Württembergse D
Württembergse D Etat 230.9 PKP Ok102 | |
---|---|
Spoorwegmij's | K.W.Sts.E. Etat PKP |
Bedrijfsnummers | K.W.Sts.E.: 421-434 Etat: 230.985 - 230.986 PKP: Ok102-1 t/m Ok102-4 |
Fabrikanten | Esslingen |
Aantal gebouwd | 14 stuks |
Bouwjaren | 1898-1905 |
Asvorm | 2'C n4v |
Wiel diameters | Drijfwielen:Ø 165 cm Voorloop:Ø 85 cm |
Lengte loc | 16.920 mm |
Keteldruk | 14 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | 162 m2 |
Dienstgewicht | 64,5 t |
Max.snelheid | 90 km/h |
Remmen | stoomrem |
Uitdienst | DR: 1924 Etat: 1930-1934 PKP: 1936 |
Stoomlocomotief Württembergse D
De Württembergse D locomotieven waren sneltrein locomotieven van de Königlich Württembergischen Staats-Eisenbahnen (K.W.St.E.). De locomotieven waren 4 cilinder locomotieven met een 2ʼC as-indeling. De type “D” aanduiding was daarvoor al in gebruik geweest voor de oude klasse IV en vanaf 1864 voor de versterkte klasse III en V evenals de sneltrein locomotieven die tussen 1868 en 1969 gebouwd waren en later als Württembergse B heringedeeld werden.
Ontwikkeling en Bedrijf
Eind jaren 1890 had de K.W.Sts.E. behoefte aan krachtige locomotieven voor de steeds zwaardere sneltreindiensten op het steile traject van Ulm over Stuttgart naar Bretten. Tussen 1898 en 1905 werden hiervoor n totaal 14 klasse D locomotieven gebouwd door de Maschinenfabrik Esslingen, welke bij de K.W.Sts.E. de bedrijfsnummers 421 t/m 434 kregen. De locomotieven hadden 3 gekoppelde assen en vier-cilinder aandrijving van het type de Glehn. Ze haalden met een 250 ton zware trein op een traject met een stijgingspercentage van 10 promille nog een snelheid van 60 km/h. Op een vlak traject was hun snelheid 90 km/h.
Na de eerste Wereldoorlog werden 8 exemplaren overgenomen door de Deutsche Reichsbahn, waar ze ingedeeld werden als bouwserie 38 met de bedrijfsnummers 38 101 t/m 38 108. De locomotieven werden echter al in 1924 geschrapt en hebben geen dienst gedaan bij de DR. Twee locomotieven (426 en 429) moesten na de 1e Wereldoorlog worden afgestaan aan Frankrijk. De locs kwamen bij de Chemin de fer de lʼEtat in dienst als Serie 230.9 met de bedrijfsnummers 230.985 en 230.986. De laatste werd in 1930 ter zijde gesteld en de 230.985 in 1934. De overige 4 locomotieven (423, 425, 430 en 432) belanden bij de Polskie Koleje Państwowe (PKP). Ze werden ingedeeld als P8W omdat ze dezelfde asindeling hadden als de Pruisische P 8. In 1926 werden ze echter heringedeeld als Ok102. De loc 423 was echter toen al ter zijde gesteld, waardoor er maar 3 als Ok102 werden ingedeeld. In 1936 werden de locomotieven bij de PKP ter zijde gesteld.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Helaas zijn alle exemplaren van de Württembergse D verschroot.
Bronnen:[1]
Verwijzingen
Intern
- Königlich Württembergischen Staats-Eisenbahnen (K.W.St.E.)
- Overzicht Grootspoor Materieel Königlich Württembergische Staats-Eisenbahnen
Extern
Diverse Stoomlocomotieven Württembergse D
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
Grootspoor rijdend materieel Königlich Württembergischen Staats-Eisenbahnen (K.W.St.E.)
|