Badense III a

Uit 3rail Wiki
Versie door Treinsmurf (overleg | bijdragen) op 11 okt 2019 om 12:13 (Nieuwe pagina aangemaakt met '<small> {| class="wikitable" style="float:right; width:24%;border color#4682B4" ! colspan="6" style= "background:#b24c4c; color:white" |'''Badense III a''' |- | col...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Badense III a
Badense III a
Spoorwegmij's Großherzoglich Badischen Staatsbahn
Bedrijfsnummers Nr. 230 - 236 271 - 275 276 - 285 42 - 46, 67, 70 356 - 361, 74
Fabrikanten MBG Karlsruhe MBG Karlsruhe Grafenstaden MBG Karlsruhe Grafenstaden
Aantal gebouwd 15 stuks 10 stuks 10 stuks 8 stuks 7 stuks
Bouwjaren 1869 1872 1873 1875 1875
Asvorm 2'Bn2
Wiel diameters Drijfwielen: Ø 183 cm
Voorloop: Ø 95 cm
Lengte loc incl. tender 13.290 mm 13.350 mm 13.351 mm 13.350 mm
Keteldruk 8 kg/cm2 9 kg/cm2
Verdampingsoppervlak 87,37 m² 99,01 m²
Dienstgewicht 31,60 t 34,80 t
Max.snelheid 60 km/h
Uitdienst ?
Remmen ?


Stoomlocomotief Badense III a

De Badense III a locomotieven van de Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.) waren sneltrein locomotieven.

Ontwikkeling en Bedrijf

Gebaseerd op de constructie van het Badense III locomotieven ontstonden de locomotieven van de Badense IIIa. Het loopwerk en de aandrijving bleven vrijwel ongewijzigd. Wel kreeg de Badische IIIa een krachtiger ketel. Met deze locomotieven werd het einde van de technische ontwikkeling van 2B locomotieven vooralsnog bereikt.

In de jaren 1881 tot 1891 werden in totaal 70 locomotieven van de Badense III en III a herbouwd en geclassificeerd als Badense III b. Ze kregen een ketel met een groter roosteroppervlak van 1,31 m² en een grotere stoomkoepel. Tegelijkertijd werd een bufferbalk toegevoegd, waardoor de overhanging aan de voorkant toenam. De conversie vergrootte de wrijvingsmassa tot 19 t. De belangrijkste verandering was de installatie van een Belpaire-ketel met een vlak plafond voor de vuurhaard in plaats van de hoge Crampton-ketel. De stoomkoepel werd verplaatst naar het laatste ketelschot. De inlaatpijpen in de cilinders werden binnen de rookkamer geleid.

De locomotieven waren uitgerus met een sleeptende van het type 2 T 5.67 of 2T 6.7.

Waar zijn deze locomotieven nog te zien?


Bronnen:[1]

Verwijzingen

Intern

Extern

Diverse Stoomlocomotieven Badense III a


Bronnen, Referenties en/of Voetnoten


Modellen

  • Er zijn nog geen H0-modellen bekend van de Badense III a.


Stoomlocomotieven: Ia (oud) - Ib (oud) - Ic (oud) - II (oud) - IIIa (oud) - IIIb (oud) - IIIc (oud) - IV (oud) - V (oud) - VI (oud) - VII (oud) - VIII (oud) - Xc (oud) - Xd (oud) -IX (oud) - Xa (oud) - XI (oud) - XII (oud) - XIV (oud)

IIa - IIb - IIc - IId - III - IIIa - IIIb - IVa - IVb - IVc - IVe - IVf - IVg - IVh - Va - VI - Pr.P8 - VIIa - VIIb - VIIb - VIIc - VIId - VIIIa - VIIIb - VIIIc - VIIIe - G 12

Tenderlocomotieven: Ia - Ib - Ic - Id - Ie - If - Ig - IVd - Vb - VIa - VIb - VIc - VIIId - IXa - IXb - X - Xa - Xb
Elektr. locomotieven
(15 kV, 16,7 Hz):
A1 - A2 - A3 -
Treinstellen (Stoom): 133c - 121a
Treinstellen (Accu): 133d


Spoorwegmaatschappijen Duitse Keizerrijk
Baden (Bad.StB.) - Beieren (K.Bay.Sts.B.) - Elzas-Lotharingen - Hessen en Pruisen/Hessen (K.P.u.G.H.StE.) - Mecklenburg (M.F.F.E.) - Oldenburg (G.O.E.)
Pruisen (K.P.St.E.) - Saksen (K.Sächs.Sts.E.B.) - Württemberg (K.W.St.E.)