Overzicht Grootspoor Materieel Königlich Bayerische Staats-Eisenbahnen: verschil tussen versies

Versie van 28 sep 2019 11:50

Overzicht Grootspoor Materieel Königlich Bayerische Staats-Eisenbahnen (K.Bay.Sts.B)

Deze pagina geeft een overzicht van Grootspoor Materieel van de Staatsspoorwegen in Beieren. Locomotieven van de Beierse Staatsspoorwegen, de Königlich Bayerische Staatseisenbahnen (K.Bay.Sts.B.), werden in de beginperiode standaard voorzien van een naam. Als naam werd een in Beieren of daarbuiten gelegen plaatsnaam, riviernaam, meer of bergnaam gebruikt, maar ook beroemde persoonlijkheden uit de kunst, wetenschap en mythologische figuren. Soms werden ook dierennamen toegepast. Daarnaast kregen locomotieven een intventarisnummer welke in kleine letters op de schoorsteen en op de achterzijde van de locomotief werden aangebracht. Het toekennen van naamschilden en inventarisnummers werd tot 1892 toegepast. Hierna schakelde men over naar baan en bedrijfsnummers.

Vanaf 1847 werd een klassificeringsschema ingevoerd waarbij de locomotieven werden ingedeeld in 5 groepen, aangemerkt middels een hoofletter.

A - Locomotieven met een enkele aangedreven as.
B - Locomotieven met 2 gekoppelde aandrijfassen.
C - Locomotieven met 3 gekoppelde aandrijfassen.
D - Tenderlocomoieven
E - Locomotieven met 3 gekoppelde aandrijfassen.

Verder werd een romeis cijfer aan deze hoofdindeling toegevoegd om de diverse bouwseries van elkaar te onderscheiden. In 1996 werd vanwege de aanschijf van locomotieven met een geleed aandrijfwerk, de indeling licht aangepast, waarbij deze locomotieven middels een 2e hoofdletter werden aangeduid:

AA - Locomotieven met een voorbelastingsas (locomotief met een aangedreven as en hefbare hulpas) BB - Mallet locomotieven (met 2 gekoppelde aandrijvingen).

Voor de differentiatie tussen dubbele en samengestelde locomotieven werd nog een extra kenteken toegevoegd in de vorm van een kleine letter.

Zw voor locomotieven met een dubbele aandrijving
Vbd voor locomotieven met een samengestelde aandrijving

Voorbeeld: B XI Zw en C IV Vbd.

Op de locomotieven zelf werd deze extra toevoeging niet aangebracht.

Smalspoor locomotieven werden in deze periode aangeduid met LE (Lokalbahn Eichstatt) aangevuld met een romeins cijfer en een inventarisnummer.

Bouwserie indeling K.Bay.Sts.B. vanaf 1901

Vanaf 1901 werd vanwege de ontwikkelingen in de locomotiefbouw een nieuwe hoofdindeling bedacht en ingevoerd:

De diverse bouwseries werden ingedeeld middels een hoofdletter:

S - Sneltrein locomotieven
P - Personentrein locomotieven
G - Goederentrein locomotieven
R - Rangeerlocomotieven
M - Motorwagens
E - Elektrische aangedreven locomotieven

Deze konden worden aangevuld met een extra (kleine) letter:

t - Tenderlocomotieven
z - Tandrad locomotieven
s - smalspoor locomotieven
L - Lokalbahn locomotieven

Daarnaast werd onderscheid aangebracht tussen Heißdampf- (H) en Naßdampf- (N) locomotieven middels een extra hoofdletter na het romeinse cijfer.

Voorbeeld: Pt 2/5 N - Personenlocomotief met 2 gekoppelde aandrijfassen en in totaal 5 assen en een "Naßdampf" ketel.

Deze nieuwe indeling werd alleen ingevoerd bij nieuw in dienst gestelde locomotieven, waardoor tot aan 1926, beide naamgevingssystemen naast elkaar gebruikt werden.

Afkortingen

Onderstaand een overzicht van gebruikte afkortingen:

Spoorwegondernemingen in Duitsland

AL - Reichseisenbahnen in Elsaß-Lothringen
Bad.StB. - Badische Staats-Eisenbahnen
DRG - Deutsche Reichsbahn Gesellschaft
G.O.E. - Großherzoglich Oldenburgische Staatseisenbahnen
M.F.F.E. - Großherzoglich Mecklenburgische Friedrich-Franz-Eisenbahn
K.Bay.Sts.B - Königlich Bayerische Staats-Eisenbahnen
K.P.u.G.H.StE. - Preußisch-Hessische Eisenbahngemeinschaft
K.P.St.E. - Königlich Preußische Staatseisenbahnen
K.Sächs.Sts.E.B. - Königlich Sächsische Staatseisenbahnen
K.W.St.E. - Königlich Württembergischen Staats-Eisenbahnen

Königlich Bayerische Staats-Eisenbahnen (K.Bay.Sts.B)

Overzicht Stoomlocomotieven

Mee bezig
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.

Bouwserie	Bouwjaar	Aantal	Uit dienst	Opmerking
A I	1841, 1844–1845	25 stuks	1859-1878	-
A II	1847–1848	13 stuks	1877	-
A III	1851–1852	4 stuks	1871	-
A IV	1852	8 stuks	1883	-
A V	1853–1854	24 stuks	1902	-
AA I	1896	1 stuks	1933	-
B I	1847–1850, 1859–1876	22 + 11 stuks	1896	-
B II	1851–1852	14 stuks	1879	-
B III	1852–1855	18 stuks	1897	-
B IV	1852–1853	10 stuks	1881	-
B V	1853–1862	94 stuks	1925	-
B VI	1863–1871	107 stuks	1923	-
B VII	1868	6 stuks	1877	-
B VIII	1872	6 stuks	1911	-
B IX	1870	4 stuks	1873	-
B IX²	1874-1887	104 stuks	1925	-
B X	1889-1891	14 stuks	1924	-
B XI Vbd	1895–1900	100 stuks	1931	-
B XI Zw	1892–1893	39 stuks	1926	-
BB I	1896	1 stuks	1923	-
BB II	1899–1908	31 stuks	1940	-
C I	1847–1850	5 stuks	1885–1896	-
C II	1857–1859, 1861–1868	5 stuks + 68 stuks	1906	-
C III	1868–1879, 1872–1874	239 stuks + 14 stuks	1925	-
C IV Vbd	1889–1897	100 stuks	1931	-
C IV Zw	1884–1892	87 stuks	1926	-
C V	1896, 1899–1901	42 stuks	1930	-
C VI	1899–1905	83 stuks	1935	-
D I	1871–1875	15 stuks	1923	-
D II	1873	4 stuks	1894	-
D II-2	1898–1904	73 stuks	1960	-
D III	1873	6 stuks	1897	-
D IV	1875–1897	132 stuks	1930	-
D V	1877–1878	10 stuks	1925–1928	-
D VI	1880–1894	53 stuks	1964	-
D VII	1880–1895	75 stuks	1935	-
D VIII	1888–1893, 1898–1903	10 + 9 stuks	1959	-
D IX	1888–1899	55 stuks	1932	-
D X	1890–1893	9 stuks	1931	-
D XI	1895–1912	139 stuks	1960	-
D XII	1897–1904	96 stuks	1948	-
E I	1895–1896, 1896–1897, 1899–1901	12 + 2 + 48 stuks	1924, 1923–1925	-
E I (Vauclain)	1899	2 stuks	1917–1919	-
G 3/4 H	1919–1921, 1922–1923	165 + 60 stuks	1966	-
G 3/4 N	1907–1909	37 stuks	1934	-
G 4/5 H	1915–1919	230 stuks	1933–1947	-
G 4/5 N	1905–1906	7 stuks	1927	-
G 5/5	1911, 1920–1924	15 + 80 stuks	1953	-
S 2/5	1904	10 stuks	1927	-
S 2/5(Vauclain)	1901	2 stuks	1923	-
S 2/6	1906	1 stuks	1925	-
S 3/5 N	1903–1907	39 stuks	1928	-
S 3/5 H	1906–1911	30 stuks	1948	-
S 3/6	1908–1913 1912 1914–1918 1923–1924 1926–1930	26 stuks 18 stuks 35 stuks 30 stuks 40 stuks	1969	-
P 2/4	1896 (1907)	1 stuks	1933	-
P 3/5 N	1905–1907	36 stuks	1938	-
P 3/5 H	1921	80 stuks	1955	-
Pt 2/3	1909	2 stuks	1963	-

Overzicht Elektrische locomotieven

Bouwserie	Bouwjaar	Aantal	Uit dienst	Opmerking
ES 1	1925, 1928–1933	10 + 11 stuks	1980	Bouwserie E 16/116
EP 1	1912	5 stuks	1939-1955	-
EP 2	1924–1926	29 stuks	1972	Bouwserie E 32/132
EP 3	1914-1915	4 stuks	1941–1943	Bouwserie E 36
EP 4	1915	4 stuks	1935-1937	Bouwserie E 36²
EP 5	1924–1925	35 stuks	1973	Bouwserie E 52/152
EG 1	1914	2 stuks	1937, 1941	Bouwserie E 73⁰
EG 2	1920	2 stuks	1950-1951	Bouwserie E 70²
EG 3	1924-1926	56 stuks	1968	Bouwserie E 77
EG 4	1923	2 stuks	1939/40	Bouwserie E 79
EG 4	1924–1927	20 stuks	1975	Bouwserie E 91/191

Overzicht Motorwagens/Treinstellen

Bouwserie	Bouwjaar	Aantal	Uit dienst	Opmerking
MCi	1901	1 stuks	1907	Accu-treinstel
MBCi	1904	1 stuks	?	Stoomtreinstel
MCCi	1906–1909	7 stuks	1920	Stoomtreinstel
MBCL	1907–1909	9 stuks	1950?	Elektrisch treinstel
MPL	1909	1 stuks	1956	Elektrisch treinstel
D4ielT (MCCi)	1924	4 stuks	1977	Elektrisch treinstel
D4ielT	1927–1932	32 stuks	1977	Elektrisch treinstel

@@ Regel 153: / Regel 153: @@
 |[[Bayerische C III|C III]] || 1868–1879, 1872–1874 || 239 stuks + 14 stuks|| 1925 || -
 |-
-|[[Bestand:WP Bayerische C IV.jpg|center|200px]]
+|
 |[[Bayerische C IV|C IV Vbd]] || 1889–1897 || 100 stuks || 1931 || -
 |-
-|
+|[[Bestand:WP Bayerische C IV.jpg|center|200px]]
 |[[Bayerische C IV|C IV Zw]] || 1884–1892 || 87 stuks ||  1926 || -
 |-