Overzicht Grootspoor Materieel Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '== Overzicht Grootspoor Materieel Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.) == {{Meebezig}} Deze pagina geeft een overzicht van Grootspoor Materieel ...') |
|||
Regel 163: | Regel 163: | ||
|[[Badische III|III]]<br/>tot 1868: XII || 1861–1865 || 41 stuks || ~ 1904 || Personentrein locomotief | |[[Badische III|III]]<br/>tot 1868: XII || 1861–1865 || 41 stuks || ~ 1904 || Personentrein locomotief | ||
|- | |- | ||
− | + | |[[Bestand:Commons-Badische_IIIa_1035.png|150px|center]] | |
+ | |[[Badische III a|III a]] || 1869–1875 || 49 stuks || ? || Personentrein locomotief | ||
+ | |- | ||
+ | | | ||
+ | |[[Badische III b|III b]] || 1881–1897 || 70 stuks || ? || Personentrein locomotief<br/>Ombouw uit [[Badische III]] en [[Badische III a]] | ||
+ | |- | ||
+ | |[[Bestand:Commons-Badische_IVa_245.png|150px|center]] | ||
+ | |[[Badische IXV (oud)|IV a]]<br/>tot 1868: XIV || 1866–1870 || 46 stuks || ~ 1900 || Personentrein locomotief | ||
+ | |- | ||
+ | |[[Bestand:Commons-Badische IVb 340.png|150px|center]] | ||
+ | |[[Badische IV b|IV b]] || 1873–1874, 1888–1892 || 20 stuks || 1901–1910 || Personentrein locomotief | ||
+ | |- | ||
|} | |} | ||
Versie van 8 sep 2018 14:24
Overzicht Grootspoor Materieel Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.)
Mee bezig Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt. Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen. |
Deze pagina geeft een overzicht van Grootspoor Materieel Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.) van het Groothertogdom Baden, een Duitse spoorwegonderneming die bestond in de periode tussen 1872 en 1920.
De Badische Staatsbahn had tussen 1840 en 1920 in totaal 1681 Locomotieven. De piek in het locomotief bestand werd rond 1920 bereikt, met 915 locomotieven. In het reorganisatieplan van de Duitse Reichsbahn werden in 1925 620 locomotieven opgenomen in het nummerplan van de Deutsche Reichsbahn.
Klasse indeling
Bij de Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen werden de locomotieven ingedeeld in klasse's en kregen ze een nummer en een naam. De toegewezen namen kwamen uit het dierenrijk, geografie (rivieren, bergen, steden) en ook uit personen. Omdat de keuze van de naam steeds moeilijker werd bij de verdere aanschaf, werd vanaf 1868 bij de locomotief met het nummer 218 afgezien van een naamgeving. In 1882 werden alle naamschilden verwijderd.
De nummers werden doorlopend toegekend. Als locomotieven uit dienst werden genomen, werden de vrijgegeven nummers toegewezen aan de volgende nieuwe locomotieven. Tot 1882 werd de naam ook overgenomen. In 1872 werd geprobeerd om de nummerreeks van de locomotieven binnen de klasses in te delen. De bedrijfsnummers werden uitgewisseld met behoud van de namen. Omdat in de praktijk de voordelen beperkt waren, werd deze indeling vijf jaar later verlaten. Vanaf de jaren 1880 probeerde de staatsspoorwegen opnieuw om de bedrijfsnnummers een beetje te ordenen. Eerst werden rangeerlocomotieven met nummers vanaf 500 gebruikt. Toen deze drempel werd bereikt bij het normale bestand, kregen de locomotieven 600 nummers en later weer 1000 nummers.
In tegenstelling tot andere spoorwegen zijn generieke namen ingevoerd sinds het begin van de exploitatie. Voor elke nieuwe serie is een nieuw generiek nummer toegekend. Tot 1868 ontstonden de klasses I tot XIV en in 1868 werd een nieuw systeem geïntroduceerd. Locomotieven met dezelfde kenmerken of vereisten werden gecombineerd.
Bouwserie/Klasse | Type |
---|---|
I | Lichte Tenderlocomotieven |
II | Nieuwere Sneltrein locomotieven met tweevoudig gekoppelde assen |
III | Oudere Sneltrein locomotieven met tweevoudig gekoppelde assen |
IV | Personentrein- en Sneltrein locomotieven drievoudig gekoppelde assen |
V | Oudere Locomotieven voor gemende treinen |
VI | Nieuwere Personentrein tenderlocomotieven |
VII | Goederenlocomotieven met drievoudig gekoppelde assen |
VIII | Goederenlocomotieven met viervoudig gekoppelde assen |
IX | Tandradlocomotieven |
X | Zware Rangeerlocomotieven, Kraanlocomotieven |
De tot dan toe in het oude schema ingedeelde locomotieven werden dienovereenkomstig in de nieuwe bouwseries/klasses overgenomen. Voor een beter onderscheid zijn in het volgende overzicht de oude klasses cursief weergegeven.
oude bouwserie/klasse Schema | nieuwe bouwserie/klasse Schema |
---|---|
Ia, Ib, Ic | IIa (ex Ic); andere reeds ter zijde gesteld |
II | IIb |
IIIa, IIIb, IIIc | IIb (ex IIIc); andere reeds ter zijde gesteld |
IV | IIb |
V | Vb |
VI | reeds ter zijde gesteld |
VII | Vc |
VIII | Vc |
IX | IIa |
Xa, Xb, Xc, Xd | VI (ex Xc); VIIa (ex Xd); VIIb (ex Xa, Xb) |
XI | Va |
XII | III |
XIII | Ia |
XIV | IVa |
Door de toevoegingen van kleine letters „a“ t/m „h“ werd onderscheid aangebracht in bouwserie varianten. Aanvullend werd elke geleverde serie nog met een superscript Index gekenmerkt.
Zo is de VIb10 de 10e Levering van Personentrein tenderlocomotieven van de bouwserie VIb.
Afkortingen
Onderstaand een overzicht van gebruikte afkortingen:
- Bad.StB. - Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen
Overzicht Stoomlocomotieven
Breedspoor beginperiode
Deze locomotieven werden oorspronkelijk gebouwd voor het 1600 mm breedspoor van Baden, welke werden herbouwd tijdens de spooraanpassingen in 1854, voornamelijk naar normaal formaat. Geen enkele van deze breedspoor locomotieven werd opgenomen in het bestand van de Deutsche Reichsbahn.
Afbeelding | Bouwserie tot 1868 | Bouwserie vanaf 1868 | Bouwjaar | Aantal | Uit dienst | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|---|
I a (oud) | 1839–1843 | 6 stuks | 1856 / 1865 | Universele locomotief | ||
I b (oud) | 1842–1843 | 9 stuks | 1867 | Universele locomotief | ||
II | IIb (oud) | 1843–1844 | 4 stuks | 1865–1872 | Universele locomotief | |
III a | 1844 | 5 stuks | 1864–1867 | Universele locomotief | ||
III b | 1844 | 5 stuks | 1864–1865 | Universele locomotief | ||
III c | IIb (oud) | 1845 | 8 stuks | 1867–1872 | Universele locomotief | |
IV | IIb (oud) | 1845 | 5 stuks | 1867–1872 | Universele locomotief | |
V | Vb (oud) | 1845 | 5 stuks | 1875 | Universele locomotief | |
VI | 1845 | 8 stuks | 1865–1868 | Universele locomotief | ||
VII | Vc | 1846 | 4 stuks | 1869 | Universele locomotief | |
VIII | Vc | 1847, 1846 | 7 + 1 stuks | 1877/1883, 1867/1868 | Universele locomotief |
Personen- en sneltrein locomotieven
Afbeelding | Bouwserie | Bouwjaar | Aantal | Uit dienst | Opmerking |
---|---|---|---|---|---|
II a (oud) tot 1868: IX |
1854-1863 | 26 stuks | 1875–1903 | Sneltrein locomotief | |
II a (oud) tot 1868: Ic |
1856 | 3 stuks | 1877–1884 | Sneltrein locomotief | |
II a | 1888–1890 | 24 stuks | 1925 | Sneltrein locomotief | |
II b | 1891 | 10 stuks | ~ 1925 | Sneltrein locomotief | |
II c | 1892–1900 | 35 stuks | ~ 1925 | Sneltrein locomotief | |
II d | 1902–1905 | 18 stuks | ~ 1925 | Sneltrein locomotief | |
III tot 1868: XII |
1861–1865 | 41 stuks | ~ 1904 | Personentrein locomotief | |
III a | 1869–1875 | 49 stuks | ? | Personentrein locomotief | |
III b | 1881–1897 | 70 stuks | ? | Personentrein locomotief Ombouw uit Badische III en Badische III a | |
IV a tot 1868: XIV |
1866–1870 | 46 stuks | ~ 1900 | Personentrein locomotief | |
IV b | 1873–1874, 1888–1892 | 20 stuks | 1901–1910 | Personentrein locomotief |
Grootspoor rijdend materieel Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.)
|