Bouwserie El 12: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{| class="wikitable" style="float:right; width:24%;" ! colspan="2" style="background:#ff9e23; color: black"| Bouwserie El-12 – NSB |- | colspan="2" |Bestand:Com...') |
k |
||
Regel 47: | Regel 47: | ||
Bronnen:<ref>Bron:[http://nl.wikipedia.org/wiki/SJ_Dm2 wikipedia Dm2]</ref> | Bronnen:<ref>Bron:[http://nl.wikipedia.org/wiki/SJ_Dm2 wikipedia Dm2]</ref> | ||
− | De eerste El-12 werden buiten dienst gesteld tussen 1989 en 1990, de laatste werden gesloopt in 1992 | + | De eerste El-12 werden buiten dienst gesteld tussen 1989 en 1990, de laatste werden gesloopt in 1992. |
== Waar zijn deze locomotieven nog te zien? == | == Waar zijn deze locomotieven nog te zien? == | ||
− | + | Twee sets zijn bewaard gebleven, 12 2113 + 12 2115 zijn geschonken aan de Vrienden van Malmbanan terwijl 12 2119 + 12 2120 zijn meegenomen bij het Ofotens-museum. | |
== Bijzonderheden/Opmerkingen == | == Bijzonderheden/Opmerkingen == |
Versie van 30 nov 2022 17:37
Bouwserie El-12 – NSB | |
---|---|
Spoorweg Mij. | NSB |
Nummering | 2113-2120 |
Fabrikant | ASEA, Motala, NOHAB |
Aantal gebouwd | 8 stuks |
Bouwjaren | 1954-1957 |
Asvorm | 1'D |
Lengte over de buffers | 13254 mm |
Max.snelheid | 75 km/h |
Vermogen | 2398 kW |
Dienstgewicht | 95 t |
Aanvangskracht | .. kN |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | Electrisch, mechanisch (recuperatie) |
Bouwserie El-12
De El 12 was een elektrisch locomotief serie welke op de Ofotbanen werd gebruikt om ertstreinen te trekken.
Ontwikkeling en bedrijf
Na de Tweede Wereldoorlog nam het ertstransport op de Malmbanen toe en het Zweedse ertsbedrijf verwachtte een stijging van 50% ten opzichte van de vorige grootste jaarlijkse hoeveelheid. Om dat te bereiken moest het spoor ofwel worden ontwikkeld met dubbele sporen, ofwel moest het trekvermogen van de locomotieven met 50% worden verhoogd. Ze kozen ervoor om dit op te lossen door iets te doen met de tractie van de locomotieven. Dit werd gedaan door ofwel oudere type locomotieven in te zetten of door nieuwe, krachtigere locomotieven aan te schaffen. Bij de NSB werden de oudere locomotieven van de bouwserie El 3 en El 4 ingezet.
Aan de Zweedse kant van de Malmbanen had Statens Järnvägar in december 1952 twaalf zogenaamde Dm-locomotieven besteld, en NSB volgde dit voorbeeld en kocht locomotieven van hetzelfde type en deelde deze in als El 12. Bij de intrede was dit 's werelds grootste elektrische locomotief . Dit waren zogenaamde halflocomotieven zoals de El 3, Waarbij elk locomotiefgedeelte aan slechts één uiteinde een bestuurdersruimte heeft. Twee en twee semi-locomotieven worden dan met elkaar verbonden, zodat een dubbele locomotief ontstaat welke elk uiteinde een bestuurdersruimte heeft zoals een normale elektrische locomotief. De eerste zes locomotiefsecties werden in 1954 geleverd en de NSB bestelde nog twee locomotieven die in 1957 werden afgeleverd. De acht secties kregen de nummers 2113 t/m 2120.
In de jaren zestig was er weer behoefte aan een verhoging van het treingewicht, met name met de introductie van nieuwe 4-assige ertswagens. Statens Järnvägar voorzag in die behoefte door een onbemande locomotiefsectie voor Litra Dm te bouwen die tussen de twee halve locomotieven werd geplaatst. Dit verhoogde de trekkracht met 50% en het "nieuwe" locomotieftype kreeg de naam Dm3 en kreeg de asvolgorde 1'D+D+D1'. Het nieuwe middendeel was niet voorzien van een loopas.
NSB koos voor een gecombineerde oplossing: oude locomotieven ombouwen en nieuwe aanschaffen. De nieuwbouw vond plaats door de aanschaf van de El 15. De verbouwing vond plaats door de locomotieven van het type El 12 te vervangen. In plaats van te doen zoals de Zweden die een nieuw middendeel bouwden, namen ze een semi-locomotief en plaatsten deze in het midden , zodat de totale asvolgorde 1'D+1'D+D1' werd. Om dit te bereiken moesten de locomotieven op de overgang tussen de secties worden omgebouwd zodat wat voorheen de uiteinden zonder cabines waren die stevig tegen elkaar aanliepen, nu ook moesten worden aangesloten op een front. Technisch werkte dit, maar esthetisch zag dit er wat vreemd uit, en een 3-delige Noorse El 12 was dus langer dan een Zweedse Dm 3, ook al waren ze functioneel bijna identiek. Aangezien het middengedeelte van de Dm 3 geen loopas of een inactieve cabine had, bedroeg het totale adhesiegewicht voor de Dm 3 243,2 ton en het totale gewicht 273,2 ton, terwijl het overeenkomstige cijfer voor de El 12 met 3 secties is 240 ton en 285 ton.
Bronnen:[1]
De eerste El-12 werden buiten dienst gesteld tussen 1989 en 1990, de laatste werden gesloopt in 1992.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Twee sets zijn bewaard gebleven, 12 2113 + 12 2115 zijn geschonken aan de Vrienden van Malmbanan terwijl 12 2119 + 12 2120 zijn meegenomen bij het Ofotens-museum.
Bijzonderheden/Opmerkingen
De Zweedse spoorwegmaatschappij Statens Järnvägar (SJ), schafte in de periode tussen 1960 en 1970 vergelijkwaardige 3-delige locomotieven aan. Deze werden bij de SJ als Bouwserie Dm3 ingedeeld.
Externe Verwijzingen
Diverse E-locs Bouwserie El 12
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|
|
|
|