa Fe Railway omvatte lijnen van Amarillo Pecos (1899); Ash Fork, Arizona naar Phoenix (1901); Williams, Arizona naar de Grand Canyon (1901); de Belen Cutoff van de Pecos lijn bij Texico naar Isleta Pueblo, New Mexico, ten zuiden van Albuquerque, het omzeilen van de bergen van de Raton Pass (1907); en de Coleman Cutoff, van Texico naar Coleman, Texas, in de buurt van Brownwood (1912).
In 1907 vormden de AT&SF en SP samen deNorthwestern Pacific Railroad (NWP), die verscheidene kleine spoorwegen overnam en bouwden van nieuwe lijnen voor het aansluiten van hen om zo een route te vormen vanuit San Francisco noord naar Eureka, Californië. In 1928 verkocht Santa Fe haar helft van NWP aan SP. Bovendien, kocht de Santa Fe het Amerikaanse gedeelte van de Kansas City, Mexico & Oriënt Railway Company (het Mexicaanse gedeelte van de lijn werd de Chihuahua-Pacific Railway, nu onderdeel van nationale spoorwegen van Mexico). Omdat de lange stukken van de hoofdlijn traverse gebieden waren zonder water, behoorde Santa Fe als een van de eerst kopers van diesellocomotieven voor goederen vervoer. De spoorwegmaatschappij stond bekend om haar passagierstreinen, met name de Chicago-Los Angeles El Capitan en Super Chief (momenteel uitgevoerd door de Amtrak Southwest Chief), en voor de on-line eethuizen en restauratie rijtuigen die werden geëxploiteerd door Fred Harvey dineren. Verschillende van deze Harvey eethuizen bleven bestaan - vooral de El Tovar, die rechts naast de Grand Canyon geplaatst zijn. Op 29 maart 1955 was de spoorwegmaatschappij één van de vele bedrijven die attracties in Disneyland sponsorden.
De fusie met Southern Pacific
Na de Tweede Wereldoorlog werden er bouwprojecten opgenomen, een naar Dallas vanuit het noorden, en de verplaatsing van de hoofdlijn in heel Noord-Arizona, tussen Seligman en Williams. In 1960, AT&SF kocht de Toledo, Peoria & Western Railroad (TP&W) en verkocht vervolgens de helft van het halve belang aan de Pennsylvania Railroad (PRR). De TP&W ging rechtstreeks in het Oosten dwars door Illinois vanuit Fort Madison (Iowa), naar een connectie met PRR bij Effner (Indiana), om een bijpas te vormen om Chicago voor het verkeer tussen de twee lijnen. De TP&W route mixte zich niet met het verkeer van de opvolger van PRR succesvolle Conrail die zich na 1976 ontwikkelde, dus AT&SF kocht de andere helft weer terug, ging samen met TP&W in 1983 en werd in 1989 onafhankelijk weer verkocht.
AT & SF begon in de vroege jaren 80 met voorstellen tot een fusie. De Southern Pacific Santa Fe Railroad (SPSF) was een voorgenomen fusie tussen de huidige companies van de Southern Pacific en AT&SF die aangekondigd werd op 23 December 1983. Als onderdeel van het samenvoegen van de twee bedrijven, werden alle spoor en niet-spoor bezittingen van de Santa Fe Industries en de Southern Pacific Transportation Company onder de controle van een holding, de Santa Fe-Southern Pacific Corporation geplaatst. De fusie werd later afgewezen door de Interstate Commerce Commissie (ICC) op basis van dat er teveel dubbele routes zouden zijn. De bedrijven waren er zo van overtuigd dat de fusie zou worden goedgekeurd dat ze begonnen met het oververven van hun locomotieven en het rollend materieel in een nieuwe uniforme kleurstelling. Na ontkenning van de Interstate Commerce Commission (ICC), maakte spoorwegfans grapjes dat SPSF stond voor "Shouldn't Paint So Fast." Terwijl de Southern Pacific werd verkocht, werden alle van de Californië onroerend goed bedrijven geconsolideerd in een nieuw bedrijf, Catellus Development Corporation, waardoor het de grootste particuliere landeigenaar van de staat werd. Enige tijd later, zou Catellus de belangen van de Union Pacific Railroad in de Los Angeles Union Passenger Terminal (LAUPT) overnemen. Na de SP verkoop, werd de SPSF omgedoopt tot Santa Fe Pacific Corporation, de holdingmaatschappij van AT & SF.
De fusie met Burlington Northern
Op 22 September 1995 werden de AT & SF met de Burlington Northern Railroad samengevoegd om te Burlington Northern & Santa Fe Railway (BNSF) te vormen. In sommige van de uitdagingen die voortvloeiden uit het verbinden van de twee bedrijven was de totstandbrenging van een gemeenschappelijke dispatching systeem opgenomen, de organisatiegraad van AT&SF's non-union dispaches en de integratie van AT&SF's trein identificatiecodes overal. De twee lijnen handhaafden aparte verrichtingen tot 31 December 1996 toen het officieel de BNSF werd.
Reizigers vervoer
AT&SF stond bekend om haar trein reizigersdienst in de eerste helft van de 20e eeuw. AT&SF introduceerde vele innovaties in spoor reizigersverkeer, daaronder de "Pleasure Domes" van de Super-Chief (bekend als de ".. .only koepel rijtuigen tussen Chicago en Los Angeles" toen ze werden ingevoerd in 1951) en de "Grote Dome" Lounge en dubbeldekker Hi-level rijtuigen van de El Capitan, die in dienst kwam in 1956. In 1891 behoorde de spoorwegmaatschappij tot een van de eerste die restauratie rijtuigen toevoegde aan hun passagierstreinen, naar de voorbeelden van de Northern Pacific en de Union Pacific. De AT&SF bood voedsel aan in een restauratie rijtuigen of bij één van de vele restaurants van Harvey House die strategisch gelegen waren langs de spoorweg. In het algemeen, werd de gelijknamige trein gebruikt voor beide richtingen van een bepaalde trein. De uitzonderingen in deze regel waren de treinen van de Chicago en Kansas Cityan (beide namen waarnaar wordt verwezen in de dezelfde service, maar de Chicago was de oostwaartse versie, terwijl de Kansas-Cityan de westwaartse versie was), en de Oost-Express en West Texas Express. Alle AT & SF treinen die reis beëindigden in Chicago deden dit op het Dearborn Station. Treinen die hun reis beëindiging hadden in Los Angeles kwamen aan op AT&SF's La Grande Station tot mei 1939, toen de Los Angeles Union Passagiers Terminal (LAUPT) werd geopend. Om kleinere gemeenschappen te bereiken, gebruikte de spoorwegmaatschappij Budd Rail Diesel rijtuigen naar de steden met treinstations en elders Santa Fe Trailways bussen. Deze kleinere treinen hadden in het algemeen geen naam maar er werden alleen treinnummers gebruikt om de diensten te onderscheiden.
De alomtegenwoordige passagiersdienst was een inspiratie voor de titel van de 1946 Academy-Award-winnende melodie van Johnny Mercer "On the Atchison, Topeka and the Santa Fe." Het nummer werd geschreven in 1945 voor de film The Harvey Girls, een verhaal over de serveersters van restaurants van de Fred Harvey vennootschap. Het werd in de film gezongen door Judy Garland en vertolkt door vele andere zangers, met inbegrip van Bing Crosby. In de jaren 1970 gebruikte de spoorweg Crosby's versie in een commercial.
AT&SF stopte op 1 Mei 1971 met zijn passagierstreinen, toen het zijn resterende treinen naar Amtrak overgebracht. Deze omvatten de Super Chief/El Capitan, de Texas Chief en twee San Diegans. Stopgezet werden de San Francisco Chief, de ex-Grand Canyon, een San Diegan, de Tulsan en een lokale Denver-La Junta.
Naam Treinen
De AT&SF had de volgende Naam treinen in regulaire dienst:
- Golden Gate (train) - The Angel San Francisco, California - Los Angeles, California - San Diego, California (Dit was de zuidwaartse versie van de Saint)
- The Angelo - San Angelo, Texas — Fort Worth, Texas (on the Gulf, Colorado and Santa Fe Railway GC&SF)
- The Antelope - Oklahoma City, Oklahoma - Kansas City, Missouri
- Atlantic Express (passagier trein) - Los Angeles, California - Kansas City, Missouri (dit was de oostwaartse versie van de Los Angeles Express).
- California Express - Chicago, Illinois - Kansas City, Missouri - Los Angeles, California
- California Fast Mail - Chicago, Illinois - Los Angeles, California - San Francisco, California
- California Limited - Chicago, Illinois - Los Angeles, California
- California Special - Clovis, New Mexico - Houston, Texas (met doorgang connecties naar California via the San Francisco Chief at Clovis)
- Cavern (passagier trein) - Clovis, New Mexico - Carlsbad, New Mexico (connectie met de Scout).
- Centennial State (trein) - Denver, Colorado - Chicago, Illinois
- Central Texas Express - Sweetwater, Texas - Lubbock, Texas
- Chicagoan (ATSF trein) - Kansas City, Missouri - Chicago, Illinois (dit was de oostgaande versie van de Kansas Cityan passagier trein).
- Chicago Express (passagier trein)” - Newton, Kansas - Chicago, Illinois
- Chicago Fast Mail - San Francisco, California - Los Angeles, California - Chicago, Illinois
- Chicago-Kansas City Flyer - Chicago, Illinois - Kansas City, Missouri
- The Chief (trein) - Chicago, Illinois - Los Angeles, California
- Eastern Express (passagier trein) - Lubbock, Texas - Amarillo, Texas (Dit was de oostwaartse versie van de West Texas Express).
- El Capitan (trein) - Chicago, Illinois - Los Angeles, California
- El Pasoan - El Paso, Texas - Albuquerque, New Mexico
- El Tovar (passagier trein) - Los Angeles, California - Chicago, Illinois (via Belen)
- Fargo Fast Mail/Express ' - Belen, New Mexico - Amarillo, Texas - Kansas City, Missouri - Chicago, Illinois
- Fast Fifteen - Newton, Kansas - Galveston, Texas
- Fast Mail Express - San Francisco, California (via Los Angeles) - Chicago, Illinois
- Golden Gate (trein) - Oakland, California - Bakersfield, California met gecoördineerde verbinding (bus) dienst naar Los Angeles en San Francisco
- Grand Canyon Limited - Chicago, Illinois - Los Angeles, California
- Hopi (passagier trein) - Los Angeles, California - Chicago, Illinois
- Kansas Cityan - Chicago, Illinois - Kansas City, Missouri (dit was de westwaartse versie van de Chicagoan passagier trein).
- Kansas City Chief - Kansas City, Missouri - Chicago, Illinois
- Los Angeles Express (passagier trein): Chicago, Illinois - Los Angeles, California (dit was de westwaartse versie van de Atlantic Express).
- Missionary (passagier trein) - San Francisco, California - Belen, New Mexico - Amarillo, Texas - Kansas City, Missouri - Chicago, Illinois
- Navajo (trein) - Chicago, Illinois - San Francisco, California (via Los Angeles)
- Oil Flyer - Kansas City, Missouri - Tulsa, Oklahoma with through sleepers to Chicago via other trains
- Overland Limited (ATSF trein) - Chicago, Illinois - Los Angeles, California
- Phoenix Express - Los Angeles, California - Phoenix, Arizona
- The Ranger (passagier trein) - Kansas City, Missouri - Chicago, Illinois
- Golden Gate (trein) - San Diego, California - Los Angeles, California - San Francisco, California (dit was de noordwaartse versie van de "Angel")
- San Diegan (trein) - Los Angeles, California - San Diego, California
- San Francisco Chief - San Francisco, California - Chicago, Illinois
- San Francisco Express - Chicago, Illinois - San Francisco, California (via Los Angeles)
- Santa Fe de Luxe - Chicago, Illinois - Los Angeles, California - San Francisco, California
- Santa Fe Eight - Belen, New Mexico - Amarillo, Texas - Kansas City, Missouri - Chicago, Illinois
- The Scout (trein) - Chicago, Illinois - San Francisco, California (via Los Angeles)
- South Plains Express - Sweetwater, Texas - Lubbock, Texas
- Super Chief - Chicago, Illinois - Los Angeles, California
- The Texan (passagier trein) - Houston, Texas - New Orleans, Louisiana (op de Gulf, Colorado and Santa Fe Railway(GC&SF) tussen Galveston, Texas en Houston, dan via de Missouri Pacific Railroad tussen Houston en New Orleans).
- Texas Chief (trein) - Galveston, Texas (op de Gulf, Colorado and Santa Fe Railway(GC&SF) - Chicago, Illinois
- Tourist Flyer - Chicago, Illinois - San Francisco, California (via Los Angeles)
- The Tulsan (passagier trein) - Tulsa, Oklahoma - Kansas City, Mo. with through coaches to Chicago, Illinois via andere treinen (initially the Chicagoan/Kansas Cityan)
- Valley Flyer - Oakland, California - Bakersfield, California
- West Texas Express - Amarillo, Texas - Lubbock, Texas (dit was de westwaartse versie van de Eastern Express).
Speciale Treinen
Af en toe kreeg een speciale trein toestemming om over het traject van de Santa Fe te rijden. Deze speciale treinen werden niet in het spoorwegs regelmatige dienst line-up inbegrepen, maar waren bedoeld als eenmalige (en meestal one-way) dienst op de spoorlijn. Enkele van de meer opmerkelijke specials zijn:
- Cheney Special - Colton, California - Chicago, Illinois (a one-time train that ran in 1895 on behalf of B.P. Cheney, a director of the Santa Fe).
- Clark Special - Winslow, Arizona - Chicago, Illinois (a one-time train that ran in 1904 on behalf of Charles W. Clarke, the son of then-Arizona senator William Andrew Clarke).
- David B. Jones Special - Los Angeles, California - Chicago, Illinois en naar Lake Forest, Illinois (a one-time, record-breaking train that ran between May 5 to 8, 1923, on behalf of the president of the Mineral Point Zinc Company).
- Huntington Special - Argentine, Kansas - Chicago, Illinois (a one-time train that ran in 1899 on behalf of Collis P. Huntington).
- H.P. Lowe Special - Chicago, Illinois - Los Angeles, California (a one-time, record-breaking train that ran in 1903 on behalf of the president of the Engineering Company of America).
- Miss Nellie Bly Special - San Francisco, California - Chicago, Illinois (a one-time, record-breaking train that ran in 1890 on behalf of Nellie Bly, a reporter for the New York World newspaper).
- Peacock Special - Los Angeles, California - Chicago, Illinois (a one-time train that ran in 1900 on behalf of A.R. Peacock, vice-president of the Carnegie Steel and Iron Company).
- Scott Special Los Angeles, California - Chicago, Illinois (the most well-known of Santa Fe's "specials," also known as the Coyote Special, the Death Valley Coyote, and the Death Valley Scotty Special: a one-time, record-breaking train that ran in 1905, essentially as a publicity stunt).
- Wakarusa Creek Picnic Special - Topeka, Kansas - Pauline, Kansas (a one-time train that took picnickers on a 30-minute trip, at a speed of 14 miles-per-hour, to celebrate the official opening of the line on April 26, 1869).
Kleurschema’s
Stoomlocomotieven
Santa Fe geëxploiteerd een grote en uiteenlopende vloot van stoomlocomotieven. Onder hen was de 2-10-2 "Santa Fe", oorspronkelijk gebouwd voor de spoorweg door Baldwin Locomotive Works in 1903. De spoorweg zou uiteindelijk de grootste vloot van deze 2-10-2 hebben namelijk meer dan 300. Afgezien van de 2-10-2, had de Santa Fe vrijwel elk type stoomlocomotief denkbaar, waaronder 4-4-2 Atlantics, 2-6-0 Moguls, 2-8-0 consolidaties, 2-8-2 Mikados, 2-10-0 Decapods, 2-6-2 Prairies, 4-8-4 Northerns, 4-6-4 Hudsons, 4-6-2 Pacifics, 4-8-2 Mountains, 2-8-4 Berkshires, en 2-10-4 Texas. De spoorlijn had ook een vloot van zware gelede stoomlocomotieven, met inbegrip van het Mallet type 1158 klasse 2-6-6-2s, 2-8-8-0s, 2-10-10-2s, 2-8-8-2s en de zeldzame 4-4-6-2.
Terwijl de meeste stoomlocomotieven van de Santa Fe met pensioen gingen en als schroot verkocht werden, een handvol van deze locomotieven werden gered en een paar eindigde als opmerkelijke locomotieven. Onder hen is Santa Fe 3751, een 4-8-4 Northern type, gebouwd door Baldwin in 1927 welke eerst een statische display was in Viaduct Park in de buurt van het depot van de ATSF te San Bernardino, Californië. In 1981 werd de San Bernardino Railroad Historical Society opgericht met de bedoeling voor het herstel en operationele maken van de 3751. Vier jaar later, bereikt ze hun doel toen 3751 werd verkocht aan hen met de voorwaarde dat de SBRHS de locomotief moest restaureren en bedienen. In 1986, werd 3751 verplaatst van zijn display naar California Steel Industries, waar het werd gerestaureerd tegen een kostprijs van €1,33 miljoen.
In 1991 opereerde de stoomlocomotief weer voor het eerst in 38 jaar, ze voerde samen met twee Santa Fe FP45s en 16 personenrijtuigen op een 4-daagse reis van Los Angeles Bakersfield. Sindsdien heeft het talloze excursies en speciale trips gedaan en ging naar vele evenementen. De meer moderne Santa Fe 2926, een andere 4-8-4 welke ook geleverd werd door Baldwin in 1944 en gebaseerd was in Albuquerque, New Mexico, werd gerestaureerd voor de New Mexico Steam Locomotive and Rail Historical Society of Albuquerque, er werden 114.000 manuren aan gewerkt en koste €1,51 miljoen met gedoneerde geld voor haar restauratie in 2002.
Diesellocomotieven
Passagiers
De eerste set van dieselelektrische personenrijtuig locomotieven van Santa Fe werd in dienst genomen in service op de Super Chief in 1936, en bestond uit een paar stompe-neus eenheden (EMC 1800 PK B-B) aangewezen als Nos. 1 en 1A. Het bovenste gedeelte van de zijkanten en de uiteinden van de eenheden waren goud geschilderd, terwijl het onderste gedeelte een donker olijf groene kleur had waarbij ook een olijf groene streep liep langs de zijkanten die verbreed uitliep naar de voorkant van de locomotief.
Op de zijkanten van de eenheden waren metalen naam platen geklonken die een groot logo bevatte met "Indian Head" erop, die zijn oorsprong op de 1926 Chief "drumhead" logo. Op de voorkant bevond zich een naam plaat met "Super Chief" erop. Het dak had een licht leisteen grijs kleur met een omranding van een rode krijtstreep. Deze unieke combinatie van kleuren heette de gouden Olive kleurstelling. Alvorens het in service kwam, vergrote Sterling McDonald's General Motors Styling afdeling de look door toevoeging van rode en blauwe striping langs de zijkanten en de uiteinden van de eenheden teneinde hun verschijning te verbeteren.
In iets meer dan een jaar, zou de EMC E1 (een nieuwe en verbeterde gestroomlijnde locomotief) zou de Super Chief en andere passagier samenstellingen trekken, schitterend in de inmiddels beroemde Warbonnet kleurstelling bedacht door Leland Knickerbocker van de GM kunst en kleur sectie. Het ontwerp is beschermd onder US Patent D106, 920, dat verleend werd op 9 November 1937. Het ontwerp doet tevens denken aan een Indiaanse ceremoniële hoofdtooi en bestond uit een rode "behuizing" die rond de voorkant doorliep bovendien werd die omgeven door een gele streep en zwart krijtstreep. De omvang van de behuizing voorkant varieerde bij het locomotief model, en werd grotendeels bepaald door de vorm en de lengte van de behuizing. De rest van de eenheid was ofwel zilver geschilderd of samengesteld uit roestvrijstalen panelen.
Alle eenheden droegen een embleem van de neus die bestaat uit een langwerpige gele "Cirkel en Cross" embleem met integraal "tabs" op de neus en de zijkanten, zijn geschetst, alsmede met accenten met zwarte pinstripes, met afwijkingen volgens de locomotief model. Op het embleem werd "SANTA FE" horizontaal in het zwart weergegeven in Art Deco-stijl belettering. Het embleem werd bekend als de "sigaar band" vanwege zijn griezelige gelijkenis aan de zelfde. Op alle, met uitzondering van de "Erie-gebouwde" eenheden (die zijn in wezen uitgevoerd als een demonstratie set), GE U28CG, GE-U30CG en FP45 eenheden, liep een driedelige gele en zwarte streep op de neus achter de band.
Een "Cirkel en Cross" motief (bestaande uit een geel veld, met rode kwadranten, geschetst in zwart-wit) werd geschilderd rond de zijramen op "als-delivered" E1 eenheden. Vergelijkbare ontwerpen werden toegevoegd aan EMD E3s, EMD E6s, DL109/110 locomotief reeks en ATSF 1A, nadat het werd herbouwd en vernieuwd. De zijkanten op de eenheden heeft meestal de woorden "SANTA FE" in het zwarte, met de afmetingen 5"– of 9" – hoogte Railroad Roman letters, evenals het "Indian Head"-logo met een paar opmerkelijke uitzonderingen.
Source: Pelouze, Richard W. (1997). Trademarks van de Santa Fe Railway. De Santa Fe Railway Historical and Modeling Society, Inc., Highlands Ranch, Colorado pp. 47–50.
In latere jaren, paste Santa Fe zijn regeling aan op haar gas-elektrische "Doodlebug (spoor auto)" eenheden. De standaard voor alle Santa Fe passagier locomotieven, wordt het bedrijfslogo van de Warbonnet gezien als de meest erkende in de spoorwegen-industrie door velen. Vroeg na de oprichting van Amtrak in 1971,begon Santa Fe aan een programma om de rode behuizingen over te schilderen op de F-eenheden met geel (ook wel Yellowbonnets) of donkerblauw (bijgenaamd Bluebonnets), deze deden nog steeds hun passagier service.
Goederen
Diesels die tussen 1935 en 1960 gebruikt werden als rangeerlocomotieven waren zwart met slechts een dunne witte of zilveren horizontale accent streep (de dorpels waren ook hetzelfde) geschilderd. De letters "A.T.& S.F." werden in een klein lettertype gecentreerd op de zijkanten van de eenheid, dit was het standaard blauwe en witte "Santa Fe" logo. Na de Tweede Wereldoorlog, werden er diagonale witte of zilveren strepen toegevoegd aan de uiteinden en de cabine kanten om zo de zichtbaarheid te vergroten op de niveau kruisingen (Bruggen) dit werd meestal aangeduid als de Zebra Stripe scheme. Langs de zijkant van de eenheid net boven de accent strepen werd "A.T.& S.F." geplaatst met het blauwe en witte "Santa Fe" logo vak er onder.
Als gevolg van het ontbreken van overvloedige waterbronnen in de Amerikaanse woestijn behoorde de Santa Fe Railway tot een van de eerste spoorwegen die een groot aantal gestroomlijnde diesellocomotieven, in de vorm van de EMD FT, gebruikte in de goederen dienst. Voor de eerste groep van FTs, afgeleverd tussen December 1940 en maart 1943 (#100 – #119), selecteerde de spoorweg een kleurenschema, dat bestaat uit donker blauw geaccentueerd door een bleke gele streep op de neus en lichtgeel hoogtepunten rond de cabine en langs de roosters en het framewerk van de openingen in de zijkanten van het motorcompartiment, een dunne rode streep scheidde de blauwe gebieden van de gele.
Vanwege een geschil met de Brotherhood of Locomotive Engineers, die erop aandrong dat elke cabine in een dieselelektrische locomotief samenstelling bemand moet worden, werden de FT sets #101-#105 geleverd in sets van de A-B-B-B, in plaats van A-B-B-A die gebruikt werden in de rest van de Santa Fe FT’s. Santa Fe won dit arbeid geschil en de FT sets vanaf #106 werden verder geleverd als A-B-B-A eenheden.
De naam SANTA FE werden toegepast in de kleur geel in een 5"-hoog lettertype, en gecentreerd op de neus was het "Santa Fe" logo (aanvankelijk bestaande uit een blauwe kruis, cirkel en vierkant geschilderd op een massief bronzen schild, maar later veranderd naar brons geschilderde staalplaten met de blauwe identificatie elementen er boven op). Drie dunne, bleke gele strepen (bekend als de snorharen van een kat) verlengd ten opzichte van het logo op de neus en rond de zijkanten van de cabine. In januari 1951 herzag de Santa Fe het kleurschema bestaande uit drie gele strepen naar de neus, met de toevoeging van een blauwe en gele sigaar Band (vergelijkbaar in grootte en vorm die toegepast werden op de passagiers-eenheden), de blauwe achtergrond en een verlengde gele "SANTA FE" belettering werden gehandhaafd.
De woorden SANTA FE werden toegepast in geel in een 5"-hoge uitgebreide lettertype, en gecentreerd op de neus was het "Santa Fe" vak logo (aanvankelijk bestaande uit een blauwe kruis, cirkel en vierkant geschilderd op een massief bronzen blad, maar later veranderde naar gebakken staalplaten geschilderd brons met de blauwe identificeren elementen toegepast op de top). Drie dunne, bleke gele strepen (bekend als de snorharen van de kat) verlengd ten opzichte van het logo van de neus rond de zijkanten van de cabine. In januari 1951 herzien Santa Fe de regeling bestaat uit drie gele strepen aangelopen aan de neus, met de toevoeging van een blauwe en gele sigaar Band (vergelijkbaar in grootte en vorm die toegepast op de passagiersinformatie-eenheden); de blauwe achtergrond en een verlengde gele "SANTA FE" belettering werden gehandhaafd.
In de jaren 1960 tot en met 1972 waren er niet-gestroomlijnd goederen locomotieven waarin de eenheden overwegend donker blauw met gele uiteinden en versiering, met een enkele gele accent krijtstreep waren. De woorden "Santa Fe" was geplaatst in geel in een grote Cooper Black lettertype logo op de zijkanten van de locomotief onder de accent streep (behalve voor de rangeerplaats switchers die de "SANTA FE" in kleiner geel letters type boven de accentueert streep had, enigszins vergelijkbaar met het kleurschema met de Zebra streep weergave).
Van 1972 tot 1996, en zelfs in het BNSF tijdperk neemt het bedrijf een gele kleur kleurstelling aan op hun locomotieven(wat doet denken aan het voormalig Warbonnet schema) die vaak onder railfans bekend staat als de "Yellowbonnet", het doel was opnieuw om de zichtbaarheid te verbeteren. De draaistellen die eerst zwart gekleurd waren, werden nu zilver geverfd.
In 1989, Santa Fe was opgewekt van de "Warbonnet" kleurschema en zette het kleurschema gemodificeerd voort op twee FP45 eenheden, #5992 en #5998 ("Santa Fe" gat het in billboard-stijl met rode letters over de zijkant weer). De eenheden werden over genummerd naar #101 en #102 en hun service begon opnieuw op 4 juli 1989 als onderdeel van de nieuwe "Super Fleet"-campagne (de eerste Santa Fe eenheden werden zo ingericht voor goederenvervoer). De zes resterende FP45 eenheden werden daarna ook vernieuwd en opnieuw genummerd. Vanaf dat punt af, droegen alle nieuwe locomotieven rood en zilver, en velen behielden dit kleurenschema na de fusie van de Burlington Northern Santa Fe, sommige met "BNSF" over hun zijden weergegeven.
Voor de eerste leveringen van fabriek nieuwe "Super Fleet" apparatuur, nam de Santa Fe levering van de EMD-GP60M, GP60B en General Electric B40-8W aan, waardoor Santa Fe de enige Amerikaanse Class 1 spoorweg was die nieuwe 4-assige (B-B) goederen locomotieven had die uitgerust waren met de Noord-Amerikaanse veiligheid cabine. Deze eenheden waren bedoeld voor intermodale hogesnelheidsdienst, maar naar de laatste dagen van de spoorweg, konden ze gevonden worden bij lokale treinen en branchline diensten.
Verschillende experimentele en herdenking kleurschema’s werden uitgevoerd tijdens het Santa Fe diesel tijdperk. Een combinatie was ontwikkeld en gedeeltelijk uitgevoerd in afwachting van een fusie tussen de ondernemingen van de Santa Fe en Southern Pacific (SP) spoorwegen in 1984. De rode, gele en zwarte kleurstelling (met de grote gele blokletters "SF" aan de zijkanten en de uiteinden van de eenheden; bleef er nog ruimte over om voorafgaand aan de SF de voltooien van het geplande gecombineerde SPSF uit te voeren) van de voorgestelde Southern Pacific Santa Fe Railroad (SPSF) is bekend komen te staan onder de railfans als de Kodachrome kleurstelling, vanwege de gelijkenis in kleuren van de Eastman Kodak Company. Een gemeenschappelijk grap onder railfans is dat "SPSF" echt staat voor " Shouldn't Paint So Fast." Alhoewel de toepassing van de fusie later werd ontkend door het ICC, kunnen locomotieven met dit kleurenschema nog steeds af en toe worden gevonden in lease service.
Externe links
- The Santa Fe Railway Historical & Modeling Society
- [Santa Fe All-Time Steam Roster Lijst van stoomlocomotieven van de Santa Fe Railway]
- Lijst van Santa Fe Preserved Locomotieven
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |