Bouwserie Dm2
Dm 2 | |
---|---|
Spoorwegmij's | SJ MTAB/MTAS |
Bedrijfsnummers | 834 - 845; 942 - 957; 968 - 976 978 - 979; 981 - 982; 984 - 985 1201 -1230; 1246; 1248 - 1250 |
Fabrikanten | *Nydqvist & Holm AB (NOHAB) *Motala Verksta AB (MV) *Vagn Maskinfabriken Falun (VM) *Allmänna Svenska Elektriska Aktiebolaget (ASEA) |
Aantal gebouwd | 36 stuks |
Bouwjaren | 1953 - 1960 |
Asvorm | 1'D + D1' |
Lengte over de buffers | 25200 mm |
Max.snelheid | 75 km/h |
Vermogen | 4800 kW |
Aanvangskracht | 627 kN |
Dienstgewicht | 160 t |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | - |
Uit dienst | 1988 |
Bouwserie Dm 2
De locomotieven van de bouwserie Dm 2 zijn elektrische locomotieven van de Zweedse spoorwegmaatschappij
Statens Järnvägar (SJ).
De locomotieven werden tot 2003 door de SJ ingezet voor het goederentransport. In 2003 werden de locomotieven overgenomendoor de Malmtrafikk (MTAB) / (MTAS) die voor het vervoer van ijzererts van Kiruna en Gällivare/Malmberget over de spoorlijn naar de havens in Narvik in Noorwegen en Luleå en de hoogoven in Luleå ingezet werden.
Ontwikkeling en bedrijf
In februari 1952 besloot de Zweedse staatsspoorwegmaatschappij SJ om 6 stuks dubbele locomotieven te bestellen, welke gebaseerd was op de locomotieven van de Bouwserie Da. De locomotieven werden gebouwd door Nydqvist & Holm AB (NOHAB), Motala Verksta AB (MV), Vagn Maskinfabriken Falun (VM) en Allmänna Svenska Elektriska Aktiebolaget (ASEA), waarbij de ASEA de bouw van de elektrische installatie deed. Evenals de locomotieven van de bouwserie Da, kreeg ook de bouwserie Dm een, destijds technisch al lang achterhaald, drijfwerk met stangenaandrijving.
Beide delen van de locomotief hebben vier gekoppelde aandrijfassen en in het midden een blinde as. De twee elektro-motoren (enkelfase seriemotoren) drijven via een overbrenging het blinde wiel tussen de vier drijfwielen aan, welke middels koppelstangen zijn verbonden met het blinde wiel. Aan het eind van de cabine bevindt zich nog een loopwiel welke voor een betere spoorvoering was toegevoegd. Elke helft had een bestuurderscabine en een stroomafnemer. Elk deel kreeg een eigen bedrijfsnummer, ondanks dat de individuele delen nooit los van elkaar werden ingezet.
De Dm2 kon treinen trekken tot 3400 ton. Vanaf 1960 tot 1970 werd een tussendeel tussen de loc geplaatst waardoor de trekkracht toenam. Deze 3-delige uitvoering is bekend als Bouwserie Dm3.
Van de twee-delige Dm is geen exemplaar meer aanwezig. Allen zijn verschroot. De laatste locomotief is omgebouwd tot Bm3 en heeft nog een tijdje dienst gedaan bij de MTAB als reservelocomotief.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Helaas is van de bouwserie Dm geen locomotief bewaard gebleven. Wel zijn er locomotieven van de bouwserie Bm3 bewaard gebleven welke als museumloc zijn te bewonderen.
Bijzonderheden/Opmerkingen
De noorse spoorwegmaatschappij Norges Statsbaner (NSB), schafte in 1954 en 1957 vergelijkwaardige locomotieven aan, echter waren deze 3-delig (net als de bouwserie Dm3). Deze werden bij de NSB als Bouwserie El 12 ingedeeld.
Externe Verwijzingen
Diverse E-locs Bouwserie Dm 2
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|
|
|