Badense II d
Badense II d | |
---|---|
Spoorwegmij's | Großherzoglich Badischen Staatsbahn |
Bedrijfsnummers | Nr. 733–750 |
Fabrikanten | Maffei MBG Karlsruhe |
Aantal gebouwd | 35 stuks |
Bouwjaren | 1902–1905 |
Asvorm | 2'B1' n4v |
Wiel diameters | Drijfwielen: Ø 210 cm Voorloop: Ø 99 cm Achter:Ø 120 cm |
Lengte loc incl. tender | 20.905 mm 21.015 mm (2e Serie) |
Keteldruk | 16 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | ? m² |
Dienstgewicht | 75,70 t |
Max.snelheid | 110 km/h (144 km/h) |
Uitdienst | 1925 |
Remmen | Westinghouse |
Stoomlocomotief Badense II d
De Badense II d locomotieven van de Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.) waren sneltrein locomotieven. De locomotieven waren bij hun bouw in 1902 de grootste stoomlocomotieven in Europa.
Ontwikkeling en Bedrijf
De Badische Staatseisenbahnen hadden als eis dat de nieuwe locomotieven een 200 ton zware trein met 100 km/h moesten kunnen trekken op een helling van 3,3 promille. Van de zeven ingediende concepten, kwam de firma Maffei met zijn ontwerp als winnaar naar voren. In totaal werden er 12 Badense II d locomotieven (nr. 733-744) vanaf 1902 gebouwd door Maffei en 6 exemplaren (nr. 745-750) in 1905 door de MBG Karlsruhe. Eén locomotief liep bij een ongeval dusdanig veel schade op dat deze in 1903 al werd gesloopt. In april 1904, bereikte een Badense II d tijdens een testrit tussen Offenburg en Freiburg met een 138 t zware trein een maximum snelheid van 144 km/h, Dit was een Duits record voor stoomlocomotieven, dat in 1907 door de Beierse S 2/6 werd overtroffen. In tegenstelling tot de S 2/6 was de Badense II d echter een productie locomotief en niet speciaal ontworpen als hogesnelheidstrein. De locomotieven waren gestationeerd in Offenburg en werden ingezet op de zware sneltreindiensten. De dagelijkse kilometerstand bedroeg meer dan 700 km en jaarlijks ongeveer 140.000 km tesamen.
Na de Eerste Wereldoorlog werden 10 van de Badense II d locomotieven naar Frankrijk gestuurd als herstelbetaling. Deze werden in het bestand van de Chemins de fer de l'État opgenomen en kregen de bedrijfsnummers 221-901 t/m 221-910. Deze 10 locomotieven werden in 1934 ter zijde gesteld.
Bij het ontstaan van de Deutsche Reichsbahn, werden nog 7 exemplaren opgenomen in het bestand. De locomotieven werden ingedeeld als bouwserie 14 en zouden de bedrijfsnummer 14 401 t/m 14 403 en 14 451 t/m 14 454 krijgen. Tot hernummering van de locomotieven kwam het niet aangezien de locomotieven in 1925 ter zijde werden gesteld.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Alle locomotieven van de Badense II d zijn helaas verschroot.
Bronnen:[1]
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Stoomlocomotieven Badense II d
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|
Grootspoor rijdend materieel Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.)
|
Spoorwegmaatschappijen Duitse Keizerrijk
|